Duitsland tempert de verwachtingen
Een vooruitblik op het Duitse EU-voorzitterschap
Achtergrond - 9 januari 2007
(9 januari 2007) Berlijn is zich er goed van bewust dat een succesvol Europees voorzitterschap staat of valt met het managen van verwachtingen. Door deze nu te temperen, kunnen de successen van het komend half jaar straks extra breed worden uitgemeten.
De meeste landen die het voorzitterschap van de Europese Unie overnemen, komen met een buitengewoon ambitieus programma. Deze overdosis aan ambities presenteert de Bondsrepubliek, sinds 1 januari Europees voorzitter, niet. Zowel Bondskanselier Angela Merkel als minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier (SPD) doen er alles aan om de verwachtingen van het Duitse voorzitterschap tot realistische proporties terug te brengen.
Deze verwachtingen zijn – vooral in het buitenland – hooggespannen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een zekere Europese wanhoop. Want als Duitsland niet in staat is om de Europese kar te trekken, wie dan wel? Van Parijs en Londen mag momenteel weinig worden verwacht, nu Chirac en Blair bij de uitgang staan.
Het temperen van al te hoge verwachtingen moet niet worden gezien als een gebrek aan ambities. Duitsland heeft er groot belang bij dat de EU besluit- en slagvaardig wordt en niet verwatert tot een veredelde binnenmarkt. Een Europees succes zou Angela Merkel ook persoonlijk niet slecht uitkomen. Het moeizaam en chaotisch verlopende hervormingsprogramma van de grote coalitie heeft haar imago in de binnenlandse politiek ernstig beschadigd. Optredens op de internationale bühne zijn over het algemeen goed voor populariteitscijfers. Het politiek kapitaal dat Merkel zou kunnen vergaren met Europese successen zou ook in de binnenlandse politiek aan een stemmingsomslag kunnen bijdragen.
Klus
Nu wil het toeval dat Duitsland in 2007 ook voorzitter is van de G8. Dit zorgt niet alleen voor nog meer internationale spotlights, maar schept ook de mogelijkheid om belangrijke agendapunten, zoals terrorismebestrijding, energiepolitiek en klimaatbescherming te coördineren. Beide voorzitterschappen samen vormen een immense klus. Duitsland moet in een half jaar tijd ongeveer 400 bijeenkomsten op politiek niveau organiseren en voorzitten. Alleen al om infrastructurele en logistieke redenen is dit een opgave die maar weinig landen aankunnen.
Voor het eerst bestrijkt de Europese agenda van het voorzitterschap een periode van achttien maanden (het zgn. Teampresidentschaft). Dit betekent dat de Bondsrepubliek, samen met Portugal en Slovenië, eigenlijk anderhalf jaar lang flink wat in de melk te brokkelen heeft. Deze tijd kan Merkel goed gebruiken, want aan de to do-lijst lijkt geen einde te komen.
Een groot deel van de Europese agenda behelst natuurlijk de langlopende dossiers. Zo heeft Berlijn de herleving van het Europese grondwettelijke verdrag tot prestigeproject gebombardeerd. Merkel zal in dit kader de vijftigste verjaardag van het Verdrag van Rome in maart aangrijpen om een toekomstperspectief te formuleren dat tot meer bezieling onder de bevolking moet voeren. Ze zal in dit verband ook pleiten voor Europa als waardengemeenschap. Of een dergelijke declaratie ook praktische relevantie heeft, valt te betwijfelen.
Buitenlandse conflicten
De geschiedenis leert dat veel tijd van de voorzitter wordt opgeslokt door buitenlandse politieke incidenten en conflicten. Hoewel de landkaart van actuele en potentiële brandhaarden redelijk bekend is, blijven de tijdstippen waarop incidenten plaatsvinden en de vorm die ze aannemen, in hoge mate onvoorspelbaar. Dat er de nodige onverwachte gebeurtenissen het pad van het Duitse voorzitterschap zullen kruisen, valt te verwachten, al was het maar vanwege de instabiele situaties in het Midden-Oosten en in Afrika.
Van tevoren staat al vast dat de politiek van de EU ten opzichte van Rusland en Iran veel van de Duitse diplomatie zullen vergen, zoals ook de verhouding tot Turkije de nodige aandacht zal vragen. In de relatief rustige Balkan zal in het komende halve jaar ook veel werk verzet moeten worden, omdat het Stabiliteitspact in een regionale samenwerkingsraad zal moeten worden omgevormd en stappen moeten worden gezet om van Kosovo een onafhankelijke staat te maken zonder dat er opnieuw een burgeroorlog uitbreekt.
Met de toetreding van Roemenië wordt Moldavië een Europees buurland en krijgt de EU onmiddellijk te maken met het conflict tussen Moldavië en de naar zelfstandigheid strevende Dnjestr-republiek. Deze kwestie maakt nog eens duidelijk hoe essentieel een vastomlijnd Europees buurlandenbeleid is. Voor Duitsland, dat in het midden van Europa ligt, heeft dit thema hoge prioriteit.
Succes
Al deze buitenlandspolitieke kwesties zullen Berlijn er niet van mogen weerhouden om vooral aan de interne Europese agenda te werken. De verbetering van de interne structuren, de Europese concurrentiepositie en de economische modernisering, mogen daarbij niet ten koste gaan van het Europees sociaal model. Ook zal Duitsland veel aandacht schenken aan het probleem van integratie van etnische minderheden. De minister van Binnenlandse Zaken Wolfgang Schäuble (CDU) zal ongetwijfeld de succesvolle Duitse Islam Conferentie van september 2006 als model nemen voor het stimuleren van de interculturele dialoog op Europees niveau.
Kortom, aan thema’s geen gebrek. Angela Merkel krijgt meer dan genoeg mogelijkheden om zich als staatsvrouw te profileren. Misschien wel meer dan haar lief is. De overvolle agenda betekent onvermijdelijk dat er veel punten niet gerealiseerd kunnen worden of blijven liggen. Het betekent echter ook dat er een aantal successen kunnen worden geboekt. Onverwachte incidenten zullen grote invloed hebben op het succes of het falen. Daar deze moeilijk gestuurd kunnen worden, is het des te belangijker om de Europese perceptie te beïnvloeden. Hoe het Duitse voorzitterschap uiteindelijk zal worden beoordeeld, heeft namelijk alles te maken met de Europese stemming. Is het glas na zes maanden halfleeg of halfvol? Angela Merkel heeft een positieve beoordeling hard nodig, gegeven de al maar dalende populariteitscijfers. Aan haar inzet zal het dus niet liggen.
Ton Nijhuis is wetenschappelijk directeur van het Duitsland Instituut Amsterdam.
Reacties
Geen reacties aanwezig