Pionieren heeft een prijs
Heel even wachten tot Saksen een hype wordt
Columns - 31 juli 2006
(31 juli 2006) Wie een tweede huis koopt in voormalig Oost-Duitsland, heeft een heleboel uit te leggen. Dat hadden we al eerder ervaren toen we jaren geleden een vakantiewoning kochten in de gemeente Staphorst. Als die plaatsnaam viel, keken mensen je meestal aan met een blik alsof je honderd vierkante meter vuilnisbelt had gepacht en daarop een lekkende tent had neergezet.
van Gerhard Hormann
Iets vergelijkbaars overkwam me nu weer toen ik aan mensen vertelde voor het luttele bedrag van 29 duizend euro een vrijstaand huis te hebben gekocht in het dorpje Taubenheim, in de buurt van Dresden. Dat is nauwelijks duurder dan de nieuwprijs van de auto waarin we de ruim zevenhonderd kilometer richting Saksen hadden afgelegd. Meest gehoorde reactie: wie wil dáár nou zitten?
Iemand anders formuleerde het subtieler en prikkelender: wat is de belóning? Met andere woorden: wat wacht je daar na een dag lang autorijden? Bij een huis in Frankrijk hebben we allemaal meteen een beeld. Je stapt ‘s ochtends in de auto en zit ‘s avonds aan de Pernod, terwijl de lavendel aan je voeten bloeit en de krekels tsjirpen.
Maar de naam Saksen heeft voor de meeste mensen dezelfde associatie als Siberië. Het klinkt zo ver weg dat een verblijf daar automatisch wel een soort straf moet zijn. Vandaar dat helemaal niemand uit mijn vriendenkring vroeg of hij een keertje mocht komen logeren.
En, eerlijk is eerlijk, ik kwam daar in eerste instantie ook alleen maar terecht omdat het er zo spotgoedkoop is. Dankzij het WK weet heel Nederland nu dat een pizza in Leipzig slechts 3 euro 50 kost en ik kan daar nog aan toevoegen dat een uurtje parkeergarage op 30 cent komt. En mocht je je auto in de stad Bautzen toch een keer op de verkeerde plek neerzetten, dan wordt hij niet weggesleept maar krijg je een boete die zo lachwekkend laag is dat je er inderdaad alleen maar hartelijk om kunt lachen.
Maar goed, er zijn in Europa vast nog wel goedkopere plaatsen te vinden en dat alleen is geen reden om er vrolijk naartoe op vakantie te gaan of er een huis te kopen waar je een paar keer per jaar naar toe wilt. En ik kan dan nog zo hard roepen dat ik al tijdens mijn eerste bezoek helemaal weg was van het prachtige landschap, in de ogen van sommige mensen heb ik nog steeds de miskoop van mijn leven gedaan. Pionieren is hartstikke spannend, maar tegelijk ook doodeng. Het is veel gemakkelijker en veiliger om net als iedereen op zoek te gaan naar een vervallen fermette in de Dordogne of de Provence dan om iets te kopen in een streek die bijna niemand kent en waar ook niemand uit je directe omgeving ooit is geweest.
Groot was dan ook mijn verrassing toen ik eind juli het weekblad Elsevier opensloeg en daarin een artikel las van columniste Marijke Hilhorst, voor de gelegenheid geschreven in Meissen, een stadje op tachtig kilometer van ons tweede huis. Daarin schrijft ze, en het is te leuk om dat niet letterlijk te citeren: ‘De huizenprijzen in Saksen liggen verrassend laag en je begrijpt niet waarom niet veel meer Nederlanders hier een tweede huis kopen in plaats van, zeg, de Morvan. Het is nog dichterbij ook, slechts 550 kilometer van de Nederlandse grens.’
Frappant? Dacht het wel. Het zou me ook ernstig verbazen als deze bijna terloopse opmerking geen staartje krijgt. Er hoeft maar een groot omslagartikel te verschijnen in datzelfde Elsevier of in concurrent HP/De Tijd en deze streek in voormalig Oost-Duitsland wordt vanzelf hartstikke “hot”. Wedden dat zo’n verhaal binnen een jaar in de kiosken ligt? Tegen die tijd hoeven we ook aan he-le-maal niemand meer uit te leggen wat we nou eigenlijk precies te zoeken hebben in Taubenheim.
Reacties
Geen reacties aanwezig