Terug van weggeweest
Portret van Duitse Europarlementariër Cem Özdemir
Achtergrond - 20 december 2004
(20 december 2004) Na de moord op Theo van Gogh is ook in Duitsland een stevig debat over integratie van minderheden losgebarsten. De Duitse aandacht richt zich met name op de grote groep Turken en Duitsers van Turkse afkomst, die volgens velen slechts gebrekkig zijn geïntegreerd. Vaak wordt deze discussie verbonden aan een andere grote kwestie, namelijk de vraag of Turkije als lidstaat succesvol zou kunnen integreren binnen de Europese Unie. Eén van de stemmen die in beide debatten veelvuldig is te horen, is die van de Duitse Europarlementariër Cem Özdemir. Hij geldt zelf als levend voorbeeld van geslaagde integratie. Sinds de Europese Verkiezingen van juni 2004, timmert het voormalige Bondsdaglid in Brussel aan de weg.
Özdemir is dan misschien een voorbeeld, maar helemaal voorbeeldig is hij niet. Zijn levensloop is namelijk niet slechts een opeenvolging van zegeningen. In juli 2002 leek zijn carrière als politicus ten einde. Nadat bekend werd dat hij, net als enkele collega-politici door dienstreizen verdiende airmiles voor privé-doeleinden had gebruikt en hij bovendien tachtigduizend Duitse Mark had geleend van de omstreden wapenlobbyist Moritz Hunzinger, leek het de populaire parlementariër verstandig vrijwillig zijn biezen te pakken. Met deze beslissing voorkwam Özdemir een verdere aantasting van zijn reputatie. Zijn partijgenoten beschouwden zijn vertrek als een offer om de waardigheid van de partij te redden. De grote man van Bündnis 90/Die Grünen, minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer, beklaagde zich in een interview met de Süddeutsche Zeitung. Volgens hem legde zijn partij zichzelf een hogere morele standaard op dan de christen-democraten, die tot hun nek in de schandalen zaten maar daar nauwelijks consequenties aan verbonden. “Als ik dat allemaal zie, dan doet het me echt pijn te zien waarover een politiek talent als Cem Özdemir is gevallen”, aldus Fischer toen.
Na zijn vertrek uit de politiek zei Özdemir ook zijn vaderland vaarwel. Hij vertrok achtereenvolgens naar Washington en Brussel. Hier deed hij, onder auspiciën van het onderzoeksinstituut German Marshall Fund of the United States, onderzoek naar de integratie van minderheden in de Verenigde Staten in vergelijking met de situatie in Duitsland en elders in Europa. Maar Özdemirs retraite in de academische luwte bleek van korte duur. Voor de Europese parlementsverkiezingen van juni dit jaar stelde hij zich kandidaat op de lijst van zijn partij en veroverde een parlementszetel. Als Europarlementariër wil Özdemir een spreekbuis zijn voor minderheden in Europa. Ook besteed hij als lid van de parlementaire werkgroep voor buitenlandse zaken deze maanden veel tijd aan de Turkse toetredingskwestie, waar hij zoals gezegd kritisch maar welwillend tegenover staat.
Het getuigt van de grote kwaliteiten van Cem Özdemir dat hij ondanks een duidelijk zichtbaar smet op zijn blazoen, in Brussel wederom de aandacht op zich weet te vestigen. In november wijdde het lijfblad van het Brusselse Europese ambtenarenkorps, European Voice, een lang artikel aan de ambitieuze Duitser, waarin verschillende van zijn collega’s en oud-collega’s hem de hemel in mochten prijzen. Als lid van het Europees Parlement zal der anatolische Schwabe zich blijven bezighouden met wat hem zo na aan het hart ligt, de integratie van islamitische minderheden én van grootmacht Turkije in een democratisch Europa.
Reacties
Geen reacties aanwezig