Politiek en Staatsinrichting:

Kurt Georg Kiesinger
Kanselier van de Grote Coalitie

Kurt Georg Kiesinger werd op 6 april 1904 in Ebingen geboren en ging rechten studeren om advocaat te kunnen worden. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam werd Kiesinger lid van de NSDAP. Hij was in die tijd werkzaam als advocaat en werd van 1940 tot 1945 hulpkracht bij het ministerie van Buitenlandse Zaken ter vervulling van zijn dienstplicht.

Kurt Georg Kiesinger
© Bundesarchiv Bild 028914-0014

Aan het einde van de oorlog zat hij als gevolg van zijn activiteiten in de Tweede Wereldoorlog en zijn lidmaatschap van de NSDAP opgesloten in een interneringskamp. Twee jaar later werd hij lid van de CDU en hervatte hij zijn werkzaamheden als advocaat. In 1966 werd hij ondanks zijn oorlogsverleden bondskanselier van de Grote Coalitie tussen de CDU, CSU en SPD.

Détente

Bij het uitspreken van zijn regeringsverklaring op 13 december 1966 kondigde Kiesinger vooral het begin van een nieuwe Duitslandpolitiek aan. Het Duitse vraagstuk bleef 'open', maar zijn praktische streven was de druk van de deling voor het Duitse volk te verlichten en de reismogelijkheden voor Oost-Duitsers te verruimen. De eerste stappen op weg naar een ontspanning in de Duits-Duitse betrekkingen werden gezet.

Zo was Kiesinger bijvoorbeeld de eerste bondskanselier die een brief van een Oost-Duitse premier, Willy Stoph, beantwoordde. Willy Brandt legde als minister van Buitenlandse Zaken de basis voor de neue Ostpolitik en zou de verhouding van West-Duitsland ten opzichte van de Oost-Europese staten in het algemeen en ten opzichte van de DDR in het bijzonder blijvend veranderen.

Turbulente tijden

Onder het bondskanselierschap van Kiesinger werd de recessie in de economie die in 1964 was begonnen overwonnen. Daarnaast kreeg West-Duitsland te maken met de APO (de Außenparlementarische Opposition), die reageerde op de samenwerking tussen de christen-democraten en de SPD. In het parlement had de FDP als enige oppositiepartij minder dan 10 procent van de stemmen. De APO wierp zich op als verdediger van de 'ware democratie'. Ook het oorlogsverleden van Kiesinger wekte de indruk dat het democratische gehalte van de Duitse politiek in twijfel getrokken kon worden.

De terroristische organisatie de RAF (Rote Armee Fraktion) stichtte op 2 april 1968 brand in twee warenhuizen in Frankfurt. Als reactie op deze terreur nam de Bondsdag op 30 mei 1968 de zogenaamde Notstandgesetze aan. Dit waren regelingen voor bevoegdheden van de West-Duitse regering in geval van noodsituaties. Verschillende oppositiegroepen, waaronder de APO zagen in deze wetten een inperking van de vrijheid. Kiesinger was bondskanselier in een hectische tijd. Toch zouden de jaren 1966-1969 niet de geschiedenis in gaan als de tijd van Kiesinger, maar vooral als die van Brandt en de neue Ostpolitik. In 1969 behaalden de SPD en FDP een verkiezingswinst ten opzichte van de CDU en werd Willy Brandt gekozen als nieuwe bondskanselier. Dit betekende het einde van de loopbaan van Kiesinger als bondskanselier. Hij overleed in 1988 in Tübingen op 84-jarige leeftijd.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger