Van machtigste bank van Europa tot ECB-filiaal
De Bundesbank is vijftig jaar oud
Achtergrond - 7 augustus 2007
(7 augustus 2007) De Deutsche Bundesbank viert zijn vijftigjarig jubileum met gemengde gevoelens. De Duitse centrale bank kan terugblikken op een groots verleden, maar is sinds de komst van de euro op zoek naar een nieuwe rol.
Geen krant die afgelopen week naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Duitse centrale bank niet de voormalige Nederlandsche-Bank-president Wim Duisenberg (1935-2005) citeerde. "De Bundesbank is net slagroom," sprak de latere leider van de Europese Centrale Bank in 1996: "hoe harder je klopt, hoe steviger." Of anders Jacques Delors, oud-voorzitter van de Europese Commissie: "Niet alle Duitsers geloven in God, maar allemaal geloven zij in de Bundesbank." De citaten zijn te vinden op de perssectie van de Bundesbank-site en brengen de macht en het aanzien van de bank onder woorden, soms waarderend, dan weer tandenknarsend. Opvallend genoeg dateren slechts twee van de vijftien bonmots van na de invoering van de euro en zijn deze ook nog gesteld in de onvoltooid verleden tijd.
'Onvoltooid verleden tijd' is een goede kenschets voor de huidige situatie van de Deutsche Bundesbank: op haar vijftigste verjaardag kan de centrale Duitse bank terugkijken op een succesverhaal, dat ook vandaag de dag nog niet is afgesloten. Maar de geschiedenis van de in Frankfurt am Main gevestigde Bundesbank vindt haar vervolg grotendeels in de enkele straten verder gelegen Eurotower: hier heeft de Europese Centrale Bank (ECB) haar zetel, sinds 2002 belast met de regulering van de geldhoeveelheid en het waarborgen van de prijsstabiliteit. De Bundesbank vervult nu slechts een uitvoerende taak, als een van de dertien nationale Euro-circulatiebanken, al zijn de organisatiestructuur, de taakomschrijving en zelfs de vestigingsplaats van de ECB duidelijk een erfenis van de Bundesbank.
Dwars
Net als de vroegere Bundesbank ziet de ECB waken over de prijsstabiliteit als haar belangrijkste taak. En net zoals de Bundesbank onafhankelijk van de politiek opereerde, hamert ook de ECB op zijn zelfstandigheid. Ook de organisatiestructuur, waarin de nationale banken een belangrijke uitvoerende taak hebben, is grotendeels van de Bundesbank overgenomen. Deze twee factoren, onafhankelijkheid en federale organisatiestructuur, zijn ook het geheim achter het enorme succes van de Bundesbank, die de D-mark destijds tot een van de stabielste munteenheden ter wereld maakte.
Het belang van onafhankelijkheid van de centrale bank was een leidende gedachte, toen de geallieerden in 1948 de naar Amerikaans voorbeeld federaal gestructureerde Bank deutscher Länder oprichtten, de voorloper van de Deutsche Bundesbank. Want terwijl het de taak van de centrale bank is om de waarde van het geld op lange termijn constant te houden, denken politici vaak niet verder dan de volgende verkiezing – en nemen inflatie als gevolg van conjunctuur bevorderende maatregelen op de koop toe. Zo kan het verlagen van de rente op korte termijn voor meer investeringen zorgen. Op lange termijn brengt dit beleid vrijwel altijd inflatie met zich mee, doordat er uiteindelijk meer geld in omloop komt dan nodig voor het aantal transacties. Dat is het standpunt dat de Bundesbank, soms dwars tegen de zin van zittende regeringen in, heeft verdedigd – met succes.
Harde D-mark
Voor de Bundesbank is de in de statuten vastgelegde onafhankelijkheid altijd meer geweest dan een formaliteit. Sinds Bondskanselier Konrad Adenauer in 1956 tevergeefs probeerde om de Bank deutscher Länder tot een renteverlaging te bewegen, was de toon gezet. De latere Bundesbank liet zich vrijwel uitsluitend leiden door het belang van prijsstabiliteit. Mede dankzij zijn federale organisatiestructuur kon de centrale bank daarbij op het vertrouwen van de bevolking rekenen: doordat de deelstaatbanken grote delen van het beleid bepaalden, kon de Bundesbank goed op regionale ontwikkelingen inspelen.
De Bundesbank heeft zich een belangrijke plaats verworven in de mythe van het Duitse Wirtschaftswunder. De grootste verdienste van de bank, de stabiele mark, vormt een van de belangrijkste factoren voor de enorme bloei van de naoorlogse Duitse economie. Zo bedroeg de waardevermindering van de mark tussen 1948 en 1998 nog geen drie procent. Sinds de jaren zeventig diende de D-mark bovendien als ankervaluta voor de rest van Europa. Met name Nederland oriënteerde de waarde van de gulden aan de harde D-mark en volgde het Duitse rentebeleid op de voet. Niet voor niets werd Wim Duisenberg tijdens zijn directeurschap van de Nederlandsche Bank door de Fransen schertsend "monsieur cinq minutes" genoemd, naar de tijd die het hem koste Duitse rentewijzigingen na te doen.
Vereenvoudigd zou je kunnen zeggen dat de Bundesbank aan zijn eigen succes ten onder is gegaan. Want zonder de stabiliteit van de D-mark was de Europese munteenheid waarschijnlijk niet, of veel moeilijker, tot stand gekomen. Iets minder vereenvoudigd: sommige politieke ontwikkelingen zijn bovendien zo ingrijpend dat zij geen halt maken voor de bevoegdheden van de centrale bank. Dat bleek al in 1990 bij de Duitse vereniging, toen Bondskanselier Helmut Kohl buiten de Bundesbank om besloot, de Ostmark tegen een 1:1 koers in D-mark om te zetten. Maar de komst van de euro betekent nu een structureel terreinverlies voor de Bundesbank: van machtigste bank van Europa is hij nu tot één van de dertien ECB-filialen gedegradeerd.
Sober feestje
Als om de neergang van de tot dan toe onkreukbare centrale bank te onderstrepen, moest de toenmalige president Ernst Welteke in 2004 op verdenking van corruptie aftreden. Zijn opvolger, de econoom Axel Weber, herstelde met succes het aanzien van de Bundesbank. Deze is binnen Duitsland nu voornamelijk verantwoordelijk voor de regeling van het betalingsverkeer en het toezicht op de banken en vormt daarnaast een belangrijk adviesorgaan voor de Bondsregering. Dat neemt niet weg dat de eens zo kolossale Bundesbank moet inkrimpen: het aantal banen is inmiddels bijna gehalveerd ten opzichte van 1990.
Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de feestelijkheden rond het vijftigjarig jubileum betrekkelijk sober uitvallen. Naast de presentatie van een gedenkmunt en -postzegel op 17 augustus en een besloten plechtigheid met Bondskanselier Angela Merkel eind september, viert de Bundesbank zijn vijftigste verjaardag voornamelijk decentraal, in de vorm van 'burgerfeesten' in zijn negen vestigingssteden. Dat lijkt een verstandige keuze: de van oudsher sterke regionale oriëntatie van de Bundesbank was altijd een belangrijk element in zijn succesformule. Ook in zijn nieuwe, sterker adviserende functie zal hij het grote vertrouwen bij de bevolking nog goed kunnen gebruiken.
Reacties
Geen reacties aanwezig