Duitslandweb logo Duitslandweb

Hoe Duitsland ons grote voorbeeld werd
Opinie

Achtergrond - 24 september 2013

In twintig jaar is ons beeld van Duitsland compleet omgeslagen. Maar Nederland is zelf ook ingrijpend veranderd, betoogt Hanco Jürgens van het Duitsland Instituut Amsterdam.

Hoe Duitsland ons grote voorbeeld werd
© dpa/picture-alliance

Steeds vaker lees je positieve berichten over Duitsland in Nederlandse kranten. Of het nu gaat om het duurzame energiebeleid, de maakindustrie, het duale onderwijs, de flexibilisering van de arbeidsmarkt, de koersvaste Europapolitiek, ja zelfs om de euroscepsis van sommige economen, Duitsland dient als model voor Nederland.

"Iedereen houdt van machtige Duitsers", was de kop van een column van Max Pam in de Volkskrant, na de Champions League-finale tussen twee Duitse teams. "Frau Merkel, hilfe!" was de kop van een stuk van Piet Borst in NRC Handelsblad over het Duitse innovatiebeleid, dat veel constanter en royaler is dan in Nederland. Zowel Pam als Borst verwijst in zijn stuk nog wel naar de oorlog, maar de teneur van de artikelen is positief.

Ik ben woedend

Dat is in columnistenland wel eens anders geweest. In 1993 organiseerde de KRO nog de succesvolle, maar ietwat misplaatste briefkaartenactie 'Ik ben woedend', naar aanleiding van een racistische aanslag in Solingen. 1,2 miljoen Nederlandse handtekeningen werden bezorgd bij het Bundeskanzleramt in Bonn. Alsof de Duitsers zelf niet woedend waren over deze brute terreuraanslag.

Maar die debatten, als ook de duizenden demonstranten die met kaarsen tegen deze misdaden hadden gedemonstreerd, gingen aan Nederland voorbij. Dat zegt veel over de heersende perceptie van Duitsland in die jaren. Alsof Nederland bijna vijftig jaar na de oorlog een belangrijke taak had om Duitsland bij de les te houden. Niet helemaal ten onrechte merkte oud-ambassadeur Van Walsum toen op dat het in tal van Nederlandse kringen bon ton was om een beetje anti-Duits te zijn.

Val van de Muur

Commentatoren zijn het erover eens dat de Nederlands-Duitse relatie inmiddels verbeterd is. Maar de oorzaak blijft in hun analyses vaak ongewis. Inderdaad, de Duitse economie doet het beter dan de onze, waardoor Nederlandse politici zich afvragen waar het bij ons fout is gegaan: de huizenbubbel, het bankentoezicht of toch de arbeidsmarkt? Om het kantelende beeld te verklaren schieten de economische indices tekort.

Een deel van de verklaring zit ook in de wetenschap dat de kritische houding van veel Nederlanders begin jaren negentig nog te maken had met de angst voor nieuwe machtsverhoudingen na de val van de Muur. Dit historische moment in de geschiedenis werd ook in Nederland met enthousiasme begroet, maar de erop volgende hereniging werd door menigeen met een zekere argwaan bekeken. Tijdens een diner met regeringsleiders, vlak na de Wende, had premier Lubbers nog gezegd dat er gevaren schuilen in het praten over zelfbeschikking en dat het maar beter was om niet te praten over één Duits volk. De uitspraak wekte grote ergernis bij Helmut Kohl.

Diplomatieke misverstanden

De argwaan in Nederland werd bovendien gevoed door diplomatieke misverstanden over de erkenning van Slovenië en Kroatië en in de aanloop naar het Verdrag van Maastricht. Nadat het Nederlandse voorstel voor meer macht van het Europees Parlement en de Commissie in de Europese Raad was afgestemd, zei minister Van den Broek: “We zijn afgegaan als een gieter”.

Deze afgang, bekend geworden als Zwarte Maandag, kwam vooral door misrekening van de Duitse positie. Hoewel er sindsdien nauwelijks meer diplomatieke misverstanden boven tafel kwamen, was er, zoals de Duitse historicus Horst Lademacher het omschreef, bij de Nederlandse bevolking een zeker onbehagen onder het verder rimpelloze oppervlak, dat plotseling kon opduiken.

Een andere oorzaak voor dit onbehagen was dat de Tweede Wereldoorlog bij menigeen nog als een steen op de maag lag. Zo speelt de wisseling van generaties zeker ook een rol bij het snel veranderende Duitslandbeeld. Het is een beetje potsierlijk om kleinkinderen en achterkleinkinderen van Duitse nazi’s de schuld van de oorlog in de schoenen te schuiven.

Ordnung muss sein

Maar de belangrijkste reden voor de kanteling van het Duitslandbeeld moeten we zoeken bij onszelf. De Nederlandse samenleving is in de afgelopen decennia sterk veranderd. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw fungeerde Duitsland nog als een tegenbeeld van dat Nederlandse zelfbeeld. In Nederland was er een zekere trots op de eigen vrijzinnigheid, die een lange voorgeschiedenis kent. Bovendien bevestigde het Nederlandse gedoogbeleid in binnen- en buitenland een beeld van een menslievend, luchtig en frivool land, met oog voor de noden in de samenleving.

Duitsland werd in de jaren negentig juist gezien als het humorloze land van orde en gezag. Van 'Ordnung muss sein'. Veel kennis van Duitsland, van beroepsverboden voor sympathisanten van de Rote Armee Fraktion tot aan het eerste contact over de grens met de treinconducteur, werden zo in een mal gegoten van disciplinering en gezag.

Vertwijfeld land 

Maar reeds in de jaren negentig kwamen in Nederland de vrijzinnige ideeën over orde en gezag ter discussie te staan. Het politieke klimaat in Nederland is sterk veranderd van een progressief-liberaal land, met een geheel eigen gedoogcultuur, naar een vertwijfeld land, dat op zoek moest naar een nieuwe plaats in de wereld, waarin orde en gezag op een moderne manier vorm krijgen. De debatten over het Nederlandse Duitslandbeeld in de jaren 1992-1996 vormen een belangrijke aanloop tot deze veranderingen.

De opmerkelijke bespiegelingen in de Nederlandse pers rondom de grote voetbalwedstrijden leidden tot vragen over waar de negatieve emoties van de Nederlanders vandaan kwamen. Was de afkeer van Duitsland een Nederlandse variant van vreemdelingenhaat? Ging het om het calimerocomplex van een klein land dat opzag tegen een grote buur, of ging het om een collectief onverwerkt oorlogsverleden? Er werden vraagtekens gezet bij het tevreden zelfbeeld van progressief Nederland.

Crisis van de elite

Commentatoren leggen de oorzaak van deze verandering vaak bij de elite, die te weinig haar oor te luister zou hebben gelegd bij de man in de straat. In plaats van een crisis van de elite, zoek ik de oorzaak eerder bij een moeizame inpassing van een klein land in een nieuwe wereldorde. De vraag waar wij nu staan in deze orde is steeds actueler geworden.

Nederland lijkt maar moeilijk te kunnen wennen aan de nieuwe positie in de internationale arena. In de jaren negentig was het nog geen gek idee om Nederland als gidsland te zien, of als kleinste onder de grote landen. Om dat beeld in stand te houden, moesten we wel tegen onze grote buur opboksen. Inmiddels weten we dat we een van de 28 EU-lidstaten zijn, die alleen door aansluiting bij de groten invloed kunnen uitoefenen. Dat geldt vooral voor de Nederlandse invloed in de EU.

De kabinetten-Kok, -Balkenende en -Rutte waren bij aantreden trans-Atlantisch georiënteerd, maar maakten alle tijdens de rit een wending richting het continent. In de nieuwe Europese orde is Duitsland de belangrijkste bondgenoot die voor Nederland de hete kolen uit het vuur haalt. Eind jaren negentig dachten veel Nederlanders nog dat het poldermodel gemakkelijk geëxporteerd kon worden naar Europa. Inmiddels worstelen we met Europese modellen die Nederland door de EU worden opgelegd, nota bene met onze eigen instemming.

Voer voor vergelijkingen

Zo werd Duitsland in plaats van tegenbeeld evenbeeld. Het land biedt voer voor vergelijkingen op allerlei maatschappelijke terreinen, van sociale verhoudingen, economische conjunctuur tot euroscepsis. Tegenover de politieke onrust in Den Haag is Duitsland een toonbeeld van rust en stabiliteit.

Parallel met het besef van een nieuwe plaats van Nederland in Europa ontstond ook een ander beeld van onze eigen geschiedenis. Het traditionele denken in goed en fout maakte plaats voor een genuanceerd beeld van de Nederlanders in oorlogstijd, die zich aanpasten aan de benarde situatie en meewerkten met de bezetter zonder per se achter diens ideeën te staan. Zelfkritiek was op zijn plaats. En die kwam er, of het nu gaat om de multiculturele samenleving, de bankencrisis, het EU-beleid, of bonussen.

Juist in dit klimaat dient Duitsland steeds vaker als voorbeeld voor Nederland.

Dit artikel verscheen in bewerkte versie op zaterdag 15 juni in dagblad Trouw.

Reacties

Frits Bosch - 24 november 2017 09:58

Dit is een belachelijk artikel: "Duitsland is het toonbeeld van rust en stabiliteit"!! Veel idioter kun je het niet maken. "Hoe Duitsland ons grote voorbeeld werd" is de kop van dit artikel. Mooi voorbeeld is dit zeg! Mijn advies aan Hans Jürgen is te lezen Thilo Sarrasin en James Hawes "Duitsland" in het kort" over de geschiedenis van Duitsland van het jaar nul tot heden. Boeiend en leerzaam!!!

Reageer
Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer:

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.


Lees meer

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.


Lees meer

Overvloed en onbehagen

Overvloed en onbehagen

Merlijn Schoonenboom verbaast zich in Amsterdam over twintigers op prijzige designer e-bikes. In Berlijn ziet hij veel meer sjofelheid. Een groot verschil in de omgang met luxe.


Lees meer

Nederlandse en Duitse studenten zingen samen

Nederlandse en Duitse studenten zingen samen

Een gelegenheidskoor van driehonderd musici uit Keulen en Utrecht treedt in beide Domsteden op met werken van Brahms en Strauss.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger