Duitsland en de vakbonden
'Prekarisierung' en minimumloon onderwerp van discussie

Columns - 27 februari 2012

Als gevolg van de flexibilisering van de arbeidsmarkt is de uitbuiting van en armoede onder werknemers in Duitsland toegenomen, zegt FNV-webredacteur Dimphy Smeets. De Duitse bonden maken zich momenteel sterk voor een wettelijk landelijk minimumloon.

Duitsland en de vakbonden
© Flickr.com/patje_de

Prekarisierung, vrij vertaald als 'armoede door onzeker werk', is sinds een paar jaar een hot issue voor de Duitse vakbeweging. In Nederland is het begrip nog niet zo algemeen ingeburgerd, maar in Duitsland kom je het bijna dagelijks tegen in de krant. Het gaat dan over de uitbuiting en toenemende armoede van werknemers als gevolg van de flexibilisering van de arbeidsmarkt in de laatste tien jaar. Om deze ontwikkeling te keren, maken de Duitse bonden zich momenteel sterk voor een wettelijk landelijk minimumloon van 8,50 euro.

Gebrek aan wettelijk minimumloon 

De Duitse grondwet garandeert werkgevers en werknemers de vrijheid om zelf loonafspraken te maken. Duitsland kent dus geen algemene loonondergrens zoals Nederland, ook omdat machtige bonden als IG Metall dit jarenlang tegenhielden. Een algemeen geldend minimumloon zouden de loonkosten doen stijgen. Daarmee zou vanuit de werkgevers de druk toenemen om de hogere lonen juist te verlagen, zo was de gedachte. Duitsland is nu een van de zeven (van de 27) landen binnen de Europese Unie zonder zo’n wettelijke ondergrens.

Anders dan in Nederland moeten de Duitse bonden bij gebrek aan een wettelijk minimumloon voor elke sector of groep afzonderlijk in de cao een minimumloon afspreken. Waar dat niet het geval is, zijn uurlonen van 4 of 5 euro geen uitzondering. En dat is dus legaal. Daar komt nog bij dat de Duitse minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelden cao’s algemeen bindend voor de hele sector verklaart (1,5 procent van alle cao’s in 2008).

Werkgevers zoeken echter massaal naar legale manieren om hele groepen werknemers te kunnen uitzonderen van de cao. En die manieren bestaan, bijvoorbeeld door payroll-achtige constructies (Werkverträge) waarbij hele productieketens uitbesteed worden zodat ze niet onder de geldende bedrijfs-cao vallen. Of door te profiteren van de mogelijkheid om werklozen meerdere malen bij het zelfde bedrijf als ‘stagiair’ in te huren met behoud van uitkering.

Agenda 2010 

Ironisch genoeg stond uitgerekend de rood-groene regering-Schröder (SPD en Grünen) begin jaren 2000 met de Agenda 2010 aan de basis van die ‘Prekarisierung’. De Agenda 2010 hield belastingverlaging voor ondernemers in, bezuinigingen op de sociale zekerheid, lonen en uitkeringen - de bijstandswetten Hartz IV. Daarin werden de werkloosheid- en de bijstandsuitkering praktisch gelijkgesteld. Last but not least werd er in de Agenda 2010 besloten tot flexibilisering van de arbeidsmarkt.

Met de beste bedoelingen: de Duitse arbeidsmarkt was met zijn nadruk op ontslagbescherming en vaste banen wel erg inflexibel geworden. De mogelijkheid om werknemers tijdelijk in te huren bestond nauwelijks en de lonen waren relatief hoog. Met een enorme werkloosheid na de eenwording in 1990, oplopend tot soms meer dan 25 procent aan de oostzijde van het land, moest er iets gebeuren om de arbeidsmarkt flexibeler en de Duitse economie concurrerender te maken, zo dacht men.

Bondskanselier en SPD-voorman Schröder gold toch al niet als vriend van de vakbonden. Met zijn Agenda 2010 haalde zijn regering zich de woede van de vakbonden op de hals. Tot dan toe was de Duitse vakbeweging - hoewel in naam een eenheidsbeweging waar ook de christendemocraten in thuis zijn - innig verbonden met de sociaal-democraten. De neoliberale koers die de SPD met de Agenda 2010 - in navolging van Tony Blairs ‘Derde Weg’ - voer, leidde tot verwijdering tussen de SPD en de vakbeweging.

Toenadering SPD en vakbonden

Duitsland is mede dankzij zijn lage lonen inmiddels wel weer de grootste en machtigste economie van Europa. De vakbonden hebben lange tijd meegeholpen met de loonmatiging, zij het knarsetandend. Door de twee decennia durende economische malaise na de val van de Muur konden ze soms ook niet anders. Maar toen het vorig jaar eindelijk beter ging met de Duitse economie klonk luid de roep om een einde te maken aan de lage lonen.

Pas recent beginnen SPD en vakbonden weer nader tot elkaar te komen. De SPD deelt als oppositiepartij de mening van de voorzitter van de Deutsche Gewerkschaftsbund (DGB) Michael Sommer, die zei dat “arbeid in Duitsland deels net zo goedkoop is geworden als vuil”. Met de samenwerking neemt de hoop van de vakbeweging toe dat een volgende regering, het liefst met SPD, een wettelijk minimumloon mogelijk maakt. Onder de huidige regering van de liberale FDP met de christendemocratische CDU/CSU zal dat waarschijnlijk nog niet lukken.

Minimumloon uitzendbranche 

Inmiddels heeft de regering wel bepaald dat vanaf 1 januari voor de uitzendbranche een minimumloon geldt. Daarmee geldt volgens de minister van werkgelegenheid Ursula von der Leyen voor 4 miljoen werknemers in elf sectoren een loonondergrens van 7,01 euro in Oost- en 7,89 euro in West-Duitsland, want er bestaat nog steeds een verschil in lonen tussen Oost- en West- Duitsland. Het overeengekomen minimumloon in het oosten van Duitsland is vrijwel altijd lager dan in het westen.

Op eigen kracht, zonder de politiek, zijn de bonden ook in Duitsland op dit moment niet bij machte werkelijk een vuist te maken tegen de werkgevers. De organisatiegraad van gemiddeld 20 procent is geflatteerd door de sectoren waar men traditioneel goed georganiseerd is, zoals de metalektro. Onder metalektro, het ‘grootmetaal’, vallen ondermeer de autoindustrie, de scheepsbouw en de meubelindustrie. De situatie lijkt erg op die in Nederland. De Duitse bonden proberen werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt te bereiken door middel van ‘organizing’. Maar het ei van Columbus op gebied van vakbondsvernieuwing is nog niet gevonden.

Dimphy Smeets is webredacteur bij FNV Bondgenoten. Ze heeft aan de Freie Universität in Berlijn onderzoek gedaan naar vakbondsvernieuwing en de economische crisis (2010-2011). Dit stuk verscheen eerder op het blog Vakbondsvernieuwing

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger