Troost zoeken in de herinnering
Het Duitse voetbal vóór het komende EK
Achtergrond - 1 juli 2004
Tegen Malta kan het Duitse elftal het tenminste nog. Afgelopen week hebben Rudi's reuzen met 7:0 van de voetbaldwerg gewonnen. Dat was de laatste tijd toch wel anders. Onlangs nog verloor het Duitse nationale elftal rond Oliver Kahn & Co. een oefeninterland met 1:5 van Roemenië.
Die nederlaag deed de Duitse fans zo kort voor het EK in Portugal niets goeds vermoeden. Volgens een enquete gelooft nog steeds één op de twee Duitsers, dat hun nationale elftal de voorrondes van het EK niet zal doorstaan. Tsjechië en Nederland zijn de favorieten voor de overwinning in poule D - hun eigen land zien veel Duitse voetbalfans al vroeg van het toernooi afscheid nemen: "Schade Deutschland, alles ist vorbei…"
Alleen de herinnering biedt dus nog troost. Die staat af en toe op een eigenaardige manier in het geheugen gegrift. Waar de WK-finale van 1974, die in Nederland nog altijd onderwerp is van discussie, is men in Duitsland meer gelaten over de zaak. De winnende treffer van de Duitse spits Gerd Müller is namelijk niet als beslissende doelpunt in het geschiedenisboek van het Duitse voetbal gegaan. Dat schoot een andere Duitser in 1974: Jürgen Sparwasser.
Diens shirt was niet zwart-wit en er prijkte ook geen bondsadelaar op. Sparwassers shirt was arbeidersblauw en op zijn borst schitterde de hamer en passer, in een krans van aren. Sparwasser was international van de DDR. Hij zorgde op een regenachtige 22 juni 1974 in het Hamburger Volksparkstadion voor het belangrijkste doelpunt uit de Oost-Duitse sportgeschiedenis. De socialistische DDR won met 1:0 van de kapitalistische BRD. Klassenstrijd op het veld! Een eeuwige triomf, die tot vandaag aan het West-Duitse gemoed knaagt. Want de DDR is een van de weinige landen tegen wie de West-Duitse nationale selectie een negatieve interland-statistiek heeft. Er was alleen die ene wedstrijd - en de West-Duitsers zullen de geschiedenis op dit punt nooit meer kunnen herstellen!
Nederlandse Duitser
Net zo min als de Nederlanders de uitslag van de WK-finale van München kunnen herstellen. Ook als hobby-historici nu vlijtig materiaal verzamelt - niet alleen over Hölzenbein en diens strafschop, maar ook over Rainer Bonhof, die naar het heet in 1974 helemaal niet voor Duitsland had mogen uitkomen. De vroegere ster van Borussia Mönchengladbach groeide op in Emmerich aan de Nederrijn. Als zoon van Nederlandse ouders. "Ik bezat het mooie zwarte Nederlandse paspoort", herinnert Bonhof zich. Dat had hij ook nog, toen hij in 1969 zijn eerste junioreninterland voor Duitsland speelde - uitgerekend tegen Nederland.
De wedstrijd eindigde in 1:1. Bonhof maakte de Duitse treffer. Uitgerekend hij, de jongen met de mooie Nederlandse pas. Verschillende mensen wilden daarom vervolgens alsnog, dat hij zou worden uitgesloten voor West-Duitse interlands. Bonhof ruilde vervolgens snel zijn paspoort om. In het voorjaar van 1970 werd hij genaturaliseerd - en zijn ouders direct met hem. Hij startte een interlandcarrière in Duitsland. Uitgerekend het Sparwasser-doelpunt bracht hem tijdens het WK van 1974 in de basiself - en bespaarde het Duitse nationale elftal in de tussenronde de sterke Nederlanders. Na de pijnlijke nederlaag tegen de DDR gooide bondscoach Helmut Schön de complete Mannschaft om. Voortaan speelde Bonhof. Hij gaf in de finale van het WK vervolgens de beslissende pass op Gerd Müller.
Bonhof zegt tegenwoordig over het strafschop-debat: "De Nederlanders komen gewoon niet over het trauma van hun nederlaag heen." Hij zegt dat zonder leedvermaak. Want was zijn grootvader in 1952 niet verliefd geworden op een Duitse en had hij zijn heimat niet in de richting van Emmerich verlegd, wie weet, welk shirt Bonhof in 1974 dan gedragen had.
In ieder geval is Bonhof, de Duitse Nederlander, of Nederlandse Duitser, ondertussen Duitse Schot geworden. Hij werkt samen met Berti Vogts, de meest Duitse van alle werkende voetballers, voor de Schotse voetbalbond. Het WK 1974 betekende voor Bonhof een mooi succes. Maar bijzondere jubileumsvieringen zullen er deze zomer niet komen. "Ik zou niet weten waarom", zegt Bonhof. Daaruit spreekt allerminst een slecht geweten ten aanzien van de Schwalbe van Hölzenbein. In Duitsland houden de fans met het oog op het troosteloze heden vooral één moment in herinnering: de eerste Duitse overwinning van de titel, vijftig jaar geleden, tijdens het WK van 1954 in Zwitserland.
Stichtingsmythe
In Duitsland wordt dit succes 'het wonder van Bern' genoemd. Onder deze titel heeft regisseur Sönke Wortmann, precies op tijd voor het vijftigste jubileum, ook een film in de bioscopen gebracht, die in Duitsland tot nu toe al ruim drie miljoen mensen hebben gezien. De overwinning had iets miraculeus - niet alleen omdat outsider Duitsland het al 32 wedstrijden ongeslagen team uit Hongarije bedwong, maar ook omdat ze het eerste grote sportieve succes van Duitsland was sinds de Tweede Wereldoorlog. "Dat was enorm belangrijk voor het gevoel van eigenwaarde van de Duitsers", legt Rainer Bonhof uit.
Bonhof moet het kunnen weten. Hij was toentertijd twee jaar oud, maar uit zijn woorden spreekt de bewondering voor een sportief succes. Iedereen kent het radiocommentaar van reporter Herbert Zimmermann: "Voorbij. Voorbij. De wedstrijd is voorbij. Duitsland is wereldkampioen." Zo speelt het WK-succes een heel bijzondere rol in het collectieve geheugen van de Duiters. Historicus Joachim Fest spreekt van de "eigenlijke stichtingsmythe van de Bondsrepubliek". Oud-bondskanselier Helmut Kohl bevestigde ooit tegen Fritz Walter, de aanvoerder van het elftal uit 1954: "Zij hebben meegeschreven zichtbaar aan de Duitse geschiedenis."
Het WK-stadion in Fritz Walters thuisstad Kaiserslautern draagt tegenwoordig zijn naam. Het is een stenen herinnering aan één van de beste Duitse voetballers. Aan zijn medespelers herinnert evenwel maar weinig - ondanks de bekende bioscoopfilm. Het succes maakte niettemin helden van de wereldkampioenen. Maar meer dan één van hen is onder deze heldenlast ook bezweken. Helmut Rahn bijvoorbeeld, de schutter van de 3:2 overwinningstreffer, moest later door bondscoach Sepp Herberger uit de gevangenis worden gehaald, nadat hij dronken achter het stuur had gezeten. Rahn leidde daarna een volledig teruggetrokken leven en stierf afgelopen jaar in Essen. Linkerverdediger Werner Kohlmeyer verliet na de scheiding van zijn vrouw stilletjes zijn thuisstadt Kaiserslautern - midden in de nacht, zonder één woord van afscheid. Hij ging in de bouw werken en leefde op straat. Later vond hij onderdak in de sociale woningbouw en kreeg hij een aanstelling bij een lokale krant in Mainz als portier. Over zijn leven na het WK-succes heeft hij eens gezegd: "Alles, wat daarna gebeurde, is een enkel verloren weekend geweest."
Kohlmeyer stierf overigens in maart 1974 aan een hartinfarct, enkele maanden voor het WK in Duitsland. Kort voor zijn dood vertelde hij een tv-reporter over een pijnlijke nederlaag. Hij had bij de Duitse voetbalbond kaarten voor een interland van Duitsland aangevraagd. De bond stuurde hem een minachtende afwijzing - door middel van een standaardbrief. Zo snel was zijn roem verbleekt.
Over het privé-lot van de helden van Bern wordt in Duitsland tot op de dag van vandaag overigens niet graag gepraat. Al die menselijke zwakheden passen niet in de collectieve heldenmythe.
Peter Riesbeck (1968) is journalist van de Berliner Zeitung. Fritz Walter heeft hij persoonlijk nooit zien spelen, maar hij groeide op in de buurt van Kaiserslautern, waar ze ook na Walters dood in 2002 blijven opgeven over diens voetbalkunsten.
Reacties
Geen reacties aanwezig