'Trümmerfilme'
Een nieuw begin voor de Duitse film, 1945-1949
Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende niet enkel rampspoed voor de Duitse film. De censuur van de nazi’s viel weg, nieuwe regelgeving was nog onduidelijk. De naoorlogse periode bracht daarom ook nieuwe vrijheid.
Na de oorlog ruimden Duitse vrouwen, de zogenaamde Trümmerfrauen, het oorlogspuin op en keken of er nog bruikbare materialen bij zaten.
De onduidelijke situatie na de oorlog bood naast beperkingen ook ruimte voor nieuwe ideeën. Zo was de weg naar kritiek op het naziregime vrij. Dit leidde tot films als ‘Die Mörder sind unter uns’ (1946) van Wolfgang Staudte, ‘Film ohne Titel’ (1947) van Rudolf Jugert en ‘Ehe im Schatten’ (1947) van Kurt Maetzig. Het waren films die het pijnlijke verleden van Duitsland aansneden en die tot de zogeheten Trümmerfilme worden gerekend: films die tegen de achtergrond van de ruïnes de problemen van het naoorlogse, verstoorde Duitsland behandelden.
De kapotgeschoten steden zelf werden vaak als decor gebruikt omdat veel studio’s nog in puin lagen. De gevolgen van de oorlog waren zo alomtegenwoordig dat men bijna gedwongen was ze tot onderwerp van de film te maken.
Thema’s die in de Trümmerfilme aan bod kwamen, waren de terugkeer van soldaten uit de oorlog, de worsteling met armoede en woningnood en de omgang met de misdaden van het naziregime. De Trümmerfilme die hier worden genoemd, waren erg populair, maar dat gold niet voor alle films uit het genre. De thema’s waren soms té confronterend, terwijl het Duitse filmpubliek vooral behoefte had aan vermaak. Zo kwamen er ook films uit die nog onder Hitlers regime waren gemaakt.