Gespleten stad (I)
Drieluik over Frankfurt en Slubice aan de Oder

Achtergrond - 4 mei 2004

(4 mei 2004) Op 1 mei is de grens tussen Duitsland en Polen wijd opengezet, maar veel verandert er niet. Sinds de val van het communisme heerst er al een levendig verkeer op de brug tussen Frankfurt aan de ene en Slubice aan de andere kant van de Oder. Niet dat de Duitsers en de Polen een innige vriendschap hebben gesloten. De last van de geschiedenis blijft drukken. Het eerste deel van een drieluik vanuit een gespleten stad, waarin universiteitsdirecteur Wojciechowski de Duitse schrob- en veegcodes leert bedwingen en presidentskandidate Gesine Schwan leert waarderen.

 

Bijna dagelijks verlaat Krzysztof Wojciechowski zijn werk in Polen op een rood fietsje, om tien minuten later zijn afspraken in Duitsland na te kunnen komen. Daartoe moet de zakelijk directeur van het Collegium Polonicum in Slubice de Oder oversteken - een fluitje van een cent. Hij rijdt bij de Straat van de Eenheid der Arbeiders de stadsbrug op, laat zijn paspoort zien en rijdt de brug weer af, de Rosa Luxemburg-Straße in. Dan links de Karl Marx-Straße op en even later kan hij in de klassiek behuisde Frankfurtse Europa-Universiteit Viadrina van het uitzicht genieten op de speelse nieuwbouw van zijn Collegium op de andere oever.

Per fiets is dr. Wojciechowski het snelst de Pools-Duitse grens over, dan kan hij alle auto's voorbijzoeven. En hij moet nu vaker dan normaal tussen de beide, nauw verbonden academische vestigingen pendelen, want zijn meest directe collega is kandidate voor het presidentschap van de Bondsrepubliek en veel op campagne. Viadrina-bestuursvoorzitter Gesine Schwan, beroepen door de beide linkse regeringspartijen, maakt officieel weinig kans op het hoogste Duitse ambt. Maar haar kandidaatschap stelt haar niettemin in staat, de publieke aandacht naar de nieuwe Europa-universiteit en daarmee ook naar Frankfurt/Slubice te trekken.

Liefdesverklaring
In het boek 'Meine lieben Deutschen' dat Krzysztof Wojciechowski schreef over zijn tragikomische ervaringen met, en reflectie op, het fenomeen 'Duitser', wijdt de Poolse filosoof een hoofdstuk aan Gesine Schwan - onder de naam 'Gisela'. Het is een intiem portret, bijna een liefdesverklaring aan de 'vrouw op naaldhakken', die van de Duitse cultuur haar leidinggevende kracht en energie en van haar Poolse familieachtergrond haar spontaniteit zou hebben meegekregen.

"Goh ja", zegt Wojciechowski, geconfronteerd met die tekst uit 2000. "Misschien moet ik dat portret nu nog eens onder de aandacht brengen. Zij is echt een geweldige vrouw. Ik heb rond de oprichting van het Collegium Polonicum jarenlang in commissies gezeten met Duitsers en Polen, die bleven strijden over staatsverdragen tot het ondraaglijk werd. Toen kwam Gesine en loste het zo op. Ze geeft een onderhandelingspartner het gevoel gelijkwaardig aan haar te zijn. En dat is nogal on-Duits. Ja, eerder Pools."

Door de presidentskandidate is Frankfurt aan de Oder, en daarmee Slubice, de laatste weken prettig in beeld. Dat kan de gesplitste stad wel gebruiken. Want al onderscheidt ze zich positief van de andere stadjes aan de Oder-Neisse-grens door haar universiteit en door haar dynamische grensovergang dwars door het stadshart, ze ligt in een perifere regio zonder helder toekomstprofiel. De huidige bondsminister voor Aufbau Ost, Manfred Stolpe heeft de bevolking, geheel in DDR-traditie, grote fabrieken beloofd. In 1960 had de partijleiding van de communistische SED ook een kunstmatige Aufschwung van de perifere grensstreek bewerkstelligd: de grootste micro-elektronicafabriek van de Duitse Democratische Republiek werd toen bij Frankfurt in de weide geplant.

Een enkele bakstenen fabriekspijp tegen de Frankfurtse skyline getuigt van de platgelegde DDR-industrie - en een nieuwbouwskelet van het aangekondigde 'Wonder aan de Oder'. De bouw van deze chipfabriek werd kortgeleden stopgezet. Minister Stolpe had beter kunnen investeren in het begeleid 'afbouwen' van een achterhaald arbeidsethos. Er komt hier geen industrie meer.

Pal aan de afzichtelijk gemoderniseerde grensbrug wordt een buurtje met prefab-laagbouw in jaren vijftig-stijl afgebroken. Al was er geld om ze op te knappen, dan waren er nog geen mensen om ze te bewonen. De Oost-Duitse grensstreek ontvolkt, er is geen werk. In Frankfurt zijn nog 65.000 mensen over. Het grootste deel woont in de prefab-hoogbouw van Plattenbau-Siedlung Neuberesinchen. In 1989 lagen daar nog plannen in de wijkkast om de komst van Frankfurts honderdduizendste bewoner te vieren. Maar eer partijchef Honecker kon komen feliciteren, was hij afgezet, de Muur geslecht en kozen de DDR-burgers voor een verenigd Duitsland.

Grote schok

Krzysztof Wojciechowski leeft sinds 1991 in de Oder-stad. Hij was zijn Oost-Duitse vrouw gevolgd, die Warschau welbewust had ingewisseld voor het verenigde Duitsland. Hij was gevolgd met tegenzin en angst voor zijn carrière als filosoof. "Mijn emigratie was een grote schok. Ik zal nooit meer wat bereiken, dacht ik. Ik kan straten gaan vegen, hooguit huismeester worden. Wat maar weer bewijst hoe weinig mobiel Polen zijn ingesteld. Maar ik had geluk."

Al pionierend bij Viadrina is Wojciechowski tien jaar lang getuige geweest van de ontwikkelingen in de grensstad, en zeker die tussen Polen en Duitsers. De Poolse staat is op 1 mei formeel tot de Europese Unie toegetreden, tot Duitsland kregen de Polen vrijwel direct na de val van de Muur toegang. Hun westerburen wilden niet nog een ijzeren gordijn oprichten, of beter: alleen nog voor ongewensten uit oostelijker gebieden.

In Frankfurt kon zich, rond de stadsbrug, een leerzaam proces van tien jaar afspelen, zoals dat pas na 1 mei elders aan de oostgrens van het Oude Europa te zien zal zijn. Eigenlijk waren het twee tegenstrijdige processen: een van de beleidsmakers en een van de straat. Wojciechowski wordt nog wel eens zwetend wakker wanneer hij aan de stemming denkt, die tien jaar geleden op de Frankfurtse straten heerste. "Voor elke Duitser was elke Pool een misdadiger. En voor elke Pool was elke Duitse ordebewaker een fascist." Althans zo leek het. "Ik weet nu dat ik niet werd achtergesteld omdat ik een Pool was, maar omdat ik me niet aan de Duitse codes hield."

Schrob- en veegcodes

Hij voelde zich in de winkels, op straat en in het huurhuis met al zijn schrob- en veegcodes "kleiner, kleiner, kleiner" worden. "Ik schaamde me zo. Ik schoot voortdurend te kort en werd daar met enorme heftigheid op gewezen. Bijvoorbeeld bij die supermarkt hier pal aan de grens. De Polen zijn niet zo vlot, die waren niet gewend aan die snelle afhandeling van hun mandje boodschappen aan de kassa. En de verkopers maar grommen en brullen."

Inmiddels, zegt Wojciechowski, heeft de ene kant geleerd om sneller in te pakken en de andere kant om kalm te blijven. "Es hat sich geregelt." Dat geldt eigenlijk voor het hele sociale verkeer: in Frankfurt aan de Oder en Slubice heeft de afgelopen paar jaren een 'mentale revolutie' plaatsgevonden, zegt hij. "Nu is het aan onze grensbrug als in een sprookje. En dat is veel belangrijker dan alle politiek correcte verklaringen ten aanzien van de Poolse complexen en de vele EU-geïnitieerde ontmoetingsprojecten bij elkaar."

Dat 'sprookje' is ironisch bedoeld. Maar de pijnlijkste confrontaties op de straten van Frankfurt liggen al vele jaren terug. Een van de spraakmakendste was de massale arrestatie, maar vooral de weinig fijnzinnige behandeling erna van 250 Polen die aan de Oder-brug, op de Schwarzarbeiterstrich aan de Duitse kant , op werk stonden te wachten. De andere kant van de affaire was de opgeklopte, ongecontroleerde berichtgeving in sommige Poolse kranten, waarbij met name de kop 'Dat was als in Auschwitz' in Oost-Duitsland verkeerd viel.

Vonken waren er genoeg: 'de Broodjesoorlog' toen er goedkoop Pools brood in Frankfurt werd verkocht in plaats van in Slubice, de rechts-extremisten die Poolse studenten het leven zuur maakten of Slubices burgemeester die, op weg naar zijn Frankfurter collega, aan de poort naar het Westen werd tegengehouden. Frankfurters werden met onbekende onderwereldpraktijken geconfronteerd en met nieuwe concurrentie in werk en in waren. Daar hielpen geen Pools-Duitse conferenties over de EU-uitbreiding tegen, met al hun historische mea culpa's van de Duitse sprekers en nationalistische ijdelheden van de Poolse.

'Gespleten stad' verscheen in zijn geheel in Vrij Nederland van 10 april 2004. Het is een voorproefje van het boek dat Annemieke Hendriks schrijft over de relaties tussen Duitsers en Polen. Dit boek komt tot stand met steun van het Duitslandprogramma Hoger Onderwijs en verschijnt begin 2005.

Foto (groot): Daniel Rosenthal. Blik op Frankfurt/Oder en de grens, vanuit Slubice.

'Meine lieben Deutschen' van Krzysztof Wojciechowski is in 2002 bij Westkreuz-Verlag Berlin/Bonn verschenen.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger