De ‘derde weg’ van Walther Rathenau
Biografie van Lothar Gall belicht veelzijdige Duitse minister

Boeken - 10 april 2009

(10 april 2009) Walther Rathenau, de in 1922 vermoorde Duitse minister van Buitenlandse Zaken, ontwierp na de Eerste Wereldoorlog een soort ‘derde weg’ tussen socialisme en kapitalisme, die in de huidige economische crisis weer actueel is. De Duitse historicus Lothar Gall schreef een nieuwe biografie over deze "tragische figuur".   

Boekcover 'Walther Rathenau. Portrait einer Epoche'. Afb.: Verlag C.H. BeckOver Walther Rathenau (1867-1922) is - ook al tijdens zijn leven – veel geschreven. Zijn bekendheid ‘dankt’ hij aan het feit dat hij op klaarlichte dag in Berlijn op straat werd doodgeschoten door politieke tegenstanders. Maar Rathenau blijft vooral boeien door zijn bijzondere achtergrond als technicus, ondernemer, geassimileerd jood en zijn veelzijdige bijdragen aan het maatschappelijk debat. Dat maakt hem niet makkelijk te duiden.

De bekendste poging daartoe is van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil, die Rathenau gebruikte als referentiepersoon in zijn roman ‘Mann ohne Eigenschaften’ (1930). Maar ook diverse wetenschappers waagden zich aan de veelzijdige politicus. Zo verscheen in 2005 een omvangrijk werk van Wolfgang Brenner met als ondertitel ‘Deutscher und Jude’.

Vorig najaar kwam de nieuwste Rathenau-studie uit, van de vooraanstaande Duitse historicus Lothar Gall. Zijn verdienste is dat hij de minister en diens opvattingen in zijn tijd plaatst.

Verdrag van Rapallo

Duitsland ging na de Eerste Wereldoorlog gebukt onder het Verdrag van Versailles, dat het land praktisch failliet maakte. Om sterker tegenover Frankrijk en Engeland te staan in de onderhandelingen over de uitvoering van ‘Versailles’ sloot Rathenau als minister van Buitenlandse Zaken in april 1922 met het communistische Rusland het Verdrag van Rapallo.

Het verdrag werd beschouwd als een meesterzet maar ook als een “vulgaire daad” van deze joodse minister van Buitenlandse Zaken. Rechts Duitsland nam het hem kwalijk ‘gemene zaak’ met de communisten te maken en uit die hoek kwam de moordaanslag van 24 juni 1922.

De moord op Rathenau luidde de maatschappelijke en politieke onrust in die in de Republiek van Weimar tot grote hoogte zou stijgen.

Radicale veranderingen

Walther was de zoon van Emil Rathenau, de grondlegger van de AEG, een van de grootste Duitse industriële conglomeraten in de tweede helft van de negentiende eeuw. De zoon diende in de voetsporen van zijn buitengewoon succesvolle vader te treden. Hij studeerde techniek en vervulde diverse functies in het concern van zijn vader. Na diens overlijden in 1915 werd hij benoemd tot voorzitter van de Raad van Commisarissen.

Maar Rathenau junior was veel meer dan een competent bestuurder, industrieel en technicus. Hij bewoog zich ook op de terreinen van kunst, cultuur en politiek en trok de aandacht met publicaties over de ontwikkeling van de samenleving. Deze bijdragen vallen op door een zekere onduidelijkheid en mystificatie maar ook door een eigenzinnige kijk op de maatschappelijke verhoudingen, die niet direct strookte met de blik die je van een ondernemer zou verwachten.

Rathenau was ervan overtuigd dat de Duitse maatschappij radicale veranderingen nodig had. Zo moest die maatschappij in de eerste plaats democratisch worden en moest de macht komen te liggen bij maatschappelijk en economisch gezaghebbende groepen. Bovendien zag hij een belangrijke rol voor de overheid in het reguleren van de economie.

In de huidige discussie over de economische crisis, waarin ook “elke optie” wordt opengehouden, heeft deze opvatting van Rathenau weer actualiteitswaarde. Zijn leven en werk illustreren hoe ook in de vorige eeuw meer nuances bestonden dan óf kapitalisme óf communisme/socialisme.    

Rathenau’s tijd

Gall, als gerenommeerd historicus en biograaf, kwijt zich als geen ander van de taak de context van Rathenau’s tijd te schetsen. Dat doet hij zo goed, dat in de eerste honderd bladzijden van zijn boek Rathenau zelf geheel verloren gaat. Maar die context is buitengewoon relevant omdat Gall de veranderingen in de samenleving vanaf 1900 compact samenvat.

Op vrijwel alle terreinen was sprake van vernieuwing: wetenschap, literatuur, beeldende kunst, muziek, architectuur, filosofie en sport. Gall voert de spelers en de groepen die deze beweging maakten met naam en toenaam op. Zo laat hij ook zien hoe zich een nieuwe burgerlijke klasse vormde, die zijn geld zelf verdiende en veel belang toekende aan kennis.

Zo vormde zich een kennissamenleving, het Bildungsbürgertum, die het echter niet lukte ook een passend aandeel in de maatschappelijke macht te verwerven. Die bleef in Duitsland tot na de Eerste Wereldoorlog in handen van de landadel en de keizer. De spanning die daaruit ontstond vond zijn ‘oplossing’ in de Eerste Wereldoorlog.

Planning van de oorlogseconomie

Walther Rathenau. Afb.: wikipedia.orgRathenau was geen voorstander van die oorlog maar wel patriot – en zo bracht de oorlog hem ertoe de politiek actief te steunen. Omdat hij zowel de industriële als de financiële wereld kende, zette hij vanuit de regering de oorlogseconomie ambtelijk ‘op poten’.

Concreet betekende het dat Rathenau de private ondernemers in een georchestreerde aanpak aanstuurde de juiste prioriteiten - vanuit de economische logica van het oorlogvoeren - te stellen: het verwerven en benutten van grondstoffen. Rathenau plande de economie en zijn aanpak werd door vriend en vijand geprezen. Overigens verliet hij de politieke dienst weer toen hij de noodzakelijke ambtelijke eenheid had opgezet, om als vrij man aan het publieke debat deel te nemen.

Rathenau’s planning van de oorlogseconomie zou school maken. Hitlers architect en minister van Bewapening en Munitie Albert Speer koos eenzelfde benadering tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Daarna hebben ook de Amerikanen studie gemaakt van de wijze waarop de Duitsers de economie overeind hielden ter ondersteuning van de oorlogvoering. De Amerikaanse econoom John Kenneth Galbraith (1908-2006) kreeg na de Tweede Wereldoorlog de opdracht Albert Speer, voordat die niet meer bereikbaar zou zijn, hierover gedetailleerd uit te horen.

Derde weg

Voor Rathenau was deze praktijkoefening tegelijk een illustratie van wat hij in het algemeen wilde met de economie. Hij meende dat een vorm van sociale planning noodzakelijk was en dat de overheid deels eigenaar van belangrijke industrieën – en dan vooral de infrastructuren – moest zijn. Binnen dat kader moesten particuliere ondernemers kunnen ondernemen.

Volgens Rathenau zorgde de markt zelf niet voor een maatschappelijk verantwoorde ordening. Voor hem was een leidende rol voor de overheid een uitdrukking van beschaving. Dus de georchestreerde economie die hij in de oorlog in praktijk bracht, stond ook model voor de vredestijd. Hij ontwierp hiermee een soort ‘derde weg’ tussen socialisme en marktkapitalisme.

Rathenau was gevormd in de elektrotechniek. Deze ervaring klinkt door in zijn visie op de inrichting van de economische orde. De elektrotechniek kon slechts tot ontwikkeling komen door de bereidheid daarin te investeren. Dat kreeg een individuele ondernemer alleen niet voor elkaar, daarvoor waren visie en samenwerking tussen grote partijen noodzakelijk. De staat kon daarbij een belangrijke sturende rol vervullen.

Rathenau meende dat deze visie op veel economische terreinen van toepassing kon zijn. Na de Eerste Wereldoorlog moest in Duitsland alles opnieuw worden bedacht en Rathenau voedde het proces van meningsvorming met talrijke bijdragen – hoewel niet altijd even consistent.

Tragische figuur

Rathenau is, zo concludeert Lothar Gall, een tragische figuur gebleven. De man had veel kwaliteiten, was energiek en vol plichtsbesef, maar ontbeerde een verankering. Daardoor bleef hij een buitenstaander op alle terreinen waarop hij actief was.

Hij slaagde er niet in zijn ideeën in de praktijk om te zetten; daarvoor was hij in zijn denken te vaag en te springerig. Dat riep bij sommigen de verdenking op dat het hem er vooral om ging de aandacht op zijn persoon te vestigen, maar dat is volgens Gall niet juist. Rathenau was een zoon van zijn strenge vader. Hij probeerde hem zijn leven lang te ontlopen, maar wilde hem tegelijk ook laten zien dat hij veel kon en hem overtreffen.

Het boek van Gall geeft een geweldig goed gedocumenteerd beeld van een tijd die in sommige opzichten weer actueel is. Het was een tijd die vooraf ging aan de donkerste periode in de Duitse geschiedenis. Dat voorvoelde Rathenau in de pessimistische stemming waarvan zijn werk is vervuld.

  • Lothar Gall: Walther Rathenau: Portrait einer Epoche
    Uitgevrij C.H.Beck München, 298 pag., € 22,90
    ISBN 978-3-406-57628-7   
Ferdinand Mertens is lid van de Onderzoekraad voor Veiligheid, hoogleraar ‘Toezicht vanwege de overheid’ aan de TU Delft en voormalig bestuurslid van de Stichting Duitsland Instituut Amsterdam

Afbeeldingen

Boekcover: Verlag C.H. Beck
Rathenau: wikipedia.org

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger