Duitsland bouwt grootste militaire museum
Modern ontwerp van Daniel Libeskind

Dat het museum in Dresden komt, is niet toevallig. Daar staat een oud wapenarsenaal waar het legermuseum van de DDR gevestigd was met grote tentoonstellingen over moderne krijgsgeschiedenis. Dat was in West-Duitsland taboe. De in Dresden aanwezige collectie vormt een goed startpunt voor een grondige renovatie van het museum. Daarnaast is in de stad Dresden de vernietigende kracht van oorlog duidelijk zichtbaar. In februari 1945 werd de stad door de geallieerden hevig gebombardeerd waarbij tienduizend doden vielen.

In het nieuwe museum staat de mens centraal om te laten zien dat mensen in oorlogstijd dader én slachtoffer zijn. Dit uitgangspunt leidt vaak tot het verwijt dat de Duitsers, door te wijzen op het lijden van de bevolking, hun oorlogsmisdaden relativeren. Dresden wil dit voorkomen door de bezoeker bij binnenkomst te confronteren met stoeptegels uit Dresden die door bommen zijn aangetast. Daarnaast zijn kapotte tegels te zien uit het Poolse Wielun, het eerste doel van de Duitse luchtmacht in 1939. Later wordt daar nog een beschadigd beeld uit Rotterdam aan toegevoegd. Zo worden door Duitsers begane misdaden met Duits slachtofferschap verbonden.

Symbolische architectuur

De architectuur van het gebouw moet uitdrukking geven aan de breuken en continuïteit in de Duitse militaire geschiedenis. Architect Daniel Libeskind, bekend van het Joods museum in Berlijn, ontwierp een V-vormige pijl van glas die een wig drijft in de bestaande vorm van het voormalige wapenarsenaal. De V-vorm refereert aan de formatie waarin de bommenwerpers naar Dresden vlogen, de punt van de glazen V wijst naar de plaats waar de eerste bommen vielen. De glazen wig in het gebouw symboliseert niet alleen het bombardement maar ook de breuk met een verouderd oorlogsbeeld.

De in 2004 begonnen verbouwing van het museum moet eind 2010 klaar zijn en heeft dan 52,8 miljoen euro gekost. De vaste tentoonstelling, waar 700 jaar Duitse militaire geschiedenis te zien is, wordt in de tweede helft van 2011 geopend. Duitsland beschikt dan over een militair museum dat niet alleen in architectonisch opzicht vernieuwend is maar ook in de omgang met militaire geschiedenis.