‘Ze schoten niet op mij, maar op mijn uniform’
RAF-terreur in Nederland
Achtergrond - 8 oktober 2007
(8 oktober 2007) Drie keer leverden RAF-terroristen in de herfst van 1977 slag met de Nederlandse politie. Daarbij vielen twee doden en zeven gewonden. Rechercheur Herman van Hoogen overleefde een schietpartij in Amsterdam en verzoende zich later met zijn belagers.
Het was Van Hoogens eerste schietpartij en de eerste keer dat hij gewond raakte. Opmerkelijk genoeg heeft hij het de Duitsers nooit aangerekend dat ze hem probeerden te doden, één van de redenen waarom de nuchtere politieman de gebeurtenissen relatief eenvoudig van zich af kon zetten. Met verbazingwekkende zakelijkheid kijkt hij terug op de schietpartij, geheel volgens het beroemde motief uit de Godfather-trilogie it's not personal, it's strictly business: “Ik heb me nooit slachtoffer gevoeld, dat was cruciaal voor mij. We hebben twee terroristen gepakt en daarbij averij opgelopen. Dat hoort nu eenmaal bij ons werk. Ze hebben niet op mij geschoten, maar op mijn uniform.”
Wel heeft de rechercheur zijn ergernis en verbazing moeten onderdrukken over de sympathie die de RAF in linkse en hoogopgeleide kringen in Nederland genoot. Historicus Pekelder behandelt in zijn boek, waar Van Hoogen zijn medewerking aan verleende, ook uitgebreid de opmerkelijke aantrekkingskracht die de Duitse terreurbeweging op veel Nederlanders uitoefende.
Een voorbeeld is Willem van Bennekom, de Nederlandse advocaat van Wackernagel en Schneider, die naar aanleiding van de moord op agent Kranenburg had opgemerkt zich eerder te kunnen identificeren met de daders die handelden vanuit een overtuiging dan met de weduwe van het slachtoffer. Jaren later gaf Van Bennekom, inmiddels rechter geworden, toe “aan tunnelvisie” te hebben geleden.
Van Hoogens professionele distantie tot de schietpartij bracht hem er uiteindelijk toe zich met zijn voormalige vijanden te verzoenen. De twee RAF-leden, beiden in 1979 in Duitsland tot vijftien jaar veroordeeld, waren in de gevangenis tot inkeer gekomen en hadden daar middels artikelen in de linkse tageszeitung ruchtbaarheid aan gegeven. Gebruikmakend van een mogelijkheid die de Duitse wet bood, probeerde advocaat Van Bennekom in 1984 strafvermindering voor de twee te krijgen. Aan Van Hoogen de vraag zijn pleidooi meer gewicht te geven.
“Ik heb er goed over nagedacht en heb uiteindelijk toegestemd, ook al hadden sommigen uit mijn omgeving daar moeite mee. Nog steeds trouwens. Dat ze zich hadden gedistantieerd van de gewelddadige idealen van de RAF woog voor mij zwaar. Wackernagel en Schneider zijn van terroristen veranderd in schuldbewuste individuen, hun ideologie was voor hen immers de basis voor hun bestaan. Daarmee zijn ze de gevangenis beter uitgekomen dan dat ze erin gingen. Dat was voor mij genoeg. Al betekent dat niet dat ik ze heb vergeven.”
- Jacco Pekelder, ‘Sympathie voor de RAF: De Rote Armee Fraktion in Nederland, 1970-1980
Mets & Schilt, Amsterdam 2007 € 25,00
ISBN 978 90 5330 579 9
Bas de Rue is redacteur van het Duitslandweb.
Reacties
Geen reacties aanwezig