‘Een dossier wordt gemaakt om je te beschuldigen’
Debat over omgang met archieven geheime diensten

Achtergrond - 8 april 2010

“Shitty work”, noemt vertaler Jan Willem Bos zijn Securitate-dossier. De Roemeense geheime dienst slaagde er niet één keer in zijn naam goed te spellen en liet de telefoon van de Nederlandse ambassade afluisteren door een medewerker die geen Nederlands verstond. Voor DDR-dissidente Bärbel Bohley maakt het niet uit of haar dossier klopt. De wetenschap dat de Stasi haar kon breken was angstaanjagend genoeg.

‘Een dossier wordt gemaakt om je te beschuldigen’
© dpa/picture-alliance
De communistische geheime diensten legden enorme archieven met informatie over burgers aan.

De omgang met archieven van geheime diensten in het voormalige Oostblok stond gisteren centraal tijdens een debat in Den Haag, georganiseerd door het Goethe Institut en het Tsjechisch Centrum. Te gast waren drie ervaringsdeskundigen met dossiers in de DDR, Roemenië en Tsjechië. In deze drie landen leidde de opening van archieven tot schandalen. Spionnen werden ontmaskerd, vaak ook onder vrienden en familie.

 

Volgens één van de gasten, historicus Oldřich Tůma, wordt in het debat over het communistische verleden te veel nadruk gelegd op de geheime diensten. “Voor een historicus is dat een te beperkt uitgangspunt.” Bärbel Bohley, kunstenares en vooraanstaand dissidente in de DDR, is het daarmee eens. In haar ogen was de DDR meer dan alleen de Stasi. “De waarheid is veel complexer dan de dossiers. Mijn voornaamste doel als dissidente was niet de opening van de archieven maar de verandering van de DDR.” Dat Duitsland zich na de eenwording zoveel met de Stasi bezighield was voor haar reden om naar Bosnië te vertrekken.

 

Een meter papier

Tijdens het debat was er veel aandacht voor de manier waarop de panelleden met de informatie uit hun eigen dossier omgingen. Bohley las een deel van haar dossier maar verloor haar nieuwsgierigheid. Het complete dossier besloeg op zijn minst een meter papier. “De dossiers zijn niet geschreven om te laten zien dat je aardig was en dus met rust kon worden gelaten. Een dossier wordt aangelegd om je te beschuldigen.”

 

Jan Willem Bos woonde als vertaler van Roemeense literatuur in de jaren tachtig in Boekarest. De Securitate dacht dat hij spioneerde voor de Nederlandse overheid. Zijn dossier bevatte geen grote verrassingen, het verschafte vooral inzicht in de manier waarop de Securitate werkte. Een officier wilde gewoon een rapport op zijn bureau, zijn ondergeschikten schreven dan maar iets op, concludeerde Jan Willem Bos. “De kracht van de Securitate was mensen laten geloven dat de dienst almachtig was. Maar in werkelijkheid hadden ze niet genoeg mankracht om alle post te lezen.”

 

De frustratie over het feit dat veel oud-medewerkers van de Stasi nog steeds hoge posten bekleden maakt de activiste in Bohley wakker. Volgens haar blijven de oude netwerken van Stasi-medewerkers gewoon bestaan. Ook waarschuwt ze dat de moderne samenleving moet waken voor de menselijke drang naar controle. “We moeten ons wapenen tegen bewaking. Ik ben niet bang voor terroristen, daar zijn er maar weinig van. Ik ben bang voor het vele beveiligingspersoneel.”

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger