Minimumloon
Arbeidsmarkt
In januari 2015 werd in Duitsland een wettelijk minimumloon ingevoerd van 8,50 euro per uur. Het was een de van meest ingrijpende hervormingen op de Duitse arbeidsmarkt in tien jaar.
Duitsland kende voor 2015 geen algemeen geldend wettelijk minimumloon. Als gevolg daarvan waren er grote loonverschillen tussen economische sectoren, tussen beroepsgroepen onderling en ook tussen Duitse regio’s. Bij sommige, veelal laag gekwalificeerde banen in landbouw of handel was het loon soms zo laag dat het voor werknemers aantrekkelijker was om een uitkering aan te vragen. Regelmatig werd het voorbeeld van de kappers aangehaald, die soms nog geen 4 euro per uur verdienden.
Tarifautonomie
De invoering van een wettelijk minimumloon was jarenlang onderwerp van politiek debat. De voorstanders, waaronder SPD, Groenen en de vakbonden, vonden een minimumloon noodzakelijk om werken lonend te maken. Tegenstanders, waaronder werkgevers en lange tijd de CDU, wezen erop dat het door de hogere loonkosten ten koste zou gaan van de werkgelegenheid. Ook zouden reeds gemaakte afspraken in de diverse sectoren van de arbeidsmarkt onder druk komen te staan.
De CDU/CSU en de liberale FDP - die van 2009 tot en met 2013 regeerden - waren voorstander van het principe van Tarifautonomie: ze vonden dat de markt er het meest bij gebaat is als die zelf haar loontarieven vaststelt.
In 2011 maakte Merkels CDU een ommezwaai. Door de historisch lage werkloosheid kregen politici meer oog voor de kwaliteit van werk in plaats van voor het creëren van banen. Onder deze omstandigheden was het ook voor de CDU bezwaarlijk dat sommige werknemers nauwelijks boven het bestaansminimum uitkwamen.
Overgangsperiode
Na de verkiezingen van 2013 werd de nieuwe regering van CDU/CSU en SPD het eens over een minimumloon van 8,50 euro bruto per uur. Dit werd vastgelegd in het Tarifautonomiestärkungsgesetz, dat op 1 januari 2015 van kracht werd. Het minimumloon geldt voor alle volwassen werknemers in Duitsland.
Uitzonderingen gelden onder meer voor mensen die voor aanvang van een nieuwe baan langdurig werkloos waren - zij kunnen na zes maanden aanspraak maken op het minimumloon - en voorlopig ook voor werknemers in de transportsector die Duitsland slechts als transitland gebruiken. Voor sommige branches, zoals de land-, bos- en tuinbouw, geldt een langere overgangsperiode. Zij hebben tot 1 januari 2017 de tijd om over te stappen op het minimumloon.
Het minimumloon kon in 2015 op grote steun onder de Duitse bevolking rekenen, bleek uit verschillende peilingen. De gevreesde negatieve effecten op de arbeidsmarkt bleven in 2015 uit. Ook bleken werkgevers nauwelijks gebruik te maken van de uitzonderingsregeling voor langdurig werklozen.