De grens is er niet en altijd, en nu nog een beetje meer
Serie: Wandelen langs de grens, etappe 2
Achtergrond - 12 augustus 2021
- Auteur:
Ingrid Bosman
Door de coronapandemie is de grens tussen Duitsland en Nederland ineens weer helemaal terug. Hoe beleven inwoners aan weerszijden dat? Journalist Ingrid Bosman nam de proef op de som in een serie wandelingen tussen Grasdorf (Nedersaksen) en Gronau (Noordrijn-Westfalen). Vandaag deel 2: over het plezier van rübergehen, bewakers in de bosjes en de grens als monument.
Uitstapjes mogen ze vanwege corona nog altijd niet maken, maar nu zijn ze toch maar mooi even de grens over. Inclusief het meisje dat door begeleidsters uit haar rolstoel wordt geholpen om via de glijbaan naar Nederlands grondgebied te roetsjen. Voor het groepje leerlingen van de Vechtetalschule voor speciaal onderwijs is de ‘grensontdekplek’ net buiten Nordhorn een handig alternatief voor een schoolreisje. “We hebben een stukje gewandeld en nu kunnen we hier spelen en picknicken”, vertelt Birgit Papke-Buse, een van de leerkrachten.
Het was raar om de afgelopen maanden de grens telkens weer te zien opdoemen, vertellen Papke-Buse en haar collega Jutta Baarlink. “Je voelt je op een bepaalde manier opgesloten.” Boodschappen doen, zomaar even bummeln, een paar dagen kamperen, “het was plotseling niet meer vanzelfsprekend.” Jutta: “Soms was je al bijna onderweg, voordat je je ineens realiseerde: ‘Oh nee, het kan helemaal niet’.” De communicatie over de regels had wel wat helderder gekund, vinden ze. Jutta: “Wat heb je nodig, hoe lang mag je blijven; het was niet altijd even duidelijk.” Birgit: “Je bespeurde soms ook een zekere onenigheid tussen de bestuurders aan beide kanten.” Ondertussen zijn ze blij dat Nederland vooralsnog weer binnen bereik ligt, inclusief koffie en snoep. “Vooral de drop hebben we gemist!”
‘Je mist je buren’
Sandra uit Nordhorn, aan de wandel met een vriendin, ging na de eerste schrik pragmatisch om met de beperkingen. Want ja, verklaart ze met ironie, wie kommt man sonst am Backfisch ran? Die is hier niet zo lekker en voordelig.” Ook de wandelingen aan de stadsrand, het Nederlandse bos in, werden snel in ere hersteld. Met een armzwaai: “Hoe zou je hier iemand kunnen besmetten?” Afgezien van die dagelijkse dingen was er een meer wezenlijk besef, zegt ze. Als bijna-veertiger kent ze nog het verschil tussen de tijd van slagbomen en paspoortcontroles en het onbekommerde verkeer sinds het verdwijnen van de binnengrenzen. “En nu mochten we ineens niet meer rübergehen, zoals ik dat nog steeds noem. Uit veiligheidsoogpunt een goed gevoel, maar tegelijk ook heel vreemd. Je mist je buren.”
“Het voelde een beetje alsof we weer terug gingen naar de jaren 70”, vat postbezorger Hartmut Hüer het aan de andere kant van Nordhorn samen. “Helemaal in de korte periode dat het verkeer in beide richtingen zo goed als onmogelijk was. Ik vond het wel ingewikkeld om te volgen soms. Niet zo gek, het was ook voor de autoriteiten allemaal nieuw. Ik geloof wel dat we ervan zullen leren, nog beter gaan samenwerken.” Zelf komt hij graag in het buurland, ‘Oldenzaal en Ootmarsum zijn leuke plaatsen om naartoe te fietsen’, en de Nederlanders zijn prettig in de omgang, vindt hij. “Ontspannen, niet zo verbeten als menig Duitser.”
Naast de deur en toch ver weg
Nog geen honderd meter verderop zeggen Lenie en Rudie Oosting uit Enschede precies hetzelfde, maar dan over de Duitsers. “De mensen en de sfeer zijn gemoedelijker, misschien ook doordat het hier minder druk is. Het personeel is over het algemeen correcter; bij ons word je vaak brutaler bejegend.” De Oostings hebben de auto geparkeerd aan de voet van een reusachtige rode stoel die als uithangbord dient voor het meubelwarenhuis dat hier is gevestigd. Ze hebben een schoenenkastje gekocht. Met mondkapje op, dat was weer even wennen. Hij: “Bij ons betaal je iets meer”. Zij: “Maar daar gaat het niet om. Het leuke is: Duitsland ligt voor ons vlak naast de deur, maar je hebt even het gevoel veel verder van huis te zijn.”
Bij de grensovergang Rammelbeek is de drukte als vanouds. Bij de viswinkel staat een rij tot op de stoep, de discount-drogist heeft nog mondkapjes in de aanbieding, de reclameborden van de kaaswinkel in het voormalige grenswisselkantoor prijzen in het Duits knoflookmosterd en boerenkaas met paprika aan. In de gebouwen zijn nog de contouren van de oude grensovergang te herkennen, maar de verrommeling heeft de overhand. Een paar winkelpanden staan leeg, in de schaduw van een verzameling reclameborden staat een grenspaal te verkommeren. De bloemenzee bij budgetbloemist Korero (‘altijd twee bossen voor 6 euro’) steekt er fleurig bij af.
Het wemelde van politie en douane
Eigenaar Ronald Koldemeule kan zijn geluk niet op nu de klanten weer toestromen. Hij denkt niet graag terug aan maart vorig jaar, toen hij in de eerste week van de lockdown voor 2000 euro bloemen kon weggooien en het op sommige momenten wemelde van politie- en douanemensen voor de deur. “Ze haalden alles en iedereen van de weg. Dan ga je hier geen bloemetje kopen”, zegt hij droog. “Op zeker moment mochten we wel buiten verkopen, maar de Duitsers bleven weg en dan mis je gauw 60 procent van de omzet.”
Moeite om de regels te doorgronden had Koldemeule naar eigen zeggen niet, en meebewegen was het parool. Kon hij niet via Duitsland van zijn tweede grenswinkel in De Lutte naar dit filiaal komen, dan nam hij de omweg voor lief. “Vroeg op pad gaan helpt ook, want voor negenen zijn die controleurs meestal niet onderweg”, maakt hij met een knipoog duidelijk dat de geest van de vroegere smokkelaars nog niet helemaal uit deze streek is verdwenen. Het gekke was, merkt hij op, dat in De Lutte de terugloop in klandizie aanzienlijk kleiner was. “Daar zag je meer Nederlanders uit Bad Bentheim en Gildehaus die voor hun werk de grens toch over moesten en dan meteen maar een bloemetje meenamen.”
De bloemist, zelf woonachtig in Denekamp, sloeg direct toe toen er vier jaar geleden een detailhandelsvergunning kwam op het pand, dat als onderdeel van de voormalige grensovergang een monumentale status heeft. “Een zeldzame kans”, zegt Koldemeule, die blij is dat de buren hem weer weten te vinden. “Ze uiten hun waardering eerder. Nederlanders hoor je alleen wanneer ze iets te klagen hebben.”
Lindenlaan markeert grensverloop
Op nog geen twee kilometer van het rumoer van Rammelbeek ontvouwt zich bij het kanaal Almelo-Nordhorn een landschap dat in alles het tegenovergestelde is. Hier is de grens monument geworden. Verstild, op het sprookjesachtige af. Een laan van oude linden markeert het grensverloop, de sluis en een houten douaneloods getuigen van de tijd dat deze waterweg nog werd bevaren. In het gerenoveerde inklaringskantoor houdt de gemeente Nordhorn nu ontvangsten, de sluis is sinds 1960 louter bezienswaardigheid en in het statige Zöllnerhaus – ooit woonstee van douanebeambten en hun gezinnen - biedt Marion Coenen de mogelijkheid tot overnachten.
De grens weer terug? Zo’n versimpeling van de realiteit is aan Coenen niet besteed. “Hij is er niet en hij is er altijd”, omschrijft ze haar bewustzijn van de grens. Die is door corona wel scherper aanwezig, erkent ze. Met alle onzekerheid en verwarring vandien. Nederlandse gasten waagden zich niet of mondjesmaat de grens over, al naar gelang de maatregelen, waardoor Coenen haar inkomsten flink zag dalen. En inderdaad: als Nederlandse in Duitsland viel ze door de mazen van elk coronavangnet. In plaats van reserveringen kwamen er de gekste telefoontjes. Van mensen die al googelend bij haar website waren uitgekomen en wilden weten of de grens open was. “Of Nederlanders uit de Randstad die vroegen of ze hier een familiepicknick konden houden. Alsof de regels niet gelden waar veel ruimte is.”
Net als bloemist Koldemeule is ook Marion Coenen de verhoogde controle-activiteit in het gebied niet ontgaan. Ze werd een keer aangehouden bij de grensovergang in de snelweg A1, maar ook bij de zogenoemde groene grenzen werd gecontroleerd op wat zij ontwijkers noemt. Coenen, met een lach: “Je zag weer busjes in de bosjes staan”. Veel last had ze er niet van. “Op een gegeven moment kennen ze je een beetje.” Sowieso ging ze zo pragmatisch mogelijk met de beperkingen om. “Ik vind het zeker geen onzin allemaal, maar het moet wel haalbaar zijn en dat is lastig wanneer de regels ongeveer per dag veranderen.”
Ongemak hoort bij de grens
Vijf jaar geleden kwam ze hier terecht, door serendipiteit zoals ze zelf zegt. Ze zocht niet maar vond, en dat die plek in het Duitse grensgebied lag was een bijkomstigheid. Vreemd was de situatie haar allesbehalve, want ze is aan de grens in Limburg geboren en getogen. “Ik weet niet anders dan dat de grens er is en soms voor ongemak zorgt.”
Vooral in administratieve zin is de grens nog altijd zeer aanwezig, volgens Coenen. “Er zijn niet voor niets hele infopunten opgetuigd om inwoners aan weerszijden bij te staan in zaken die, als puntje bij paaltje komt, knap ingewikkeld zijn. De grens is hier en daar nog altijd een dikke stippellijn waar je behoorlijk over kunt struikelen. En corona heeft het nog complexer gemaakt.” Klein voorbeeld: je rijbewijs verlengen is in Duitsland een curiosum waar de ambtenaren in Nordhorn ondertussen wel aan zijn gewend, maar toen het hare onlangs op zich liet wachten bleek bij navraag dat het allang klaar lag. Of ze het maar persoonlijk en op afspraak wilde afhalen. “Vervolgens kreeg ik een brief dat bezoek aan het gemeentehuis vanwege covid-19 zoveel mogelijk moet worden vermeden.”
Elkaar nog steeds vreemd
Goedbeschouwd zijn Nederland en Duitsland elkaar nog steeds wel vreemd, vindt Marion Coenen. Behalve historie en opvoeding speelt ook de taalbarrière daarin een rol, veronderstelt ze. “Zodra gasten doorhebben dat ze met mij Nederlands kunnen praten zie je een last van hun schouders vallen. Terwijl: het is de taal van je buurland! Ik merk het ook wanneer Nederlandse en Duitse buren hier plat met elkaar praten. Dat gaat veel makkelijker.”
Gelukkig is de nieuwsgierigheid over en weer groot, merkt ze ook aan haar gasten. Geen kwaad woord daarom over alle inspanningen voor een grenzenlozer samenleven. “Ik vind het goed, en soms snoezig. Bij de grensovergang staat een boog over de Rammelbeek die de Duitse en Nederlandse oever verbindt. Wat mij betreft een lelijk ding, maar het drukt de bereidheid uit om in elk geval niet met de rug naar elkaar toe te gaan staan. Dat is al heel wat.”
Deze productie is mede mogelijk gemaakt door het Matchingfonds Freelance Journalisten
Lees meer:
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties
Het meest trieste is dat de mensen in het artikel in de corona-hoax gloven. En met hoax bedoel ik niet dat het virus niet bestaat, maar dat het een heel gevaarlijk virus is. We worden voor de gek gehouden en uit elkaar gedreven.