Met testbewijs op zak naar de koeien in Duitsland
Serie: Wandelen langs de grens
Achtergrond - 17 augustus 2021
- Auteur:
Ingrid Bosman
Door de coronapandemie is de grens tussen Duitsland en Nederland ineens weer helemaal terug. Hoe beleven inwoners aan weerszijden dat? Journalist Ingrid Bosman nam de proef op de som in een serie wandelingen tussen Grasdorf (Nedersaksen) en Gronau (Noordrijn-Westfalen). Vandaag deel 3: oude en nieuwe grensbewaking, Hollandse gastvrijheid op de kaart en met een testbewijs op zak naar het vee.
Beweging is er niet meer in te krijgen, maar de oude roodwitte slagboom op het fietspad langs het kanaal Almelo-Nordhorn doet in feite nog steeds dienst. Veel wandelaars en fietsers kunnen er niet aan voorbij rijden zonder luidkeels vast te stellen dat ze de grens passeren. “Voor menigeen is de grens een abstract begrip geworden”, had de bewoonster van het vroegere Zöllnerhaus - dat op de slagboom uitkijkt - een paar dagen eerder al verklaard. “Ze denken bij het woord eerder aan Schiphol. Hier is de grens nog zichtbaar.”
Helga (64) uit Nordhorn voelt allang geen opwinding meer wanneer ze oversteekt. In de twintig jaar dat ze in die stad woont is het vaste prik geworden. “Maar ik zie het altijd meteen als ik erover ben. Aan de huizen, de tuinen. In Nederland vormen ze toch net iets meer een harmonieuzer geheel.” Nu zit ze met de fietshelm in de hand op de riante overdekte picknickplek die hier nog niet zo lang aan de kanaaloever staat. “Ik ben net met pensioen, ik heb zeeën van tijd”, zegt de voormalige belastingadviseur. “Ik begin de dag vaak met een fietstochtje deze kant op.”
In het weekeinde rijdt ze met haar man graag een stuk verder, naar landgoed Het Singraven bij Denekamp. “Voor een pannenkoek bij de oude watermolen. Dat ritueel hebben we echt gemist.” Drie weken geleden werden ze door Nederlandse vrienden uitgenodigd voor een ander uitstapje. Licht betrapt: “Als je me nu vraagt wat toen precies de regels waren dan weet ik het niet eens. Maar we hebben in Nederland een biertje gedronken. Buiten.”
Hond uitlaten in Nederland
Voor Sandra Kischke-Herbert is de monumentale grenssluis haar dagelijkse omgeving. Elf jaar woont ze nu aan het fietspad, dat razend populair is bij toeristen. Die zijn na de versoepelingen massaal teruggekeerd, meldt ze. “Afgelopen zondag was het hier de hele dag zo druk dat ik er met hem niet langs kon”, zegt ze, wijzend op labradorpup Charlie. Normaal loopt ze met haar honden bijna dagelijks een stukje Nederland in. “Dat ben ik blijven doen.” Voor boodschappen durfde ze het niet aan. “Ik wandel soms naar tuincentrum Oosterik in Noord-Deurningen of naar de markt in Denekamp. Dat heb ik toch maar even achterwege gelaten. Uit angst voor besmetting, ja. Bij jullie waren de cijfers hoger.”
Er was volgens Sandra Kischke beduidend meer controle-activiteit in het gebied. “Je zag meer politie dan anders. Ik vond dat wel goed. Er waren hier vaak groepen jongeren onderweg, zowel uit Nederland als Duitsland. Maar het waren net zo goed ouderen hoor, gepensioneerden die het blijkbaar allemaal scheissegal was.”
Douane voor de deur
Politie en douane laten zich op dit stuk groene grens wel vaker zien, volgens de Nordhornse. Wanneer de toeristen weg zijn duiken soms drugssmokkelaars op, zegt ze, die zich in de stille omgeving onbespied wanen. Zodoende “staat hier ’s avonds laat nog wel eens een auto van de douane voor de deur.” Het hoort erbij, beseft ze, “en het is ook geen groot probleem. Dit blijft een vreedzame omgeving.”
Al zijn de lontjes van passanten wel korter geworden, signaleert ze. “Als ik vanuit de tuin hoor hoe mensen elkaar in het voorbijgaan agressief de les lezen, omdat ze vinden dat de ander zich niet aan de regels houdt. Het is er een stuk minder vriendelijk op geworden.” Dat geldt vooral voor haar landgenoten, verklaart ze ongevraagd. “Nee, dat zeg ik niet omdat jij uit Nederland komt. Jullie zijn echt meer ontspannen.”
Rustpunt als primeur
Een eindje verderop doet buurvrouw Astrid Meylof haar best om die reputatie hoog te houden. Sinds dit voorjaar biedt ze fietsers en andere voorbijgangers een Rustpunt op het erf van de boerderij aan de Frensdorferhaar, waar ze met haar man en haar ouders woont. Een oase in het groen die van alle gemakken is voorzien, tot en met een wc en zelfs een leunstoel om op verhaal te komen. Lyrische reacties in het gastenboek, met name van de Duitse gasten: “Wat een mooi plekje en wat een geweldig idee!” Astrid is blij dat het aanslaat. “Voor Duitsers is dit nog een vrij onbekend fenomeen. Dat je zelf bepaalt hoeveel je wilt betalen zijn ze al helemaal niet gewend.”
Op hun eigen fietstochten leggen ze in Nederland graag aan bij zulke kleinschalige pleisterplaatsen. Met een schuur en door corona ook tijd over besloten ze er zelf een te beginnen. Nou nog de plek onder de aandacht zien te krijgen, want bij gebrek aan een organisatie zoals die van de Nederlandse rustpunten is het lastig om op routekaarten en websites vermeld te raken, vertelt Astrid. “Bovendien vallen dit soort plekken buiten de Duitse wetgeving, wat het helemaal lastig maakt.”
Het Nederlandse stel kwam twaalf jaar geleden vanuit Arnhem hier naartoe, al hebben Astrids echtgenoot en ook haar vader wortels in Twente. “We zochten vooral ruimte en die vonden we toevallig aan deze kant van de grens.” Ze werken allebei in Nederland. Astrid in een supermarkt in het naburige Denekamp, waar de Duitse klandizie door corona al naar gelang de maatregelen wel terugliep. “Ik heb de indruk dat de Duitsers banger waren dan de Nederlanders.”
Zelf zegt ze nauwelijks last te hebben gehad van de beperkingen. “We hadden zelftests in huis. Bovendien waren er op de kleine landweggetjes die wij zeker met de fiets gebruiken nauwelijks controles. Met de auto ben ik één keer aangehouden. De agenten die hier patrouilleerden bleken vaak ook van verder weg te komen. Wat weet iemand uit Bremen nou van de sluipwegen hier?” Als het moet biedt zelfs het eigen erf nog een sluiproute, merkt ze lachend op. “Er staat een grenssteen in onze tuin.”
Kommiezenhutten
Aan de Vrijdijk bij Denekamp proef je nog een beetje hoe de grens vroeger werd bewaakt. De zandweg, ooit een strook niemandsland, werd als populaire smokkelroute gecontroleerd door kommiezen (douanebambten). Zij hadden er hun eigen schuilhutten, die ook dienst deden als uitkijkpost. Twee van die kommiezenhutten staan er langs de Vrijdijk, waarvan er een vorig jaar nog met vereende Duits-Nederlandse krachten is opgeknapt, nadat eerder de stichting Heemkunde Denekamp zich erover ontfermde.
Je oog valt eerder op drie informatiepanelen dan op de hut zelf, die alweer flink is begroeid. “Hé, wat leuk, een schuilhutje. Of is het een wc?”, roept een van de vier fietsers die halt houden vanwege de uitnodigende bank naast de hut, met uitzicht op natuurgebied Het Ezelsgoor. Een ander ziet het paneel met oude foto’s en zegt: “Kommiezen, dat was toch een soort politie?” Ze komen uit Nootdorp bij Den Haag, de echtparen Meewisse en Van Lamoen, maar ze hebben meteen beeld als ze lezen waar deze plek voor diende. “Dus dan werd je hier met je boter aangehouden.”
Verderop wandel je dwars door een scherp contrast (en voor menig Nederlandse boer een bron van frustratie): rechts van de weg wordt het heidelandschap van Natura 2000-gebied het Beuninger Achterveld gekoesterd, links steken aan Duitse zijde grote (pluim)veeschuren en voedersilo’s boven de mais uit. Aan de Holtweg is het echtpaar Nijhuis intussen omgeschakeld naar vleesvee en biologische leghennen. Voor de eieren rijden of fietsen ook Duitsers graag langs. “Ik heb niet gemerkt dat het er door corona veel minder waren”, vertelt Leo Nijhuis. Zelf was hij trouwe klant bij de teststraat in Denekamp om met testbewijs op zak over de grens z’n dingen te kunnen doen. Naar de technische groothandel in Nordhorn voor materiaal, z’n weides op Duits grondgebied maaien, de koeien daar in de gaten houden, mais kopen.
Dat de persoonlijke contacten wat minder werden, vindt hij jammer. “Onze buren hebben Duitse familie net over de grens en doordat je elkaar treft bij verjaardagen en andere gelegenheden hebben we die mensen in de loop der tijd goed leren kennen. In het plat gaat dat hartstikke leuk.”
Deze productie is mede mogelijk gemaakt door het Matchingfonds Freelance Journalisten.
Afbeeldingen in tekst:
Oude slagboom naast het kanaal Almelo-Nordhorn. Foto: Lenneke Lingmont
Astrid Meylof bij haar net geopende rustpunt naar Nederlandse snit. Foto: Ingrid Bosman
Lees meer:
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties