Tweede Wereldoorlog hiermee definitief voorbij?
Schröder aanwezig bij herdenking D-Day in Normandië

Achtergrond - 4 juni 2004

(4 juni 2004) Het is de laatste weken meerdere malen herhaald: zondag 6 juni 2004 wordt een bijzondere dag voor de Duitsers. Na zestig jaar zal hun kanselier voor het eerst aanwezig zijn bij de herdenking van D-Day , die zesde juni in 1944, de dag waarop de geallieerden de kusten van Normandië bestormden om West-Europa te bevrijden uit de wurggreep van nazi-Duitsland. Het zij aan zij met staatshoofden van voormalige vijanden symboliseert de historische progressie die sindsdien gezamenlijk is geboekt: van Feinde tot Freunde. Schröder heeft de Franse uitnodiging voor 6 juni zelfs al verheven tot teken dat "de Tweede Wereldoorlog definitief voorbij is". Spreekt hij daarmee ook namens de Duitse bevolking, die hij op 6 juni op het strand van Normandië per slot van rekening vertegenwoordigt?

Dat valt te betwijfelen. Veel Duitsers zullen de aanwezigheid van hun staatshoofd bij de herdenking van D-Day vermoedelijk niet zien als signaal dat de Tweede Wereldoorlog nu eindelijk met rust kan worden gelaten, maar als aanmoediging om zich juist sterker met deze episode uit hun verleden te gaan bezighouden. Schröders aanwezigheid bij de herdenking van D-Day betekent namelijk een nieuwe stap op het pad, dat Duitsland een paar jaar geleden pas definitief heeft betreden: dat van de verwerking van het eigen oorlogsleed. Nadat de afgelopen twee jaar de anderhalf miljoen slachtoffers van de verdrijving uit Oost-Europa en de half miljoen slachtoffers van de geallieerde bommenoorlog tegen de Duitse steden steeds sterker in herinnering is gebracht, zijn zondag de tienduizenden omgekomen verdedigers van Hitlers Atlantikwall aan de beurt. In Normandië zal zondag door de Duitse bondskanselier, naast de gemeenschappelijke herdenking, ook worden gerouwd om de Duitse soldaten die bij de geallieerde invasie om het leven kwamen. Schröder brengt weliswaar geen bezoek aan een van de zes militaire begraafplaatsen waar alleen Duitse doden rusten, maar zal ter ere van de Duitse gevallen soldaten wèl een krans neerleggen op de Britse begraafplaats in het dorp Ranville, waar ook ongeveer tweehonderd Duitsers begraven liggen. Daarmee is de Tweede Wereldoorlog allesbehalve voorbij, zoals Schröder beweert. Een nieuw hoofdstuk kan nu pas worden geschreven.

Geen relativering

Dat is natuurlijk positief nieuws voor de nabestaanden. Treuren om het leven van een soldaat is nu eenmaal niet voorbehouden aan mensen wier verwanten destijds voor de 'goede' zaak streden. Aan de andere kant: een krans ter ere van díe Duitsers, die zestig jaar terug tot het uiterste gingen om de 'bevrijders' tegen te houden - is dat niet de eerste stap op weg naar een relativering van de negatieve hoofdrol die Duitsland destijds speelde? Het gaat hier immers niet om het schenken van aandacht aan onschuldige burgerslachtoffers, zoals het geval is bij de Heimatvertriebenen en de stedelingen die aan de Brits-Amerikaanse bombardementen werden blootgesteld, maar om het herdenken van militairen, van mensen die doodden in opdracht van Hitler. Toch luidt het antwoord 'nee'. Juist omdát het hier militairen betreft, en geen civilisten, leent het thema zich niet voor beschrijvingen die aanzet kunnen geven tot relativering van de Duitse oorlogsschuld. De Wehrmacht-soldaat die vanuit zijn gecamoufleerde schutterskoepel boven Omaha Beach honderden spartelende Amerikanen afschoot, kan moeilijk worden neergezet als weerloze prooi van doelgerichte agressie van Britten en Ami's, zoals de Duitse historicus Jörg Friedrich dat in zijn bestseller Der Brand, over de Brits-Amerikaanse bombardementen op de Duitse steden, wel doet met betrekking tot de Duitse stadsbevolking. Door zijn bewust eenzijdige belichting van de feiten - Duitse burgers waren slachtoffers, geen inwoners van een staat die zelf eerst een 'totale oorlog' was gestart - creëert hij ruimte voor relativering van de Duitse oorlogsschuld. Deze truc werkt niet bij geschiedschrijving over de militaire kant van de oorlog: het is evident dat de Duitsers hier niet alleen de slachtofferrol speelden.

Bovendien hebben de Duitsers bewezen op een verantwoorde manier met de oorlogsdaden van hun leger te kunnen omgaan. Hier kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de geruchtmakende Wehrmachtsausstellung, de fototentoonstelling over de Wehrmacht die sinds halverwege de jaren negentig de halve Bondsrepubliek heeft aangedaan en wijst op misdaden die werden begaan door het reguliere leger. De tentoonstelling was jarenlang te bekijken, tegen de wil van revisionisten en neo-nazi's. De 'daderrol' werd bewust voor het voetlicht gebracht.

De vrees, dat Duitse deelname aan de dodenherdenking en de kranslegging voor de Duitse slachtoffers op D-Day aanzet zal geven tot relativering van de Duitse oorlogsschuld, is ongegrond. Deze deelname betekent echter evenmin, dat "de Tweede Wereldoorlog definitief voorbij is", zoals Gerhard Schröder het graag ziet. Het zal vooral de aandacht voor het eigen oorlogsleed versterken.

Mark Schenkel is student Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en schrijft regelmatig artikelen voor het Duitslandweb. Momenteel studeert hij aan de Humboldt Universität in Berlijn.

Süddeutsche Zeitung
Schröder zur D-Day-Feier eingeladen

Die Welt
Frankreich rüstet sich für den D-Day in der Normandie

Frankfurter Allgemeine Zeitung
17 Staatsmänner, 17 Kriegsschiffe

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger