Dertig jaar toeteren over de Muur
Leven na de Muur
Achtergrond - 9 november 2009
Al in 1980 sloot de virtuoze trompettist Andreas (Andy) Altenfelder zich in Berlijn, Hauptstadt der DDR bij het Willem Breuker Kollektief. Annemieke Hendriks sprak beide muzikanten in 2005.
Willem Breuker Kollektief in China, achter 4e van links Altenfelder en 7e Breuker
Willem Breuker: “We speelden regelmatig in West-Berlijn en de jazzmusici daar hadden goede contacten met hun collega’s in Oost-Berlijn. Zo werden we in de hoofdstad van de DDR uitgenodigd. Onze eerste concerten sloegen al in als een bom. Het was midden in de free-jazzperiode, toen iedereen zo luid mogelijk heel artistiek door elkaar heen stond te piepen. Bloedserieus ging dat eraan toe, zonder enige zelfspot. Duitsland is natuurlijk sowieso vrij heavy, zowel West als Oost. En daar kwamen wij, met onze speelse, onconventionele show.”
En hoe kwamen Andreas Altenfelder en jij met elkaar in contact?
Breuker: “Onze hoornist Jan Wolf vertrok, we zochten een nieuwe koperblazer. Trompettist Boy Raaymakers kwam meteen met Andy aanzetten. Toen kreeg je dus dat gedoe van die Muur die ertussen zat. Ik zei, met die Muur heb ik helemaal niks te maken. Dat is gewoon een opeenstapeling van stenen. Er zijn papieren en stempels om dat gedoe in orde te maken.”
Was dat niet rijkelijk optimistisch, Andy?
Andreas - Andy - Altenfelder: “Ja. Ikzelf had tot dan één keer toestemming gekregen om in West-Berlijn te spelen. Ik was daarna in de DDR teruggekeerd, dus ik werd betrouwbaar gevonden, maar veel hielp dat niet. Daarom nodigden we zoveel mogelijk musici uit het Westen maar bij ons uit."
"Wat was ik gelukkig toen ik eind 1979 een paspoort kreeg waarmee ik naar het Westen kon reizen. Maar die pas moest ik weer afgeven, want Willem schreef prompt een artikel voor een West-Duits muziekblad waarin hij het Stiefelsozialismus van de heer Honecker aan de kaak stelde.”
Andy Altenfelder en Willem Breuker liggen dubbel van het lachen. Breuker: “Wie heb ik in dat stuk niet onderuit gehaald. Maar in de Duitse vertaling stond alles er plotseling zo serieus, zonder ironie. Wist ik veel dat die Oost-Duitsers zo’n blad ook lazen.”
Altenfelder: “Ik had mijn koffers al gepakt en toen ging het niet door. Voor de rest van m'n leven niet, zo leek het. Maar mijn vriend Heiner Müller suggereerde dat ik een brief naar het ministerie moest schrijven, dat alles op een misverstand berustte. Dat Willem een parodie had geschreven en precies het tegenovergestelde bedoelde. Ik heb dat gedaan, en toen ik na een half jaar nog geen reactie had ben ik op aanraden van Heiner langs mijn neus weg gaan informeren hoe het nu zat."
"Tot mijn verbazing kreeg ik toen mijn paspoort en kon ik voor het eerst naar Nederland. Achteraf denk ik dat de behoefte van onze staat aan deviezen me erdoorheen heeft gesleept. Want ik heb ervoor betaald. Na afloop van elke buitenlandse tournee moest ik direct terug in de DDR, mijn pas afgeven en aan de grens ongeveer een kwart van mijn verdiensten betalen. Aan de staat, via een agentuur.”
Breuker: “Wij hadden wel het voordeel dat we in de DDR op handen werden gedragen. In de loop van de jaren tachtig kwamen we op staatsuitnodiging spelen. Bij grensovergang Checkpoint Charlie konden wij gewoon doorrijden, terwijl we poen smokkelden bij het leven, en drank en allerhande rotzooi. Je had altijd veel te veel van die Oostflappen. Op een gegeven moment heb je wel genoeg schoenen.”
Lees ook op Duitslandweb:
Het hele gesprek met Willem Breuker en Andreas Altenfelder
Lees meer:
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig