Duitslandweb logo Duitslandweb

Goodbye Trabant
Kunsthal toont foto's laatste week Oost-Duitse autobouwer

Achtergrond - 13 maart 2009 - Auteur: Sander van der Ploeg

De Muur nam de Trabant mee in zijn val. Met anderhalf jaar vertraging. In april 1991 legde de Nederlandse fotograaf Martin Roemers in stemmig zwart-wit de productie van de laatste restpartijen vast. De Rotterdamse Kunsthal toont het resultaat – een visuele grafrede in 41 delen.

Goodbye Trabant
© Martin Roemers

Een carrosseriemaker zit in zijn pauze onderuitgezakt een autoblad te lezen. “Ieder jaar een nieuwe Mercedes!”, schreeuwt de kop. Hij weet dat het afgelopen is. Tegen de concurrentie uit het Westen kan de verouderde Trabant niet op. De Oost-Duitse autobouwers leggen de hand aan de laatste serie van de gezinswagen. Bedoeld voor de export naar de voormalige socialistische broederstaten Polen en Hongarije.

Roemers’ foto is een verstilde weergave van een nieuwe realiteit, waarin geen plaats meer was voor de Trabant. De lopende band achter de lezende arbeider is daarom een anachronisme op zich. Toen Roemers in 1990 vernam dat de fabrieken van Trabant-producent Sachsenring in Zwickau definitief zouden worden gesloten, vertrok hij naar de voormalige DDR. Om te registreren wat verdwijnt, voordat het te laat is.

Roemers meldde zich onaangekondigd bij de fabriekspoort. Hij mocht een uur naar binnen. Een jaar later was hij welkom voor een hele week. Zonder begeleiding, met volledige bewegingsvrijheid.

“Ik wiEen montagewerker naast de lopende band. Afb: Martin Roemerslde het productieproces en de mensen die daar achter zitten vastleggen”, vertelt Roemers in zijn woning annex studio in Delft. Daarvan waren in de voormalige DDR in die tijd talloze voorbeelden. Trabant had voor hem de meeste symboolwaarde.

Metafoor van kunststof

De geschiedenis van de Trabant is bijna een metafoor voor het land waarin de auto van kunststof tot stand kwam. De DDR beloofde een nieuw en beter Duitsland te zijn. Haar nieuwste project de Trabant was bij zijn introductie in 1957 een vooruitstrevende gezinswagen.

Maar zowel de DDR als de Trabant werd ingehaald door de tijd. Moderne technieken kregen door starre, politieke onwil geen greep op de wagen. Wie te laat komt, wordt door het leven bestraft.

Juist door de onlosmakelijke band tussen de Trabant en de DDR was Roemers verbaasd in eerste instantie geen Duitse journalisten aan te treffen. “De ‘Trabi’ is een stuk Duitse geschiedenis”, aldus de fotograaf. “Het is vreemd dat op dat moment alleen een Nederlander de waarde van een fotoreportage inzag.”

Historisch belang

Inmiddels is ook Duitsland doordrongen van het historische belang van de fotoserie. Zo is de collectie aangekocht door het Haus der Geschichte in Bonn. Een aantal foto’s leent hij permanent uit aan het Trabant-museum in Zwickau. In 2007 verschenen de foto’s in boekvorm bij een Berlijnse uitgeverij. Nu reist de collectie langs verschillende musea. Roemers’ serie zal komende zomer ook Rüsselsheim aandoen, de hoofdzetel van de geplaagde autofabrikant Opel. “Puur toeval”, aldus de fotograaf.

Dat zijn toenmalige afstudeerproject voor de Enschedese kunstacademie nu zoveel aandacht krijgt, wijt de fotograaf vooral aan het herdenkingsjaar 2009. In november is het twintig jaar geleden dat de Muur viel.

Heel anders was dat in 1997, toen de Trabant zijn gouden jubileum zou vieren. Roemers bood de serie aan meerdere musea en uitgeverijen aan, zonder resultaat. “Het was nog te vroeg”, denkt hij. “Maar het succes van films als ‘Das Leben der Anderen’ en ‘Goodbye Lenin’ toont aan dat de tijd nu wel rijp is.”

Bloemetjesjurken

Bijna twintig jaar na dato lijkt de laatste week in het 33-jarige bestaan van Trabant lichtjaren geleden. Vrouwen van in de vijftig in bloemetjesjurken poetsen de lak, die twee jonge mannen eerder op de carrosserie hebben gespoten. Zonder beschermingsmasker kijken de spuiters uitdrukkingsloos in de lens.

Pauze aan de lopende band. Afb: Martin Roemers

“De productie bij Trabant vond ik illustratief voor een gewone werkdag in de DDR”, zegt Roemers. "Dat wilde ik laten zien. "Op het moment van de opname was de Muur al gevallen en Duitsland herenigd. Het was zijn laatste kans, zij het fragmentarisch, een maatschappij te tonen die op het punt stond te verdwijnen.

Volgens Roemers waren de geportretteerden zich heel goed bewust van de snel veranderende wereld om hen heen. “Maar over politiek werd totaal niet gesproken. Zij waren heel begrijpelijk alleen maar bezig hun eigen toekomst veilig te stellen.”

Niet iedereen is er even goed in geslaagd een nieuw leven op te bouwen in de Bondsrepubliek, zo ontdekte Roemers een jaar na de reportage. In 1992 keerde hij terug naar Zwickau, waar inmiddels Volkswagens van de band liepen. Hij kwam meerdere van de gefotografeerde Trabant-werknemers weer tegen. Eén van hen verkocht op straat kranten. Door zijn leeftijd was hij onbemiddelbaar geworden.

Een andere oude bekende kwam Roemers tegen achter de lopende band die in het nieuwe Duitsland VW Golfs uitspuwde. Zijn laatste woorden gaven volgens Roemers treffend het einde van een tijdperk weer: “Of ik nu een Trabant maak of een Volkswagen, na mijn dienst rijd ik naar huis in mijn Alfa Romeo.”

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Geschiedenis':

Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname

Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname

Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'


Lees meer

Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis

Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis

Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.


Lees meer

Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht

Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht

Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.


Lees meer

Graphic novels: herdenken in stripvorm

Graphic novels: herdenken in stripvorm

Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger