Het functioneren van een dictatuur
Beheerder Stasi-archieven Birthler pleit voor meer openheid
Achtergrond - 28 april 2009
Nee, het Stasi-archief in Berlijn mag onder geen beding worden gesloten. En ja, de namen van alle voormalige informanten moeten openbaar kunnen worden gemaakt. “Verraad moet een gezicht hebben”, zegt Marianne Birthler (61), de voormalige dissidente die de archieven van de Oost-Duitse veiligheidsdienst beheert.
Een wandeling vorige week donderdag langs de Amsterdamse grachten deed haar goed, maar de uitspraak van een rechtbank in München monterde haar humeur nog meer op. De voormalige Stasi-informant, ofwel Inoffizieller Mitarbeiter (IM), ‘Schubert’ mag van de Beierse rechter bij naam worden genoemd. Een Oost-Duitse burgerrechtenactivist wilde zijn identiteit, functie en beeltenis op internet publiceren, maar werd terstond voor de rechter gedaagd. ‘Schubert’ wilde anoniem blijven.
Het lijkt een trend de laatste jaren. Voormalige IM’s en Stasi-medewerkers kijken niet meer lijdzaam toe hoe twintig jaar na de val van de Muur hun naam in verband wordt gebracht met de gevreesde Oost-Duitse veiligheidsdienst. In de meeste gevallen ontkennen zij hun schuld niet. Ze willen vooral met rust worden gelaten en dwingen dat desnoods bij de rechter af.
Spookstaat DDR
Dreigen met processen lijkt effect te sorteren. Steeds meer journalisten, schrijvers en wetenschappers zien af van het noemen van namen, uit angst voor een proces. In het slechtste geval kan een complete oplage worden teruggetrokken, waardoor auteurs met afkortingen het zekere voor het onzekere nemen. “Een slechte zaak”, aldus Birthler. “Als alleen wordt gesproken van IM X. of Major Y., reduceer je de DDR tot een spookstaat zonder menselijke dimensie. Dit komt de geschiedschrijving niet ten goede.”
Birthler benadrukt dat iedereen het recht heeft juridische stappen te ondernemen. “Maar het is op z’n minst opvallend dat juist zij gebruik maken van de verworvenheden van een rechtstaat”, merkt zij minzaam op. “Zij werkten voor een legaal ministerie in de DDR. Dat de Stasi zelf zo geheimzinnig deed over haar werkzaamheden, wil niet zeggen dat het voor ons verborgen moet blijven."
Bijna 160 kilometer aan Stasi-archieven zijn sinds 1991 in het beheer van de Bundesbeauftragte für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (BStU). Een groot deel van de 17 miljoen zielen tellende DDR wordt wel ergens in de dossiers genoemd. Sinds 1991 zijn 2,5 miljoen verzoeken tot inzage in de persoonlijke dossiers ingewilligd.
“Dit is het leeuwendeel van ons werk”, legt Birthler uit. “Mensen kunnen bij ons hun dossier opvragen, met desgewenst de identiteit van hun IM. Het is een goede zaak dat de slachtoffers van de Stasi dit recht hebben. Verraad moet een gezicht hebben om het inzichtelijk te maken.”
Heksenjacht
Maar dat de identiteit van de daders zou worden vrijgegeven, was niet vanzelfsprekend. In 1991 stemde de Bondsdag in met speciale wetgeving voor de dossiers, die openheid en bescherming van persoonsgegevens met elkaar verbindt. Zo hebben bijvoorbeeld journalisten beperkt toegang tot de dossiers, terwijl aanslachtoffers wel openheid wordt geboden. “Een moedig besluit”, aldus Birthler. “Men was doodsbang dat de opening van de archieven zou leiden tot een massale heksenjacht op voormalige IM’s of Stasi-medewerkers. Niets van dit alles is gebeurd.”
Ruim 500 duizend concrete namen heeft de BStU vrijgegeven. Birthler heeft nooit gevreesd dat Stasi-slachtoffers het recht in eigen hand zouden nemen. “En het is ook gebleken dat deze mensen zeer verstandig met de informatie uit hun dossiers zijn omgegaan."
Dissidentenbeweging
In 2000 volgde de in Oost-Berlijn geboren Birthler de Oost-Duitse dominee Joachim Gauck op als hoofdverantwoordelijke voor het Stasi-archief. Zij maakte halverwege de jaren tachtig naam binnen de Oost-Duitse dissidentenbeweging. Na de hereniging in 1990 werd zij minister van Onderwijs en Jeugd in de Brandenburgse regering. Twee jaar later stapte ze op, nadat bleek dat minister-president Manfred Stolpe als IM werkzaam is geweest.
Mede door haar Oost-Duitse achtergrond en haar dissidentenverleden, was Birthler een logische opvolger van Gauck. “Ik ben nooit een kind van de DDR geweest”, vertelt ze. “Ook mijn ouders hadden niets op met het communisme.”
Toch is het regime van de SED veertig jaar lang realiteit geweest. De Stasi-dossiers zijn niet alleen van belang voor de persoonlijke geschiedenissen, maar ook voor de nalatenschap van de DDR.
Volgens Birthler is het onderzoek naar de DDR nog lang niet ten einde. Ze wil vooral meer duidelijkheid over de relatie tussen de SED en de Stasi. Daarnaast bestudeert haar instelling de samenwerking van de Stasi met andere veiligheidsdiensten uit het voormalige Oostblok, zoals de Roemeense Securitate.
De laatste tijd komen steeds meer feiten boven tafel nu veel voormalige socialistische broederstaten de archieven langzaam maar zeker vrijgeven. Het heeft tot diep in de jaren negentig geduurd voordat de kluisdeuren op een kier werden gezet.
De toetreding tot de Europese Unie van landen als Polen, Roemenië en Tsjechië heeft deze ontwikkeling in een stroomversnelling gebracht. “Deze landen ontdekken dat gesloten archieven potentieel gevaarlijker zijn dan geopende”, aldus Birthler. “Zolang mensen geen duidelijkheid krijgen over hun verleden, blijft de onrust bestaan. Ze zijn in dat geval weerloos voor onterechte verdachtmakingen en geschiedvervalsing door de vroegere machthebbers.”
Netwerk
Sinds december bouwt Birthler een netwerk op met zusterarchieven in zeven ex-communistische landen. “De DDR was het eerste land uit het Oostblok dat de archieven van hun veiligheidsdienst openstelde”, aldus Birthler. “Wij weten hoe groot de tegenstand en de onwil kan zijn. Met onze ervaring hopen wij de nog jonge zusterinstellingen een eindje op weg te helpen.”
Ondanks het pionierswerk van de BStU, staat het voortbestaan van de instelling in de huidige vorm in Duitsland wel ter discussie. Al jaren gaan stemmen op het archief op te splitsen, waarbij het grootste gedeelte zou verhuizen naar het federale archief in Koblenz.
Birthler is altijd een fel tegenstander van deze plannen geweest. In Koblenz geldt een andere regelgeving, waardoor veel dossiers moeilijker toegankelijk worden. Belangrijker is de boodschap die met de sluiting van het Stasi-archief zou worden gegeven.
Als de dossiers in de kluizen in Koblenz belanden, wordt impliciet een streep getrokken onder dit donkere hoofdstuk in de Oost-Duitse geschiedenis. “Het Stasi-archief heeft ook een symbolische waarde”, aldus Birthler. “Het verleden is geen vijand die je moet bestrijden door het diep in een kluis te verstoppen. Wij moeten weten hoe de dictatuur in al zijn facetten functioneerde. Dan kunnen we onze democratie beter op waarde schatten.”
Sander van der Ploeg is redacteur van het Duitslandweb
Afbeeldingen:
DIA
derteaser / lemim82, flickr.com
Reacties
Geen reacties aanwezig