Duitslandweb logo Duitslandweb

Een hond zonder grensbeleving
Serie: Wandelen langs de grens

Achtergrond - 20 augustus 2021 - Auteur: Ingrid Bosman

Door de coronapandemie is de grens tussen Duitsland en Nederland ineens weer helemaal terug. Hoe beleven inwoners aan weerszijden dat? Journalist Ingrid Bosman nam de proef op de som in een serie wandelingen tussen Grasdorf (Nedersaksen) en Gronau (Noordrijn-Westfalen). Vandaag deel 4: over bloementoerisme, de verschillende gezichten van de grens en een diplomatieke schooldirecteur.

Hoe klinkt de grens? Op deze ochtend naar gezellig geklets met een Limburgse tongval. Op hun fietstocht zijn twee stellen uit Maasbree op de ontdekplek gestuit die Grenzlauschen heet, waarbij je zelf mag bepalen of je dat doet in de betekenis van stiekem of aandachtig. Niet dat het uitmaakt: zelfs wanneer je er daadwerkelijk de ‘grammofoontoeter’ voor gebruikt hoor je hier in de regel hooguit de wind in de mais ruisen.

Carla en Ton Engels, Peter Weijs en Regien op de Laak hebben geen geforceerde aandacht nodig om grensgevoel op te roepen. “We wonen er zelf bijna tegenaan. Voor ons hoort de grens er gewoon bij.” Ze hebben nu niet bewust gekozen voor het grensgebied, maar het voelt wel vertrouwd. Peter Weijs: “We komen graag in Duitsland. We fietsen nu naar Bad Bentheim. En straks waren we al in Nordhorn.” Wel gek, vinden ze, ‘om weer een mondkapje op te moeten’.

Dat de grens periodes min of meer op slot ging voor wie er niet per se over hoefde, was een vreemde gewaarwording, zeggen ze. Carla Engels: “Helemaal toen de Duitsers nog wel naar ons mochten komen maar omgekeerd niet.” Een beetje zuur was dat wel, laat ze doorschemeren. “In Venlo liepen ze de deur plat.” Kwestie van grote verschillen in besmettingscijfers, reageert haar echtgenoot, onbedoeld onderstrepend dat zo’n situatie ook zomaar weer actueel kan worden. Van hun vieren heeft Peter Weijs, werkend voor een firma in Duitsland, nog de meeste hinder ondervonden, al is dat ook relatief zegt hij: “Elke zondag en woensdag testen. Gelukkig lag de testlocatie op de route. Normaal merk je er niks van dat het een Duits bedrijf is, maar door deze toestand voelde het ineens toch anders.”

Blöde Blumentouristen

Vanuit haar woning zou Karin Rott de Limburgers kunnen zien, ware het niet dat de ‘grensbeleving’ voor haar deur aan deze buurtbewoonster niet is besteed. De grens speelde geen rol, de rust des te meer toen de oud-lerares een kwart eeuw geleden in het voormalige ‘Zollhaus’ trok, dat in meer woningen is opgesplitst. “Ik was meteen verliefd op deze plek.” Doorgaand verkeer is er alleen van fietsers en wandelaars, “daarom werd hier vroeger veel gesmokkeld.”

Van de coronabeperkingen heeft ze nauwelijks iets gemerkt. “Ik kom zelden in Nederland. Voor boodschappen? De koffie is er absoluut voordeliger maar ik ben een theedrinker. En bij die blöde Blumentouristen wil ik niet horen. Er zijn over de grens mooie plekken waar je een leuke middag kunt doorbrengen, maar ik wacht wel tot alles voorbij is, ook al ben ik gevaccineerd.” Al schiet haar nog wel het noodzakelijke bezoek aan de Nederlandse dierenarts te binnen, met de kat. “Ik moet nog even informeren hoe dat nu in zijn werk gaat.”

Ze heeft aan een kant Nederlandse buren, die uitstekend Duits spreken en met wie ze op goede voet staat. “Dat moet ook wel, want we zijn op elkaar aangewezen.” Zoals dat eigenlijk ook voor het grensgebied in het groot geldt. Al kan niet elk initiatief aan gene zijde meteen op bijval rekenen, maakt Karin Rott duidelijk. “We hebben als buurtschap destijds geprotesteerd tegen de hervatting van de burgerluchtvaart op Twente Airport, omdat een aanvliegroute over dit gebied was gepland. Gelukkig ging het niet door.” Ze heeft de indruk dat de inwoners van het buurland van meet af aan losser omgaan met de coronabeperkingen. “Je zag het aan de Nederlandse jongeren die elkaar hier in het bos troffen. Van Duitsers wordt wel gezegd dat ze gehoorzamer zijn. Dat klopt wel. Daarom lukt het hier zo goed met de bestrijding.”

Duitse kwaliteit

Op de parkeerplaats van het bedrijf Flexxolutions in Gildehaus staan auto’s met Nederlandse en Duitse kentekens door elkaar. Hier worden duurzame producten in technisch textiel gemaakt, voor onder meer afdekking van silo’s, opslag van biogas en andere stoffen en materiaal voor desinfectie. Het hoofdkantoor van het bedrijf staat in Oldenzaal, de productie is sinds 2017 ondergebracht op deze locatie net over de grens. Toch is de coronaperiode voor het bedrijf relatief probleemloos verlopen, meldt directeur Martin Nieuwmeijer, nadat hij het onverwachte bezoek uit Nederland heeft verteld dat het mondkapje op de stoel af mag. “We houden ons hier aan de Duitse regels. Toen dat betekende dat de Nederlandse medewerkers twee keer per week moesten worden getest hebben we daar netjes voor gezorgd.” Controles? “Ik ga zelf dagelijks de grens over en ik ben nul keer aangehouden. Hetzelfde geldt voorzover ik weet voor de medewerkers.”

Over de helderheid van de regels geen klachten. “In Nederland kijk je naar het journaal of de persconferenties van Mark Rutte, hier moet je wat meer moeite doen om de maatregelen in beeld te krijgen, maar dan is het ook duidelijk.” Dat elk land zijn eigen aanpak heeft is nu eenmaal een voldongen feit, zoals Nieuwmeijer opmerkt, al had hij zelf een meer Europese benadering niet gek gevonden. “Bij veel dingen vraag ik me af waarom ze op Europees niveau moeten worden geregeld, terwijl uitgerekend nu iedereen het verschillend aanpakt.”

Voor de verplaatsing van de productie naar Duitsland gold destijds een belangrijker motief dan de aantrekkelijke grondprijs alleen, verklaart Nieuwmeijer. “Duitsland is voor ons een belangrijke markt. Bij meer dan de helft van de 500 projecten die we jaarlijks uitvoeren is de opdrachtgever Duits. Op onze producten staat nu ‘made in Germany’. Dat vinden Duitsers belangrijk. Het geldt nog altijd als een kwaliteitskeurmerk.”

Bier en sigaretten

In de shop van het wegrestaurant bij de grensovergang De Lutte aan de snelweg A1 staan de blikken Krombach en Grolsch in torens naast elkaar. Een trucker komt naar buiten met een tray bier en een bus Pringles, een collega heeft een paar sloffen sigaretten afgerekend. In het restaurantgedeelte staan de stoelen en tafels nog steeds opgestapeld in een hoek, een paar statafels mogen alleen worden gebruikt om formulieren in te vullen. De bedrijfsleider wil geen vragen beantwoorden.

Verderop op het terrein tonen twee douaniers zich spraakzamer, mits ze anoniem mogen blijven. In donkerblauw uniform, naar nieuw ontwerp van Mart Visser, houden ze buiten bij het douanekantoor een (rook)pauze. Nee, zeggen ze, afgezien van de eerste dagen van de eerste lockdown – ‘Toen iedereen nog z’n weg moest vinden’ - heeft corona geen groot stempel gedrukt op hun werk. De grensovergang uitgestorven, zoals regionale media berichtten? “De marechaussee gaat over het personenverkeer, wij over de goederen. En die transporten gingen gewoon door.” Duitsers die massaal de grens meden? “Dit is voor ons geen grens meer”, doceren ze. “Wij controleren goederen die Europa binnenkomen. Bijvoorbeeld: wanneer een Russische chauffeur zich hier meldt controleren we de vracht en de documenten om ze tot Europees goed te kunnen verklaren.”

Natuurlijk, erkent de een, bestaan er voor accijnsgoederen zoals sigaretten en alcohol nog steeds binnengrenzen, met per lidstaat verschillende regels. Goed dan: waren en zijn de controles daarop door corona intensiever? “Daar doen we geen uitspraken over”, reageren ze eenstemmig. Kwamen er niet veel vragen binnen over coronamaatregelen? “Zeker, maar voor de antwoorden was de site van de rijksoverheid de beste plek.”

Een anekdote valt er qua corona en grens nog wel te delen. Over de hond die op een zaterdagavond door een chauffeur werd binnengebracht bij het loket dat de douane hier zes dagen per week bemant. “Het dier zwierf over de parkeerplaats. We hebben het telefoonnummer in z’n halsband gebeld en hij bleek van een Duitse familie hier vlakbij.” De bazin mocht eigenlijk de deur niet meer uit vanwege de avondklok die toen in Nedersaksen gold, “maar voor ons liep het tegen sluitingstijd en de hond kon hier niet blijven.” Gelukkig voor de vrouw gaan douaniers niet over een avondklok. “Ze heeft het erop gewaagd en ‘m op de fiets opgehaald.”

Liever Nederlands dan Frans of Latijn

Klooster Bardel en missiegymnasium St. Antonius. Afb: Lenneke LingmontVia de oude grensovergang De Poppe - ooit een drukke doorlaatpost maar nu rustiek woonoord – bereik je in Duitsland ter hoogte van Losser het franciscanerklooster Bardel en het missiegymnasium St. Antonius. Vanaf 1922 werden hier aspirant-missionarissen klaargestoomd voor hun taak in Brazilië. Het klooster is nog altijd in gebruik, maar de meeste bedrijvigheid komt van de school, als International College of Science and the Arts. Met 760 leerlingen uit de wijde omtrek, wat het eigen busstation naast het royale complex verklaart. Van hen komen er zegge en schrijve twee uit Nederland. Dat wil zeggen van oorsprong, want ze wonen in het naburige Gildehaus, vertelt schoolleider Christoph Grunewald die toevallig net arriveert voor een afscheidsceremonie.

Met zo’n dichtbevolkt Nederlands achterland en zoveel initiatieven om ook in het onderwijs grenzen te slechten wekt dat verbazing. Grunewald, met een beminnelijke lach: “Ach, dat onderwerp zou op zich een interview waard zijn.” Nu houdt hij het er kortheidshalve en diplomatiek op ‘dat Nederlandse ouders zich bij een gymnasium iets anders voorstellen’. Wat we mogen begrijpen als: de eisen die hier aan de leerlingen worden gesteld beantwoorden niet aan de hogere Nederlandse verwachtingen. “De schoolsystemen sluiten niet op elkaar aan”, aldus Grunewald. Het Nederlandse onderwijs is bovendien veel verder in digitalisering, “helemaal sinds de coronatijd.” De Duitsers zijn nu eenmaal beduchter voor hun privacy, maar het is ook een kwestie van visie, merkt de schoolleider op. Wederom behoedzaam: “Bepaalde analoge onderwijsvormen hebben wat mij betreft zeker nog bestaansrecht.”

De coronaperiode is ook hier tot nu toe zonder al te grote problemen verlopen, verklaart hij. Al hadden die twee Nederlandse scholieren het wel zwaar met de in hun ogen strenge Duitse maatregelen. “Volgens mij was er niet zoveel verschil, maar dat beleefden zij toch anders.” Geen misverstand: de school draagt het buurland een warm hart toe. Niet voor niets is Nederlands een van de vreemde talen die hier worden onderwezen, en als zodanig populairder dan Latijn en Frans. “We bieden het aan uit het oogpunt van Nachbarschaft. Dat willen we ook onder de jonge mensen hier graag stimuleren.”

Deze productie is mede mogelijk gemaakt door het Matchingfonds Freelance Journalisten.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer:

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.


Lees meer

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.


Lees meer

Overvloed en onbehagen

Overvloed en onbehagen

Merlijn Schoonenboom verbaast zich in Amsterdam over twintigers op prijzige designer e-bikes. In Berlijn ziet hij veel meer sjofelheid. Een groot verschil in de omgang met luxe.


Lees meer

Nederlandse en Duitse studenten zingen samen

Nederlandse en Duitse studenten zingen samen

Een gelegenheidskoor van driehonderd musici uit Keulen en Utrecht treedt in beide Domsteden op met werken van Brahms en Strauss.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger