Duitsland berecht Rwandese oorlogsmisdadigers
Rebellenleiders konden jarenlang in Duitsland hun gang gaan
Achtergrond - 4 mei 2011
Twee Rwandese verdachten van oorlogsmisdaden staan vanaf vandaag in Stuttgart voor de rechter. Jarenlang leidden Ignace Murwanashyaka en Straton Musoni vanuit Duitsland de Rwandese rebellenorganisatie FDLR. Zij zijn geen uitzonderingen, schrijft ARD-journalist Markus Frenzel. Duitsland verbergt en steunt op grote schaal internationale oorlogsmisdadigers.
De Rwandees Ignace Murwanashyaka (47) studeerde met een Duitse beurs in Bonn, verhuisde later naar Mannheim, trouwde met een Duitse vrouw, promoveerde en werd vader. Ondertussen gaf hij via de mail en met smsjes opdrachten aan strijders van de Hutu-rebellenorganisatie FDLR, een van de meest gewelddadige milities ter wereld. Op die manier organiseerde hij moorden, verkrachtingen en folteringen in Congo. Naar dit buurland van Rwanda vluchtten de Hutu-legers en milities in de jaren negentig.
Samen met Straton (50), sinds 2004 plaatsvervangend leider van de FDLR, staat Murwanashyaka in Stuttgart terecht voor 26 misdaden tegen de menselijkheid en 39 oorlogsmisdaden, schrijft Der Spiegel. Die misdaden pleegden ze niet eens zo heel erg in het geheim. Murwanashyaka werd bijvoorbeeld gezocht door Interpol en stond op de zwarte lijst van de Verenigde Naties. Toch kon hij in Duitsland ongestoord zijn gang gaan. Sinds 2000 had hij een Duitse verblijfsvergunning.
Oorlogshandwerk leren van de Bundeswehr
In zijn boek ‘Leichen im Keller. Wie Deutschland internationale Kriegsverbrecher unterstützt’ beschrijft politicoloog en journalist Markus Frenzel de zaak-Murwanashyaka tot in de kleinste details. Frenzel reisde als ARD-reporter naar vele oorlogsgebieden en kwam onder andere in Rwanda en Congo terecht. Daar sprak hij met ooggetuigen en kwam zo de rebellenleider in 2009 zelf in Mannheim op het spoor. Murwanashyaka werd toen alsnog door de Duitse justitie gearresteerd.
Murwanashyaka is geen geval op zich, vertelde Frenzel eerder deze week op de publieke radiozender Deutschlandfunk. Of het nou om Rwanda gaat of om Guinee, Ethiopië of Oezbekistan: Duitsland onderhoudt uiterst omstreden betrekkingen met deze landen. Zowel de latere president als het hoofd van de nationale politie van Guinee kregen hun opleiding op een eliteschool van het Duitse leger. “Ook toen het Guinese leger begin 2007 in alle openheid een bloedbad aanrichtte, bleef het uitwisselingsprogramma intact”, aldus Frenzel. “Steeds weer nieuwe soldaten van het regime mochten op de academies van de Bundeswehr het oorlogshandwerk leren.”
Eigenbelang gaat voor mensenrechten
Ook in andere landen wegen voor Duitsland de eigen geopolitieke belangen zwaarder dan de mensenrechten, schrijft Frenzel in zijn boek. Oezbekistan richtte in 2005 een bloedbad onder de eigen bevolking aan. Voor veel Westerse landen was dat een reden om de contacten met de Centraal-Aziatische dictatuur te verbreken. Maar niet voor Duitsland. Dat maakt nog steeds miljoenen euro’s per jaar over aan de machthebbers daar. Duitsland heeft Oezbekistan namelijk nodig als “tussenstop” voor de eigen soldaten die in Afghanistan vechten, legt Frenzel op Deutschlandfunk uit.
Het proces tegen Murwanashyaka en Straton is het eerste in zijn soort in Duitsland. Sinds juni 2002 mogen Duitse rechtbanken misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden behandelen, ook als de daders en de slachtoffers niet Duits zijn en de misdaden niet in Duitsland zijn gepleegd. De zaak loopt minstens nog tot eind juli.
De ARD zendt vanavond om 23.30 uur een documentaire over de Rwandese rebellen in Duitsland uit.
Reacties
Geen reacties aanwezig