Naar de dokter
Berlijnse Berichten
Columns - 2 februari 2004
(2 februari 2004) Terwijl mijn buurjongen krom van de pijn in zijn rug op de bank ligt, zoek ik naar zijn portemonnee. Sinds 1 januari moet iedere ziekenfondsverzekerde in Duitsland bij het bezoek aan een arts een eigen bijdrage van 10 euro betalen. En deze Praxisgebühr geldt, zo is mij net door de artsencentrale meegedeeld, ook als de arts bij jou op bezoek komt.
van Katja Geelhoed
Met de portemonnee in mijn handen vraag ik me af wat er gebeurt, als je net de avond voor je door je rug gaat, je laatste contante geld hebt uitgegeven. Als je op een zondag een arts laat langskomen, gaat het over het algemeen om een noodgeval. En dat betekent dat je niet van tevoren nog even een blokje om gaat om geld te pinnen. Gaat de arts dan weer naar huis: "Sorry, maar u weet toch dat u altijd voor de zekerheid 10 euro bij de hand moet hebben. Beterschap en een prettige avond verder"? Er bestaan nog veel onduidelijkheden over de Praxisgebühren, niet alleen bij de patiënten, maar ook bij de artsen en de ziekenfondsen.
In het kort houdt de nieuwe regeling, die voortdurend onderhevig is aan wijzigingen, het volgende in: per 1 januari 2004 geldt voor artsbezoek een eigen bijdrage van 10 euro per kwartaal. Dit geldt niet voor verwijzingen. Hiermee wil de regering het huisartssysteem stimuleren. Via de huisarts met een verwijsbrief naar de specialist, voor ons vertrouwd, voor de Duitser niet. Hier is het gebruikelijk direct naar een specialist te gaan. Met keelpijn naar de KNO-arts, met menstruatieklachten naar de vrouwenarts, enz. Om geld te sparen wordt nu aangeraden aan het begin van ieder kwartaal de verwijsbriefjes voor die periode te halen. Even bedenken welke artsen je de komende tijd nodig hebt dus. Tot zover een heldere regeling. Maar dan zijn er de uitzonderingsgevallen: het recept voor de pil, controleonderzoeken en hulp voor de chronisch zieken. Hiervoor lijkt iedere week iets anders te gelden en dat maakt het er allemaal niet overzichtelijker op. Tot nu toe brengt de nieuwe regeling vooral een hoop administratieve rompslomp met zich mee. Dat kan het doel van de hervormingen - de kosten voor de zorg terugbrengen - niet ten goede komen.
Dat de ziekenfondsen met financiële problemen kampen, verbaast me overigens niet. In Duitsland is naar de dokter gaan in vergelijking met Nederland een feest. Net een week in Berlijn - en nog niet ingewijd in de geheimen van het Duitse artsbezoek - vroeg ik een apotheker wanneer de door haar aangeraden arts spreekuur had. Zij keek me aan alsof ik regelrecht vanaf een andere planeet haar apotheek was binnengewandeld. "Spreekuur? Hoe bedoelt u spreekuur? U gaat naar binnen, meldt u aan en wacht tot u wordt geholpen." Zo gezegd, zo gedaan. Na een klein uur zat ik bij mijn nieuwe huisarts, waar ik ruim anderhalf uur later weer vertrok. Met een geruststellende ECG, een goede uitslag van een bloedtest en twee recepten, waarvan ik zeker wist dat ik één ervan nooit zou gebruiken. Dit alles had ongeveer een uur geduurd. De rest van de tijd was opgegaan aan een gesprek over Prins Claus en het Nederlandse koningshuis in het algemeen. Met een onaangekondigd artsbezoek had ik zes keer de tijd van een dubbel huisartsconsult in Amsterdam in beslag genomen en twee tests cadeau gekregen, die een Nederlandse arts hoogstwaarschijnlijk niet nodig had gevonden. Ik moet toegeven, ik was zeer onder de indruk, maar goedkoop kan dit op grote schaal niet zijn.
Na twee uur wachten kreeg mijn buurjongen zijn van zijn pijn verlossende spierverslappende injectie, die hij natuurlijk waarschijnlijk ook zou hebben gekregen als ik zijn portemonnee niet had gevonden. Mijn huisarts zag ik een paar weken geleden in de Tagesschau, het Duitse journaal. In een item over de Praxisgebühren. Wellicht zie ik hem daar binnenkort weer als de eigen bijdrage bij gebrek aan succes wordt afgeschaft. Dat lijkt me namelijk niet onwaarschijnlijk.
Reacties
Geen reacties aanwezig