‘Van heldendaad tot mensensmokkel’
Marion Detjen over vluchthulp bij Berlijnse Muur
Achtergrond - 24 februari 2012
- Auteur:
Sibrand de Boer
Door tunnels, met zelfgebouwde ballonnen of bij Amerikaanse militairen in de kofferbak; na de bouw van de Berlijnse Muur probeerden Oost-Duitsers op allerlei manieren de DDR te ontvluchten. Vaak kregen zij hulp van West-Duitsers. Historica Marion Detjen onderzocht deze vluchthulp, die langzaam afgleed naar ordinaire mensensmokkel. Donderdag sprak ze in Amsterdam in de lezingenreeks Zeithistorische Perspektiven.
In de eerste jaren na de oprichting van de DDR in 1949 was het nog relatief gemakkelijk om het land te verlaten. Na de bloedig neergeslagen volksopstand in juni 1953 nam het aantal mensen dat de DDR verliet explosief toe. Deze exodus van geschoolde arbeidskrachten ondermijnde de Oost-Duitse economie en bracht de politieke stabiliteit van het land in gevaar. Oost-Duitsers hadden vrij toegang tot West-Berlijn en konden van daaruit naar de Bondsrepubliek. Daaraan kwam een einde toen de Oost-Duitse regering een muur bouwde rond West-Berlijn.
Nationale volkssport
De bouw van de Berlijnse Muur in augustus 1961 was volgens Marion Detjen een grote verrassing voor Oost- en West-Berlijners. “De mensen wisten niet wat er gebeurde”. Toen duidelijk werd dat de DDR de laatste vluchtroute afsloot sloeg de verontwaardiging toe. “Het overwinnen van de versperringen aan de grens werd een nationale volkssport”, vertelt Detjen.
“West-Berlijnse studenten maakten als eerste plannen om Oost-Duitsers te helpen ontsnappen.” In eerste instantie hielpen ze Oost-Duitse studenten die aan de West-Berlijnse universiteit studeerden. “Ze deden dat uit idealisme. Het was voor hen vanzelfsprekend om mensen te helpen”.
In de loop der jaren perfectioneerde de DDR de bewaking van de grens. Vluchten werd steeds moeilijker. De risico’s werden groter en de plannen kostten ook steeds meer geld. Sommige groepen ‘vluchthelpers’ kregen geld van het Berlijnse stadsbestuur of uit een geheim fonds van het West-Duitse ministerie dat verantwoordelijk was voor de relaties met de DDR. “Die bijdragen werden vermomd als donaties van kerken of liefdadigheidsinstellingen”.
Ook de West-Duitse pers speelde een rol in de financiering. Sommige groepen verkochten hun verhaal om een ontsnapping te kunnen betalen. Maar het kon nog gekker, zegt Detjen. “De bouw van ‘Tunnel 57’ werd gefinancierd door magazine Stern”. Het was één van bekendste en meest succesvolle tunnels tussen Oost- en West-Berlijn waardoor 57 mensen wisten te ontsnappen.
Mensensmokkel
Hoe moeilijker het vluchten werd des te onorthodoxer werden de pogingen. “Daklozen werden geronseld om naar Oost-Berlijn te gaan en hun paspoort daar af te geven, zodat een Oost-Duitser er mee terug kon reizen.” Ook een groep Nederlanders overkwam dat, zegt Detjen. “In Oost-Berlijn gaven ze hun paspoort af en kregen toen te horen dat ze op zoek moesten naar de Nederlandse ambassade. Maar in die tijd had Nederland helemaal geen ambassade in de DDR.” De vluchthelpers werden steeds cynischer en commerciëler. Ze kenden soms weinig scrupules.
Ook de publieke opinie veranderde. “Heldenverhalen werden gangster-geschiedenissen”, aldus Detjen. “Vanaf de jaren zeventig begon ook de West-Duitse pers het woord ‘mensensmokkel’ te gebruiken”. De Oost-Duitse kranten hadden Fluchthilfe al vanaf het begin mensensmokkel genoemd.
Marion Detjen promoveerde in 2005 op haar onderzoek naar de vluchthulp. “Destijds was er niets over dit thema geschreven. Sinds het verschijnen van mijn boek, zeven jaar geleden, is dat veranderd.” Vooral oud-vluchthelpers voelen zich aangespoord om hun eigen verhaal op papier te zetten.
Volgens Detjen ligt er nog een grote taak voor historici op dit terrein. “We moeten de ooggetuigen aanhoren en geloven, maar we moeten ook zoeken naar de kleine irritaties.” Een voorbeeld van zo’n irritatie is volgens Detjen de rol die een spion van de Stasi in een van de groepen van helpers speelde. “Dat uitzoeken is voor mij de hartstocht van de nieuwste geschiedenis.”
Historica Marion Detjen (Humboldt Universität Berlijn) promoveerde in 2005 op de studie 'Ein Loch in der Mauer'. Tegenwoordig werkt ze aan een biografie over de Duits-Amerikaanse uitgeefster Helen Wolff. Haar lezing was onderdeel van de lezingenreeks Zeithistorische Perspektiven, waarin actueel onderzoek naar de nieuwste geschiedenis van Duitsland en Europa centraal staat.
Lees meer over 'Fundgrube (uit ons archief)':
Brandweervrouwen: erfenis van de DDR
In de DDR waren vrouwen in 'mannenberoepen' heel normaal. Dat is nu nog te zien bij de brandweer.
9 november voor Duitsers feestelijk en beladen
Duitsland herdenkt vandaag 4 historische gebeurtenissen, waaronder de val van de Muur en de Reichspogromnacht.
Boek beschrijft strijd Oost- en West-Duitse historici
'Zowel Oost- als West-Duitse historici dachten: op een dag zien ze aan de andere kant in dat wij gelijk hebben.'
'Misschien zijn te veel DDR-historici ontslagen'
Historicus Kocka sprak in Amsterdam over de ontwikkeling van één Duitse geschiedwetenschap na 1989.
Reacties
Zie ook het boek van M. Brandsma: "Vluchtcode vlinder" (2014)
en
www.petervandenburg.infoteur.nl