Schrijven op de puinhopen
Een nieuw begin in de westelijke zones, 1945-1949
Nadat Duitsland de Tweede Wereldoorlog had verloren heerste in het land een stemming van ontgoocheling, rouw en woede. De literatuur richtte zich in de eerste naoorlogse jaren vooral op de verwerking van de oorlogsverschrikkingen.
Tijdens de oorlog hadden schrijvers op uiteenlopende manieren gereageerd op het Hitler-regime. Sommigen hadden het land verlaten. Anderen hadden zich gericht op thema’s die ver af stonden van politiek en oorlog (Innere Emigration - 'emigratie naar binnen', in jezelf keren) om zo de verschrikkingen op een afstand te houden, en een aantal schrijvers had de nationaal-socialistische ideologie met hun werk ondersteund.
De jaren na de oorlog worden vaak bestempeld als Neuanfang (nieuw begin) of Stunde Null (uur nul). Schrijvers zochten naar nieuwe wegen en probeerden het oorlogsverleden een plaats te geven. De omgang met de oorlog is grofweg in twee stromingen te verdelen. Representanten van de Innere Emigration, zoals Gottfried Benn, bleven het thema oorlog vermijden. Zij verdiepten zich in apolitieke thema’s zoals de natuurpoëzie.
De Trümmerliteratur (Trümmer = puinhoop) besteedde juist wel aandacht aan de oorlogswonden. Zo worstelden auteurs met de Duitse taal. Wie durfde nog in het Duits te schrijven nu er door Duitsers zulke grote misdaden waren begaan? De schrijversgroepering Gruppe 47 wilde nieuwe, maatschappelijk verantwoorde literatuur voortbrengen en zich inzetten voor de opbouw van een democratisch Duitsland. Toneelstukken en korte verhalen waren in die eerste jaren veelgebruikte genres.
Al voordat er in 1949 twee Duitse staten ontstonden, was er een groot verschil tussen het culturele en literaire leven in de westerse sector en dat in de Sovjet-zone. De Russen wilden voor alles dat de Duitsers zich tot het communisme bekeerden, de Amerikanen vooral dat zij hun misdaden onder ogen zagen. Maar ook in West-Duitsland stonden schrijvers onder streng toezicht van een controlerende en censurerende raad, de ICD. De schrijvers in het Westen hadden daarnaast ook een praktisch probleem: de bezettingsmachten hadden het papier gerantsoeneerd. Dit bood de geallieerden de gelegenheid om alle publicaties te controleren in het teken van de denazificatie.