De ultieme Wenderoman
Wendeliteratuur 1990-2015
Literatuur vormde in de jaren na de val van de Muur een mogelijkheid om de snelle maatschappelijke veranderingen te becommentariëren en te verwerken. Recensenten zagen in nieuwe romans graag een historische duiding van het jongste verleden. Er was behoefte aan een alomvattende beschrijving die recht deed aan eenieders waarneming van de historische gebeurtenissen, naar dé roman over de hereniging.
‘Ein weites Feld’ (1995) van Günter Grass werd aanvankelijk bestempeld als dé Wenderoman. Het lijvige boek staat vol met historische en literaire verwijzingen. Zo is hoofdpersoon Theo Wuttke, alias 'Fonty', niet alleen een groot bewonderaar maar ook een soort dubbelganger van de 19-eeuwse Duitse schrijver Theodor Fontane. Fonty wandelt samen met Hoftaller, een voormalig spion, door het Berlijn van 1989/1990. Eigenlijk gebeurt er niet zoveel, het boek beschrijft vooral gesprekken, terugblikken en beschouwingen. Hoftaller verwijst naar de hoofdpersoon in de roman ‘Tallhover’ uit 1986 van de Oost-Duitse schrijver Hans Joachim Schädlich.
Naast positieve reacties kreeg 'Ein weites Feld' felle kritiek. Grass zou als West-Duitse schrijver niet geschikt zijn om over de Wendejaren te schrijven en het verhaal ontbeerde spanning en handeling. De beroemde literatuurcriticus Marcel Reich-Ranicki kritiseerde het boek zo fel in het weekblad ‘Der Spiegel’, dat de redactie hem in een fotomontage op de voorpagina het boek liet verscheuren. Reich-Ranicki vond de vele intertekstuele verwijzingen onnodig ingewikkeld.
Tien jaar later verscheen ‘Neue Leben’ (2005) van Ingo Schulze. De roman bestaat uit brieven van de Oost-Duitse theatermaker en schrijver Enrico Türmer, een personage dat na de val van de Muur zijn weg zoekt in de nieuwe, kapitalistische maatschappij. Schulze laat de brieven redigeren door een fictieve uitgever. Deze uitgever corrigeert niet alleen, maar geeft ook waardeoordelen over Türmer en zijn nieuwe leven. Met dit fascinerende literaire spel becommentarieert de roman handelwijzen en keuzes van Oost-Duitsers.
In de familiekroniek ‘Der Turm’ (2008) van Uwe Tellkamp wordt de DDR in haar laatste jaren beschreven, met terugblikken die reiken tot aan de Tweede Wereldoorlog. Richard en Anne Hoffmann wonen in een villawijk in Dresden. Zij en hun familieleden worstelen voortdurend met de vraag hoe om te gaan met het communistische systeem: moeten zij protesteren, negeren, meedoen of vluchten? In het boek komt de willekeur en arrogantie van Oost-Duitse machthebbers naar voren, die de DDR als een systeem voor de eeuwigheid zien. Hiertegenover staat het gebrek aan geloof van de burgers in hun staat. Het boek kreeg goede kritieken en heeft de Deutscher Buchpreis, de prijs van de Duitse boekhandelaren, gewonnen.
Ook 'In Zeiten des abnehmenden Lichts' (2011) van Eugen Ruge werd met de Deutscher Buchpreis onderscheiden. Deze familiekroniek beschrijft tientallen jaren DDR-geschiedenis. De lezer kijkt steeds met een ander lid van de familie Powileit-Umnitzer mee, wat een veelzijdig beeld geeft.
Voor alle hier beschreven romans geldt dat de levensverhalen en gedachten van de personages exemplarisch zijn voor werkelijke ervaringen. Door hun omvang en veelzijdigheid geven de romans een gedetailleerd tijdsbeeld.