Berlijn krijgt monument voor de Duitse eenheid
Het 'Denkmal für Freiheit und Einheit'

Achtergrond - 6 november 2007

(6 november 2007) Berlijn mag zich verheugen in de komst van een nieuw monument: het 'Denkmal für Freiheit und Einheit', een gedenkteken voor de Duitse eenheid. Controverses rond het monument bleven voor de verandering grotendeels achterwege.

Gisteren maakte de 'Stiftung zur Aufarbeitung der SED-Diktatur' in de Berlijnse Nicolaikerk het winnende ontwerp bekend voor het nieuwe monument. De gelukkige: de 25-jarige studente grafische en communicatieve vormgeving Bernadette Boebel uit Karlsruhe. Het met 3 duizend euro gedoteerde ontwerp van Boebel hoeft echter niet per se het definitieve ontwerp voor het monument te worden: de officiele prijsvraag wordt pas uitgeschreven nadat de Bondsdag vrijdag besloten heeft of er daadwerkelijk een monument voor de eenheid komt.

Het winnend ontwerp van de studente – pas zeven jaar oud toen de Muur viel – brengt de Duitse vereniging treffend in beeld: de door haar ontworpen, enkele meters uit elkaar geplaatste metalen halve ringen vormen, afhankelijk van het gekozen perspectief, een eenheid.

Meningsverschillen

De snelheid waarmee het project gestalte krijgt is opvallend. Want de vele Duitse monumenten die sinds de eenwording in het leven geroepen werden vrijwel altijd begeleid door controverses. Of het nu om de wederopbouw van de Dresdense Frauenkirche gaat, het Holocaustmonument of de geplande reconstructie van het Berlijns stadsslot: de realisatie ervan nam niet in de laatste plaats veel tijd in beslag door de vele meningsverschillen.    

Toch zijn alle gedenktekens er uiteindelijk gekomen. Sterker nog, de discussies rondom deze monumenten kunnen – samen met die rondom het geplande Bundeswehrmonument en het eveneens omstreden 'Zentrum gegen Vertreibungen' – weleens de weg hebben gebaand voor de opvallend snelle concretisering van het monument voor de Duitse Eenheid. Als de Bondsdag het voorstel op 9 november – de achttiende verjaardag van de val van de Muur – aanneemt, dan zal de eerste steenlegging al in 2009 plaatsvinden.

Kranzabwurfstelle

De meeste monumenten, die nu gepland of gerealiseerd worden, herdenken de gruwelen van de nazi-dictatuur. Een vaak gehoord argument tegen deze monumenten is het gevaar dat ze verworden tot plekken waar hoogwaardigheidsbekleders hun kransen kwijt kunnen, Kranzabwurfstellen, die weinig meer te maken hebben met een actieve omgang met het verleden.   

Een soortgelijk argument speelde in 2000 nog een rol, toen de Bondsdag een eerder voorstel voor een eenheidsmonument verwierp: het zou nog te vroeg zijn voor een dergelijk monument. Vorig jaar al nam de Deutsche Gesellschaft, een onafhankelijk instituut voor politieke educatie, het voorstel weer op in samenwerking met de oorspronkelijke initiatoren. Een van hen is Lothar de Maizière, de eerste en laatste democratisch gekozen oud-ministerpresident van de DDR.

Nu al lijkt er een veel groter draagvlak voor het monument te bestaan dan zeven jaar geleden. Gezien de open omgang met de misdaden van "twee Duitse dictaturen" bestaat er "geen verstandig argument" tegen het gedenken van de Duitse vrijheid en eenheid, sprak bijvoorbeeld Bondsdagsvoorzitter Norbert Lammert naar aanleiding van de viering van de Duitse eenheid op 3 oktober jongstleden.

Leipzig versus Berlijn

 Dan rest nog een niet onbelangrijke vraag - waar moet het nieuwe monument verrijzen? Terwijl in het regeringsvoorstel al vaststaat dat de gedenkplaats ergens in Berlijn zal komen te staan, vinden met name de inwoners van Leipzig dat helemaal niet zo vanzelfsprekend. De maandags-vredesgebedsdiensten in de Leipziger Nikolaikirche en de 70 duizend mensen tellende demonstratie van 9 oktober 1989 vormden het uitgangspunt voor de vreedzame omwenteling van 1989/90, zo betogen vele Leipzigers. Burgemeester Burkhard Jung (SPD) deelt dit standpunt. Ook de Linkspartei vindt dat het monument in Leipzig beter op zijn plaats is. Die Grünen vinden dat de publieke opinie duidelijker moet meespreken, juist omdat het om een monument voor de burgerrechten gaat.

De regeringspartijen vinden het echter logisch dat Berlijn als "politiek centrum" ook het monument van de eenheid herbergt. De Berlijnse Muur was immers het symbool van de Duitse deling. Minister Wolfgang Tiefensee voegt daar wel aan toe dat het wenselijk is om naast het centrale monument in Berlijn ook kleinere monumenten op te richten, op belangrijke plaatsen in de geschiedenis van de burgerrechtenbeweging.

De initiatoren van het voorstel, De Maizière voorop, hebben zelfs al een voorkeur voor een concrete plek in Berlijn: op het slotplein, waar vroeger een ruiterstandbeeld van Wilhelm I stond, de oprichter van het eerste 'Duitse Rijk'.

Hoewel er, ook als het 'Monument voor de Eenheid' besloten is, nog genoeg discussiestof over is, laat de huidige stand van het debat zien dat het idee kennelijk op grote acceptatie stuit. Ondanks de veelvoud aan perspectieven – niet alleen tussen Oost en West – lijkt de Duitse eenheid toch steeds meer een geaccepteerd feit te zijn.

Carina de Jonge promoveert in München en schrijft regelmatig voor het Duitslandweb.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger