Gespleten stad (II)
Drieluik over Frankfurt en Slubice aan de Oder
Achtergrond - 6 mei 2004
(6 mei 2004) Op 1 mei is de grens tussen Duitsland en Polen wijd opengezet, maar veel verandert er niet. Sinds de val van het communisme heerst er al een levendig verkeer op de brug tussen Frankfurt aan de ene en Slubice aan de andere kant van de Oder.Het tweede deel van een drieluik vanuit een gespleten stad, waarin Polen-redacteur Dietrich Schröder de Frankfurtse burgers een paar lesjes leert.
Dietrich Schröder zelf levert, met zijn MOZ-collega's de medicijnen tegen de lethargie van zijn stadgenoten. In de dagelijkse serie 'Noch xx Tage' (tot 1 mei) en op vele andere krantenpagina's werd veelzijdig en zo nodig kritisch over Polen bericht, waarbij de nadruk lag op kansen, uitdagingen en tips. Duitse firma's kunnen sinds 1 maart inschrijven op openbare aanbestedingen in Polen. Dansen zonder grenzen. Aspirine van de andere Oder-oever. En natuurlijk is er uitgebreide aandacht voor Gesine Schwan, die zelfs haar opwachting bij de redactie komt maken. Is de opeens zo beroemde stadgenote immers niet de ambassadrice van de juiste weg, met haar grote grensoverschrijdende kennisfabriek Viadrina en haar vertrouwdheid met het Pools en de Polen?
Natuurlijk wordt er bericht over de honderden banen die wegvallen aan de grens, als de Zoll straks overbodig is en ook de belastingvrije Butterfahrten over de Oder verleden tijd zijn. Maar de algemene teneur is dat de Osterweiterung vooral voordelen heeft. Alleen om aan alle milieueisen van de Europese Unie te voldoen, moet Polen 50 miljard euro gaan investeren, meldt de MOZ. En wie gaan al die water-, afval- en energie-installaties bouwen?
Het verhaal over een Poolse parfumerieverkoopster, 88 dagen voor de magische datum, was echter een topje van de ijsbergen die nog tussen de burgers van beide staten liggen. Een lokale parfumerie had zelf bij de MOZ aangeklopt voor hulp: de zaak wilde een Poolse stagiaire vast aanstellen voor de klanten van over de Oder, maar kreeg geen vergunning. Terwijl de Poolse de omzet verhoogde - zoals ook de kop van het stuk luidde. Die vergunning kwam er. Maar toen wilde de parfumerie niet meer met haar naam in de krant, "uit angst de Duitse klanten af te schrikken", zoals de MOZ fijntjes meldt.
Asymmetrie
De verhoudingen aan de grens zijn asymmetrisch: in de ogen van de gemiddelde Slubicer is de Frankfurter rijk. Ook de blikrichting is niet symmetrisch: de Oost-Duitser kijkt naar het Westen en de Pool kijkt over die Oost-Duitser heen. Er is maar één factor symmetrisch georganiseerd aan de grens: de mensen aan de ene kant kennen de mensen aan de andere kant net zo slecht als andersom.
Bij de stadsbrug geeft Dietrich Schröder een lesje in historische gevoeligheden. "Vóór 1989 mocht mijn Russische vrouw vanuit Frankfurt de grens naar Polen over, maar ik als DDR-burger niet. Ik zie nog voor me dat ze in Slubice naar me staat te zwaaien. Toen viel de Muur en liepen we samen over de brug. In april 1990, toen er visa-vrij verkeer tussen de DDR en Polen kwam, mocht ik nog wel over de Oder, maar zij niet meer."
In de Duitse Democratische Republiek heette de stadsbrug de Freundschaftsbrücke. Vóór de Tweede Wereldoorlog liep de Duits-Poolse grens 80 kilometer oostelijker. Slubice was toen Frankfurts Dammvorstadt. De nieuwe Oder-Neisse-Friedensgrenze tussen de 'socialistische broederstaten' Polen en de DDR bleef, op een periode van dooi in de jaren zeventig na, voor het gewone volk gesloten.
Begin jaren zeventig benutten vele jonge Oost-Duitsers de open grenzen om jazz en Amerikaanse films te genieten in het vrijere Polen. Maar Krzysztof Wojciechowski schetst in zijn boek 'Meine lieben Deutschen' hoe de Polen in de DDR "een aanloopje namen en hele winkelschappen leegruimden", om "bepakt met schoenendozen, lange salamiworsten, tassen vol kruiden, theeketels, kanten ondergoed en telescoophengels" over de Freundschaftsbrücke te verdwijnen. Op de Duitsers maakten zij, aldus de auteur, "de indruk van onbeteugelde, gevaarlijke wezens". Maar omgekeerd verachtten de Polen de Duitsers als middelmatige, gebroken en "ietwat gecastreerde" mensen.
Wat niet bijdroeg aan de broederschapsgevoelens was dat er direct na de oorlog een volksverhuizing had plaatsgevonden, waardoor er vooral ontheemde mensen in het grensgebied woonden - en nogal wat legereenheden. De Duitse panden die na het oorlogsgeweld nog overeind stonden, werden alsnog deels verwoest - de stenen gingen onder meer naar Warschau. En de Oost-Polen en Oekraïners die naar deze periferie waren verdreven, vreesden dat de Duitsers, socialistisch of niet, hun huizen ooit terug zouden eisen.
Slubice was tot eind jaren zestig een onbewoond doorgangsstation voor krijgsgevangenen en militairen. Frankfurt was na het Oder-offensief door het Rode Leger geplunderd en in brand gezet. Dit gegeven is nog steeds met taboes omgeven; vermoedelijk omdat de nazi's Poolse krijgsgevangen bij de verwoesting hadden betrokken. Natuurlijk, de pacificatiegedachte overheerst nu. Maar nog steeds is er veel onzekerheid, onhandigheid en onderhuids venijn.
Jubileum
De Frankfurtse Marienkirche heeft verleden jaar haar fraaie vensters teruggekregen, die in St. Petersburg waren beland. Frankfurt vierde in 2003 haar 750-jarig bestaan. Ondanks de gezellige folklore uit Polen, maar ook de Baltische staten en het gloednieuwe palmenstrand in de 'Europa-tuin', waartoe het eilandje in de Oder was omgedoopt, wilde het niet echt feestelijk worden. Lag dat aan de economische misère of aan het onbestemde stadsdecor?
Of aan het feit dat Dammvorstadt/Slubice weliswaar mee kwam vieren, maar weigerde om medejarige te zijn? Het Poolse stadje verkondigt stoer dat het 58 jaar oud is, al heeft het relatief meer vooroorlogse huizen dan Frankfurt. Maar tegelijkertijd laat het stadje van twintigduizend zielen verkondigen dat zijn geschiedenis in de vroege Middeleeuwen begon: als Slavische vestiging. Terwijl volgens de gemeente Frankfurt niet nader omschreven 'kooplieden aan de Oder' 750 jaar geleden stadsrechten kregen. In Slubice is het jaar 1250 het eerste dat exact wordt gedateerd: "Toen verloor de Piastenstaat het gebied aan Brandenburg". En Polen 'kreeg' het gebied in 1945 'van de Duitse staat terug'. Dat laatste had Slubice aan Stalin te danken, die Polens verschuiving naar het westen had afgedwongen om zelf het oosten van de staat in bezit te kunnen nemen.
Deze vorm van patriottisme is in Polen wijdverbreid: uit een gebied met wat loslopende stammen wordt een 'oer-Polen' gemaakt, waarvan de gebiedsaanspraken tot in eeuwigheid de Slavische nazaten toekomen. Vanzelfsprekend waagt geen Duitser het dit beeld openlijk naar de prullenbak te verwijzen, met de opmerking dat in een EU-land zulke racistisch gefundeerde gebiedsclaims niet thuishoren. Want voor je het weet word je, als verlicht burger van de Bondsrepubliek, beticht van het goedpraten van de wandaden van de nazi's.
Reacties
Geen reacties aanwezig