De stiekem-leuke muziek van Anajo
<<< Ruis >>>

Columns - 3 februari 2009

(3 februari 2009) De Beierse indieband Anajo maakt ‘Gute Laune’-muziek waar je vroeg of laat voor valt, of je het nu wilt of niet. Een band die flirt met kitsch, maar wel met een vette knipoog.

Katja GeelhoedEigenlijk viel ik eerst voor de mannen van Anajo en daarna pas voor hun muziek. Dat gebeurde tijdens het festival ‘Ein Abend in Amsterdam’ vorig jaar in Paradiso. Nog voordat zij mij enthousiast te woord stonden voor een verslag dat ik over deze avond moest schrijven.

Vlak voordat het trio de ruimte backstage verruilde voor het podium, keek zanger Oliver Gottwald een van de organisatoren aan. “Dankjewel?” vroeg hij. De organisator knikte. “Dankjewel” oefende Gottwald nog eens. “Dankjewel!” krabbelde ik in mijn notitieblokje. “Nu al leuk”, dacht ik en spoedde mij naar de grote zaal voor het optreden.

‘Gute Laune Musik’

Anajo komt uit Augsburg en bestaat naast zanger en gitarist Gottwald uit Michael Schmidt (bas/keyboard) en Ingolf Nössner (drums). De band ontleent zijn naam, zo gaat het verhaal, aan de film Banana Joe. De bandleden zagen de film ooit op een TV die zo kapot was, dat van de filmtitel in beeld alleen nog ‘ana jo’ overbleef.

‘Gute Laune Musik’ wordt de gitaarpop van Anajo vaak genoemd. Terecht als je naar het concert in Paradiso kijkt. Met nummers als ‘Monika Tanzband’ kregen Gottwald, Nössner en Schmidt de zaal met hulp van hun meegereisde fans zonder problemen aan het dansen.

Het hoogtepunt van het optreden was wat mij betreft de Nederlandstalige versie van het nummer ‘Amsterdam-Mann’. Tja, ik viel al voor “dankjewel”, dus je kunt je mijn ‘Gute Laune’ voorstellen bij: “De mooiste man zag ik in Amsterdam, op een boottocht door de stad”.

Gottwald, zanger van Anajo. Afb.: somma1977, www.flickr.com

‘Amsterdam-Mann’ verscheen overigens niet zonder discussie op CD. Gottwald komt hierin, duidelijker dan in andere nummers, uit voor zijn homoseksuele geaardheid. Bij de andere bandleden rees de vraag of een deel van de fans zich hierdoor niet moeilijker met de teksten zou kunnen identificeren. Anajo kwam tot de conclusie dat dit wel mee zou vallen en het nummer werd gewoon in het repertoire opgenomen.

Bob Ross

Twee albums maakte Anajo sinds het trio in 1999 begon. Nah bei mir (2004) en Hallo, wer kennt hier eigentlich wen? (2007). Dat is niet zoveel. Anajo zelf zal de laatste zijn om dat te ontkennen. “Klopt”, zegt Gottwald in een interview met Teleschau: “Wij maken alleen een album als we iets te zeggen hebben. Als je niets te zeggen hebt kun je het beter laten.”

Wat ze te vertellen hebben, vertellen ze op een luchtige manier. Ze raken daarbij soms de grenzen van kitsch, maar doen dat wel met gevoel voor humor. Neem de zonsopgang die wordt bezongen in ‘Villa am Strand’: “ein Sonnenaufgang / Wie ihn sonst nur Bob Ross malen kann”.

Of ‘Wenn du nur wüsstest’, een duet met Klee-zangeres Suzie Kerstgens, met wie Anajo Beieren bij de Bundesvision-Song-Contest van de Duitse komiek Stefan Raab vertegenwoordigde. Het leverde ze de negende plaats en een bescheiden hitje op. Een deel van het refrein:
Wenn du nur wüsstest, wie ich dich vermisse
wie gern ich dich küsste, und wie sehr mir das fehlt.
Doch große Worte will ich vermeiden
dafür bin ich viel zu bescheiden
Mir bleibt nur Telepatie
doch das wird bei dir nie.”

‘Het komt wel goed’-stem

Anajo. Afb.: unblogbar.org, www.flickr.com“Zelden werd er Duitstalig minder gênant gezwijmeld”, wordt over de muziek van Anajo geschreven op plattentests.de. De teksten zijn volgens de website geknipt voor “schoolbanken en poëziealbums”. Het is positief bedoeld en ik kan me wel in die omschrijving vinden. Dit is ook waarom Anajo’s muziek voor mij lang behoorde tot de categorie ‘stiekem-leuk’.

De bands die door mij in de loop der tijd tot deze categorie zijn gerekend, verschillen van stijl en niveau, maar hebben een ding gemeen: je twijfelt of je het wel echt goed vindt, maar je kunt er niet omheen dat je er graag naar luistert.

Bij Anajo dacht ik: “Hm, wel érg luchtig en vrolijk”, maar ik skipte het nooit als er een nummer langsgeshuffeld kwam. “Hm, de teksten zijn wel wat simpel en sentimenteel”, zuchtte ik, maar kon ze binnen de kortste keren allemaal meezingen. “Hm, wel een beetje voor de hand liggend”, vond ik de thema’s, maar tegelijkertijd raakte Gottwald vaak precies de kern en wist hij het ook nog met een knipoog te brengen. En met een ‘het-komt-wel-goed’-stem, zoals deze wel wordt omschreven.

Het stadium van stiekem-leuk is Anajo voor mij voorbij. Juist het spelen met kitsch en de eenvoudige teksten, maken de charme en kracht uit van dit trio. ‘Spätsommersonne’ en ‘Vorhang auf’ zijn treffend herkenbare nummers. Gottwalds ‘het-komt-wel-goed’-stem maakt het af. Soms is dat gewoon precies wat je nodig hebt.

Op een nieuwe CD zullen we nog wel even moeten wachten, de vorige is immers nog maar twee jaar oud. Maar Anajo zit niet stil. Afgelopen najaar toerde de band met het Poporchester van de Universität Augsburg door Duitsland. Een DVD- en CD-registratie hiervan zijn binnenkort in gelimiteerde editie te verkrijgen.

Dit is een column in de reeks 'Ruis'. Regelmatig schrijft Katja Geelhoed over haar liefde voor de Duitse popmuziek. Zij is historica en werkt bij de VPRO.

Zie ook:

Anajo
Bundesvision-Song-Contest

Afbeeldingen:

Gottwald: somma1977, www.flickr.com 
Anajo: unblogbar.org, www.flickr.com

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger