Vroeg symbool van de Koude Oorlog
De toegenomen aandacht voor de Russische 'Speziallager'

Achtergrond - 14 mei 2004

(14 mei 2004) Duitsland komt steeds meer toe aan zijn eigen oorlogsleed: de geallieerde bombardementen , die veel Duitse steden in as legden, en het lot van de twaalf miljoen Duitsers die na de oorlog werden verdreven uit Oost-Europa. Wat meer op de achtergrond krijgen nu ook de Speziallager hun plek in de geschiedenis. Deze denazificatie-kampen, waar de Sovjets na de Tweede Wereldoorlog vele mensen opsloten, groeiden in het Westen uit tot het eerste symbool van de Koude Oorlog. Maar na de bouw van de Muur raakten de gruwelverhalen van de Speziallager snel in vergetelheid.

Slechts drie maanden na hun bevrijding in het voorjaar van 1945 gingen de poorten van concentratiekampen als Sachsenhausen en Buchenwald alweer dicht. De Sovjet-autoriteiten namen de voormalige kampen opnieuw in gebruik, nu als interneringskampen, bedoeld als gevangenissen voor van oorlogsmisdaden verdachte Duitsers.

In het kader van de ' denazificatie' van Duitsland, waartoe Stalin, Churchill en Roosevelt in februari 1945 in Jalta hadden besloten, verschenen overal in de bevrijde delen van Europa interneringskampen als Sachsenhausen. De Sovjets interpreteerden het begrip 'oorlogsmisdaad' echter zeer ruim. Weliswaar arresteerde de Russische geheime dienst mensen met een dubieus oorlogsverleden, maar uiteindelijk was niet meer dan 50 procent van de gevangenen eenduidig aan te merken als oorlogsmisdadiger. Naast Duitse officieren van de Wehrmacht, Russische soldaten met een geslachtsziekte en Russische staatsburgers die hun land ontvlucht waren na de Oktoberrevolutie in 1917, bestond de rest vooral uit de zogenaamde SMT-veroordeelden, veelal jonge mensen veroordeeld door het Sovjet-militairtribunaal (SMT). Hun aanklachten waren vaak zo vaag, dat ze als eerste politieke gevangenen in het Russische bezettingsgebied mogen worden beschouwd.

"Het was ronduit angstaanjagend in Sachsenhausen", vertelt oud-gevangene Horst Jänichen, "nu zaten wíj in de barakken waar toen concentratiekampgevangenen hadden gezeten. We sliepen op hun stromatrassen. (...) Boven de ingang van elke barak stond een cynische oproep tot hygiëne in dat typisch gotische nazi-lettertype: 'Elke luis kan het einde betekenen'. Pas toen werd het ons echt duidelijk wat zich in de oorlog allemaal had afgespeeld."

Zwijgkampen

Weliswaar waren de leefomstandigheden in de Russische Speziallager niet te vergelijken met de concentratiekampen van de nazi's maar de situatie was ronduit erbarmelijk. Communicatie met de buitenwereld was onmogelijk. De kampen werden al snel " zwijgkampen" genoemd. Een dagbesteding - dwangarbeid of ander werk - hadden de gevangenen niet. Verveling was de grootste vijand, samen met de soms extreme kou, de slechte hygiëne en de altijd knagende honger. Snel sloegen ook ziekten toe. Van de zestigduizend gevangenen in Sachsenhausen stierven er uiteindelijk twaalfduizend. In totaal vonden bijna dertigduizend mensen de dood in de Speziallager.

Pas na de val van de Muur werd dit zwijgen doorbroken. In het voorjaar van 1990 stuitten buurtbewoners op de massagraven van de Speziallager. "Graaft verder. Jullie zullen 27.000 lijken vinden", kopte de Duitse sensatiekrant Bild. Pas toen hoorden de Oost-Duitsers voor het eerst van het bestaan van de afschrikwekkende kampen.

Sindsdien zijn historici bezig het kampverleden definitief aan de vergetelheid te ontrukken. De verschillende manier waarop Oost- en West-Duitsland tegen de kampen aankeken bemoeilijkt de geschiedschrijving aanzienlijk. "Hoe verschrikkelijk ook, de Speziallager waren niet zonder meer rode concentratiekampen," zegt Günter Morsch, directeur van de Brandenburgische Gedenkstätten. "Ze deden ook dienst als interneringskampen. Beide partijen hebben de kampen in hun voordeel te eenzijdig belicht. Beide versies zijn waar en onwaar tegelijk, want onvolledig."

Onlangs werd in Sachsenhausen een museum geopend wat met veel discussies gepaard ging. De Speziallager voegen een nieuw aspect toe aan het Duitse debat over de Tweede Wereldoorlog waarin tot een aantal jaren geleden vooral de vraag naar de eigen schuld de boventoon voerde: de plaats van het eigen leed. Een gevoelig thema zoals ook al blijkt uit de discussie over Jörg Friedrichs bestseller 'Der Brand', een boek over de slachtoffers van de geallieerde bombardementen, en het debat rond het lot van de Heimatvertriebenen, de twaalf miljoen Duitsers die na de oorlog werden verdreven uit Oost-Europa. Morsch: "Veel mensen waren bang dat het buitenland ons ervan zou verdenken de gruweldaden van de nazi's te willen relativeren. Anderzijds mogen dertigduizend doden niet gebagatelliseerd worden."

De tentoonstelling heeft uiteindelijk een belangrijke bijdrage geleverd aan het herenigde Duitsland, volgens Morsch. "In Sachsenhausen dragen we de boodschap van het verenigde, democratische Duitsland uit, waar humaniteit en menselijke waardigheid centraal staan."

Koen Dortmans, student filosofie en natuurkunde, studeerde een half jaar in Berlijn

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger