'Platz machen, Gerd!'
Gastcolumn

Columns - 20 oktober 2003

van Mark Beunderman

(20 oktober 2003) Graag dien ik hierbij, als Europese burger, een amendement in op de Europese grondwet. Het amendement voorziet in de mogelijkheid van recall van een willekeurige Europese regeringsleider door de Europese bevolking. Als bijvoorbeeld één miljoen Europese burgers vinden dat de Italiaanse mediacraat Silvio Berlusconi te veel schade aanricht aan de Europese zaak, dan is Italië verplicht vervroegde verkiezingen uitschrijven. Zelf zou ik de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder willen nomineren voor een recall. De incompetentie van deze leider heeft inmiddels zoveel politieke littekens veroorzaakt, in Duitsland én in Europa, dat we onmogelijk kunnen wachten totdat Schröder in de Duitse verkiezingen van 2006 wordt weggestemd.

Mark Beunderman Nu de Europese economie schreeuwt om een voorzichtig herstel, wordt steeds duidelijker dat Schröder's halfhartige aanpak van de binnenlandse sociaal-economische problemen Duitsland van een Europese economische motor tot een obstakel voor herstel heeft gemaakt. Schröder wijt de Duitse economische problemen consequent aan factoren als de wereldwijde recessie of de last van de Duitse hereniging. Deze argumenten zijn op zichzelf niet onjuist, maar kwalijk is wel dat ze in het Bundeskanzleramt slechts worden gebruikt als alibi voor de eigen politieke passiviteit. Van deze passiviteit ondervindt juist Nederland, dat als geen ander land van de Duitse welvaart afhankelijk is, behoorlijke schade. Weliswaar profileert Schröder zich sinds deze zomer met zijn sociaal-economische hervormingspakket 'Agenda 2010' ineens als kanselier van de Modernisierung. Maar dat is wel heel plotseling: nog tijdens de afgelopen verkiezingscampagne in 2002 propageerde Schröder een 'Politik der ruhigen Hand', een slogan die in het licht van het schrikbarend hoge werkloosheidsaantal (destijds al meer dan 4 miljoen) een duistere indruk maakte.

Niet alleen de Europese economie, maar ook 'Europa' als politiek project heeft de afgelopen jaren vanuit Berlijn klappen opgelopen. Zeker, Schröder en minister van Buitenlandse Zaken Fischer presenteerden indrukwekkende ontwerpen voor een toekomstig federaal Europa. Deze blauwdrukken suggereerden dat rood-groen de traditionele lijn van de Duitse Europapolitiek sinds Adenauer - hoe meer 'Europa' hoe beter - voortzette. Maar in de praktijk opereert de regering-Schröder veeleer anti-Europees. Waar het gaat om de voltooiing van de Europese interne markt geldt Berlijn inmiddels naast Parijs als belangrijkste dwarsligger van de initiatieven van de Europese Commissie. Schröder torpedeerde bijvoorbeeld de EU-overnamerichtlijn en blokkeerde de liberalisering van de Europese automarkt, omdat deze maatregelen Industriestandort Deutschland zouden schaden. Op zichzelf is kritiek op de Commissie een recht dat de kanselier niet valt te ontzeggen, hoewel het in dit geval onverstandig is: een voltooide Europese markt op de lange termijn is juist voor de Duitse economie van levensbelang. Ernstiger is de manier waarop Schröder zijn conflicten met 'Brussel' electoraal probeert uit te buiten. Voor gezelschappen van werknemers in de Duitse provincie geeft de kanselier de onbarmhartige Brusselse Bürokraten regelmatig een veeg uit de pan. Met een beetje Brussel- bashing lijkt het voor Otto Normalverbraucher (Jan Modaal) natuurlijk algauw alsof 'Europa' -en niet Schröder zelf- verantwoordelijk is voor de Duitse massawerkloosheid.

De kanselier ondermijnt het gezag van de Commissie verder door de afspraken in het EU-stabiliteitspact bewust, en steeds een beetje meer, te schenden. Waarschuwingen van de zijde van de Commissie worden als hinderlijke inmenging in binnenlandse aangelegenheden beschouwd. Aldus draagt de Duitse kanselier actief bij aan het beeld van 'Europa' als een plek waar politieke afspraken niet hoeven worden nageleefd. De Zweden hebben deze boodschap getuige hun nej tegen de euro goed begrepen.

Schroeder of Stoiber Nu moet ik tot slot bekennen dat deze zwarte balans van vijf jaar rood-groen eigenlijk een pijnlijke afrekening met mijn eigen politieke verleden betekent. Als geëngageerd centrum-links student heb ik Gerhard Schröder zelf voor het Berlijnse Willy Brandt Haus staan toejuichen, bij zijn nipte verkiezingsoverwinning in september 2002. Voor mij waren de Duitse verkiezingen destijds een soort mini- Kulturkampf tegen het kleinburgerlijk conservatisme van Edmund Stoiber. Ik kon mij dan ook volledig vinden in de simpele verkiezingsleus van de SPD: 'Dranbleiben, Gerd!'. Nu beken ik volmondig spijt over deze jeugdzonde. Volgende keer, na Schröder's recall, zal ik juichen voor de liberaal Guido Westerwelle. Ik zal dan tevens accepteren dat ik in feite juich voor Edmund Stoiber als bondskanselier van een nieuw conservatief-liberaal kabinet. De culturele bezwaren tegen Stoiber wegen niet meer op tegen de inmiddels rampzalige Europese staat van dienst van Schröder. 'Platz machen, Gerd!'

Mark Beunderman is historicus en freelance journalist

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger