Het Ruhrgebied als ‘de andere metropool’
Expositie Ruhr Essen Museum
Achtergrond - 16 september 2020
- Auteur:
Ingrid Bosman
Er wonen 5,1 miljoen mensen - veel meer dan in Berlijn. Alleen daarom al is het niet gek dat het Ruhrgebied zich graag als metropool presenteert. Het Ruhr Museum in Essen schetst het karakter van de regio in de tentoonstelling ‘De andere metropool’. Over een eeuw Ruhrgebied en het gevecht tussen provincialisme en ambities.
Nee, het zijn niet de kleuren van Borussia Dortmund, grapte directeur Heinrich Theodor Grütter van het Ruhr Museum bij de perspresentatie van de tentoonstelling, die afgelopen zondag werd geopend. Dat geel en zwart de boventoon voeren in de expositie heeft niets met voetbaltrots te maken, maar alles met een uitvinding van het Ruhrgebied die in heel Duitsland niet meer is weg te denken: de plaatsnaamborden langs de Bundesstraßen.
In 1926 introduceerde de voorloper van het huidige Regionalverband Ruhr (RVR), als het bestuursorgaan van de regio, een bewegwijzering in de kleur die tegenwoordig door elke Duitser als ‘verkeersgeel’ wordt herkend. Het lettertype (DIN 1451, Engschrift) is nog altijd de standaard in verkeer en transport.
Met de borden bracht het regiobestuur destijds een van haar belangrijkste taken letterlijk in praktijk: orde scheppen in de warboel van steden, dorpen en gehuchten, die de industrialisering boven het hoofd groeide. Alle namen staan nu afgebeeld aan weerszijden van de entree van de tentoonstelling: 325 grote en kleine kernen maar liefst, van de vlek Strickherdicke tot de stad Dortmund.
Nu omvat het Ruhrgebied 53 steden en gemeenten, waaronder Bochum, Dortmund, Duisburg, Essen, Gelsenkirchen en Oberhausen. Het wordt bestierd door wat tegenwoordig het Regionalverband Ruhr heet. De 91 leden van het zogenoemde Ruhrparlement werden afgelopen zondag voor het eerst direct gekozen, tegelijk met de Kommunalwahl (gemeentelijke en regionale verkiezingen) in Noordrijn-Westfalen. “Een mijlpaal die het fundament onder het Ruhrgebied versterkt. Ik hoop dat de vertegenwoordigers werkelijk regionaal gaan denken”, verklaarde directeur Grütter van het Ruhr Museum, daarmee verradend dat dit nog altijd niet vanzelfsprekend is.
Revolutionaire brandhaard
Met de oprichting in 1920 van het toenmalige Siedlungsverband Ruhrkolenbezirk kwam het hele gebied tussen Hamm in het oosten en Moers in het westen voor het eerst als samenhangende regio in beeld. “Het is in feite de ontdekking van het Ruhrgebied als entiteit”, aldus museumdirecteur Grütter. Al waren eenheid en rust op dat moment nog ver te zoeken. Het gebied was een revolutionaire brandhaard. Scherpe klassentegenstellingen leidden tot bloedige opstanden en bittere politieke strijd. Een zwaar machinegeweer, gebruikt door arbeiderstroepen, herinnert in de expositie aan de Ruhrkampf van 1920, die 15.000 dodelijke slachtoffers eiste. De Frans-Belgische bezetting van 1923 tot 1925, vanwege tanende herstelbetalingen voor de Eerste Wereldoorlog, brachten nieuw geweld en hongersnood.
Maar het Ruhrgebied was in de jaren na de Tweede Wereldoorlog ook de kraamkamer van wat je het Duitse poldermodel zou kunnen noemen: een nieuw sociaal-politiek systeem met vergaande medezeggenschap voor de arbeiders en samenwerking tussen staat en sociale partners (werkgevers en werknemers). Die floreerde in de naoorlogse jaren mee met de mijnbouw en staalindustrie, die de wederopbouw van West-Duitsland aanjoegen.
Vergeefs verzet tegen neergang
Het sociale pact bleek nog harder nodig toen eind jaren 50 met de mijnbouwcrisis de neergang inzette. Het vergeefse verzet tegen de afbrokkeling wordt mooi geïllustreerd door een stukje rail dat de burgemeester van Duisburg op zijn schouder meedroeg in een demonstratie van staalarbeiders in 1987. En door een megafoon met het opschrift ‘Erst stirbt die Zeche, dann stirbt die Stadt’ (Eerst sterft de mijn, dan de stad). In 1997 gebruikt bij een solidariteitsactie in Bochum.
Dat valt in de tentoonstelling in het Ruhr Museum vooral op: hoe lang het afscheid van het industriële tijdperk hier al duurt. Een jaar of zestig inmiddels, want de laatste steenkoolmijn sloot in 2018. En ook daarmee is de permanente staat van verandering eerder een nieuwe fase ingegaan dan afgerond. Het museum schetst de voortdurende transformatie aan de hand van zeven thema’s en 1000 objecten. Ze verhalen over successen en tegenslagen, maar tonen het Ruhrgebied ook als een vat vol tegenstrijdigheden.
Asfaltspaghetti en fietssnelweg
Een metropool ja, maar dan zonder grootstedelijkheid en een duidelijk centrum. Waar spoor- en waterverbindingen tot de beste van het land behoren, en het snelwegennet het dichtst is. Maar waar het verkeer in diezelfde asfaltspaghetti ook vaak vastloopt en de Ruhrschnellweg A40 wel spottend ‘langste parkeerplaats van Noordrijn-Westfalen’ wordt genoemd. Een ‘stad van steden’, maar dan wel met gebrekkig openbaar vervoer daartussen. Al staat daar weer de ontwikkeling van een fietssnelweg tegenover. Schrijnender zijn de sociaal-economische tegenstellingen. In de woorden van museumdirecteur Grütter: “Het Ruhrgebied telt de meeste beursgenoteerde ondernemingen van Duitsland, maar kent ook hoge werkloosheid en komt met moeite mee in de nationale economische ontwikkeling.”
Borussia bedankt kompels
In het Ruhrgebied zijn de belangen vaak tegengesteld en kunnen krachten elkaar dwarsbomen, maar kunnen de rijen zich soms ook verrassend sluiten. Mooiste stille getuigen daarvan in het museum: een postkaart uit 2008 van theater Schauspielhaus Bochum met het opschrift ‘Nokia moet in Bochum blijven!’ en een voetbalshirt (‘Danke Kumpel!) waarmee Borussia Dortmund in 2018 de laatste mijnwerkers uitzwaaide.
Los van deze maatschappelijke visitekaartjes belicht het Ruhr Museum uitgebreid de betekenis van sport en cultuur voor het Ruhrgebied. Zo wordt de bezoeker ook duidelijk dat kunst en cultuur hier niet ‘hip en happening’ werden op de puinhopen van de industrie – zoals vaak wordt gedacht – maar een lange en eerbiedwaardige traditie kennen. Met de Folkwang-beweging (beeldende kunst), het Schauspielhaus Bochum (theater), Pina Bausch (dans) en Gruppe 61 (literatuur) als boegbeelden.
Nieuw landschap
Neemt niet weg dat uit de oude infrastructuur van het Ruhrgebied een indrukwekkend nieuw landschap is ontstaan voor culturele bedrijvigheid en duurzaam toerisme. Het spectaculaire Ruhr Museum zelf, gevestigd in de voormalige kolenwasserij van de Zeche Zollverein, is exemplarisch voor de coole status van het Ruhrgebied. Desondanks, moet museumdirecteur Grütter tot zijn spijt vaststellen, blijft de regio de geur van provincialisme aankleven.
Zijn hoop en die van anderen is vooral gevestigd op de bijna 300.000 studenten en de dynamiek die zij meebrengen. Vijf universiteiten, een kleine twintig hogescholen en meer dan zestig onderzoeksinstituten vormen een voedingsbron voor nieuwe (technologische) bedrijvigheid en maken het Ruhrgebied tot een wetenschappelijke motor van Duitsland.
‘Wie in het Ruhrgebied woont, woont in de toekomst’, klinkt het ronkend in de multimediale presentatie waarmee de tentoonstelling eindigt. Ervaringsdeskundigen van allerlei pluimage reflecteren daarin op het Ruhrgebied als ‘andere metropool.’ Naast marketing-platitudes als ‘Dit is de regio van de kansen’ komen ook nuancerende kanttekeningen voorbij. Over de even schrijnende als hardnekkige armoede, bijvoorbeeld. En: ‘Waar nog een kerktorenmentaliteit heerst kan geen sprake zijn van een metropool.’
De tentoonstelling ‘Die andere Metropole’ in het Ruhr Museum in Essen duurt tot 9 mei 2021.
Lees meer over 'Cultuur':
‘Duitse restitutie nazi-roofkunst moet beter’
Duitsland krijgt al jaren kritiek op zijn restitutiebeleid voor nazi-roofkunst. De regering komt nu met hervormingen.
Nieuwe generatie Nederlandse auteurs klaar voor Duitsland
Nederland & Vlaanderen zijn deze maand gastland op de Leipziger Buchmesse. Een uitgelezen kans voor auteurs zich te presenteren in Duitsland.
Deutsches Kino: Duitsland in 5 films
Oost-Duitsland speelt dit najaar in de filmreeks Deutsches Kino een belangrijke rol. Ook de moeite waard: een film over de Turkse muziekindustrie in Duitsland.
Expositie Potsdam: Nederland zoals nooit vertoond
De tentoonstelling 'Wolken und Licht' in Museum Barberini toont meer dan de bekende beelden van grote Hollandse meesters.
Reacties
Wow zo cool!