"Het is mijn eigen verhaal"
Klaus Kordon's 'Krokodil im Nacken'
Boeken - 13 april 2004
Klaus Kordon (1943) is één van de bekendste en meest bekroonde jeugdboekenschrijvers van Duitsland. Zijn omvangrijke oeuvre omvat geïllustreerde kinderboeken en sprookjes. Maar Kordon is vooral bekend vanwege zijn realistische, gedreven en ook altijd spannende boeken, die de geschiedenis uit het perspectief van een meestal jeugdige hoofdpersoon weergeven. In zijn nieuwste boek 'Krokodil im Nacken' reflecteert Kordon dertig jaar politieke, Oost-Duitse en persoonlijke geschiedenis van 1943 tot 1973.
"Wie eenmaal gefolterd werd, psychisch of fysiek, die zal zijn hele leven lang gefolterd worden", zegt een medegedetineerde in Kordons roman 'Krokodil im Nacken' tegen hoofdpersoon Manfred Lenz. Na vier maanden te hebben doorgebracht in een isoleercel van de beruchte gevangenis van de Stasi in Berlijn-Hohenschönhausen merkt de 30-jarige Lenz dat zijn leven, zoals hij het kende, voorgoed voorbij is. Met zijn vrouw Hannah en de kinderen Silke en Michael werd hij in 1972 tijdens een poging tot Republikflucht opgepakt. Tijdens zijn éénjarig verblijf in de gevangenis kijkt Manfred terug op zijn leven. Er volgen beschrijvingen van zijn jeugd in het naoorlogse Berlijn, hoe hij opgroeide in het stadsdeel Prenzlauer Berg tussen de ruïnes, toen hij de geuren opsnoof in de levensmiddelenzaak van de heer Wilke en bij de schoenmaker Schmiedepfennig. Deze en andere verhalen, letterlijk in geuren en kleuren verteld, vormen een hard contrast met de kale omgeving in de cel. De twee contrasterende verhaallijnen maken ook duidelijk hoe het DDR-regime erin slaagde om zijn eigenlijk loyale burgers tot wanhoop te drijven en op de vlucht te doen slaan.
Manfred Lenz is het alter ego van Kordon. De roman is een persoonlijk getint panorama van de Duits-Duitse geschiedenis. "Dat er iemand in de gevangenis zit, de verklaring voor zijn detentie, het feit dat zijn vrouw ook in de gevangenis zit en dat zijn kinderen in een kindertehuis verblijven, dat is mijn verhaal", aldus Kordon. Het idee om dit boek te schrijven had hij al langer, het kostte alleen veel tijd voordat hij het "zonder wraakgevoelens" kon schrijven. Uiteindelijk is er een boek met een omvang van bijna achthonderd pagina's ontstaan, waarin hij vele herinneringen uit zijn jeugd verwerkt. Maar dan wel op een directere, hardere en meedogenlozere manier dan in zijn, toch meer op een jonger publiek gerichte, andere boeken. Op de vraag waarom hij voor dit boek het personage van Manfred Lenz geïntroduceerd heeft, antwoordt Kordon, dat daardoor de nodige afstand ontstaat om überhaupt over zichzelf en zijn ervaringen te kunnen schrijven.
In 1973 worden Klaus Kordon en zijn vrouw door de Bondsrepubliek Duitsland vrijgekocht. De kinderen mogen hun ouders pas één jaar later volgen. De familie verhuist naar het Rijn-Main-gebied en in die tijd begint hij met schrijven. Voor zijn arrestatie in de DDR werkte Kordon, die economie heeft gestudeerd, voor een handelsbedrijf. Voor zijn werk reisde hij naar verschillende Afrikaanse en Aziatische landen, op zich al een privilege voor een DDR-staatsburger. De barre levensomstandigheden, die hij tijdens zijn verre reizen van dichtbij meemaakte, en een ontmoeting met een jonge bedelaar in Indonesië inspireerden Kordon tot het schrijven van een kinderboek over het lot van kinderen in deze landen. Vier jaar na zijn vrijlating in 1977 wordt zijn boek 'Tadaki' (later bekend geworden als 'Der Weg nach Bandung') gepubliceerd. Sindsdien zijn er talloze boeken van hem verschenen, waarvan velen gesitueerd zijn in de door hem bereisde landen. Een ander terugkerend thema is Berlijn. Zijn 'Trilogie der Wende' omvat drie boeken over het leven van de Berlijnse arbeidersfamilie Gebhardt. De euforisch waargenomen Novemberrevolutie van 1918 word in het boek 'Die roten Matrosen' beschreven, 'Mit dem Rücken zur Wand' behandelt de roerige jaren van 1932/1933 en 'Der erste Frühling' gaat over de chaotische periode van 1945 en de langzaam opkomende nieuwe hoop.
Zijn jeugdboeken zijn zeker geen zoetsappige happy end-verhalen en toch stralen zij een zekere warmte uit, ze juichen de vriendschap toe. Kordons levensverhaal boeit door de authenticiteit en oprechtheid en biedt, naast de onlangs in de mode gekomen Ostalgie een eerlijke, niet-sentimentele kijk op een vaak vertekend stuk Duitse geschiedenis.
Andreas Klaar studeert Duitse Taal en Cultuur en Europese Unie-studies aan de Universiteit van Leiden en loopt momenteel stage bij het Duitsland Instituut Amsterdam.
- Klaus Kordon, 'Krokodil im Nacken', Verlag Beltz & Gelberg, Weinheim 2002; 796 pagina's; ISBN 3407808933; 19,90 euro
Overige recensies:
Die Zeit
Das haste wohl aus'm Westfernsehen
Op 26 april geeft Klaus Kordon, op uitnodiging van het Duitsland Instituut Amsterdam, het Goethe-Institut Amsterdam en het Genootschap Nederland-Duitsland, eenlezingin het Goethe-Institut.
Reacties
Geen reacties aanwezig