Van ver gekomen
Berlijn viert vijftig jaar Europa

Achtergrond - 26 maart 2007

(26 maart 2007) In Berlijn vond afgelopen weekend één van de hoogtepunten plaats van het Duitse voorzitterschap van de Europese Unie. Met een groot feest en een ‘Berlijnse Verklaring’ stond Europa stil bij wat het de afgelopen vijftig jaar heeft bereikt.

 Wat viel er gisteren nu eigenlijk precies te vieren? Geen tv-programma of krant die de afgelopen dagen niet op één of andere manier – hoe absurd soms ook – aandacht besteedde aan ‘vijftig jaar Europa’. In de Duitse media, maar in de Nederlandse net zo goed, werden volop overzichten getoond, dossiers samengesteld of journalisten gevolgd op hun reis door de Europese lidstaten. En maar al te vaak bleek, dat over de achtergrond van het feest dat gisteren in Berlijn plaatsvond, feitelijk maar weinig bekend is.

Gemeenschap

Het was de regenachtige dag 25 maart 1957 die werd herdacht, waarop delegaties uit Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg op het capitool in Rome met hun handtekeningen de verdragen van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Atoomenergie Gemeenschap (Euratom) bekrachtigden. Anders dan dezer dagen vaak wordt geroepen waren dit echter niet de eerste verdragen die deze landen sloten. Op 18 april 1951 hadden deze zogenoemde Zes zich al verenigd in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).

Dit eerste Europese verdrag was een initiatief van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman. Zijn doel was de – voor oorlogsvoering essentiële – productie van kolen en staal onder te brengen in een supranationale instelling. Daarmee zette het EGKS-verdrag een belangrijke stap in de richting van het na twee wereldoorlogen zo belangrijke doel een nieuwe escalatie tussen de Europese buurlanden onmogelijk te maken. Het vormde een antwoord op het zogenaamde ‘Duitse vraagstuk’, in de zin dat het de agressor in beide oorlogen aan de omringende landen moest binden.

Vraagstukken

Op den duur bleek het EGKS-verdrag evenwel niet toereikend om Duitsland duurzaam onder controle te houden. Ook voorzag het geen antwoord op andere belangrijke vraagstukken, als de veiligstelling van de Europese autonomie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, of verdergaande economische samenwerking. Juist de kwestie van economische integratie, dat al sinds de industrialisering speelde, werd in Europa steeds actueler. Schaalvergroting van productie beperkt tot nationaal niveau werd steeds problematischer, evenals het economische overwicht van de VS.

Met name de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Joseph Beyen pleitte al sinds begin van de jaren vijftig voor een Europese douane-unie. Op de conferentie van Messina in juni 1955 presenteerde hij daarop samen met zijn Benelux-collega’s een concept voor een Europese binnenmarkt, dat de grondslag vormde voor onderhandelingen met de Duitse, Franse en Italiaanse ministers van Buitenlandse Zaken. Daaruit ontstond twee jaar later het in Rome gesloten verdrag van de Europese Economische Gemeenschap. Met het tegelijkertijd in het leven geroepen Euratom-verdrag, werd aan een Frans wens voldaan.

Tijdperk

 Met de verdragen van Rome begon in 1957 een nieuw tijdperk in de Europese geschiedenis. Het succes van het jonge integratieproces was nog niet te overzien, maar de hoop was groot. Het belangrijkste doel, Europa als een vredesgemeenschap, kreeg in elk geval steeds meer vorm. Dat een nieuwe oorlog in Europa zou uitbreken, werd langzaamaan onvoorstelbaar.

De weg naar de economische binnenmarkt bleek daarentegen langer dan de ministers in 1957 dachten. Verschillende crises remden het integratieproces, vervolgens vaak gevolgd door nieuwe impulsen. Toch bleek de economische samenwerking voor de lidstaten spoedig een succes, die uiteindelijk leidde tot de Economische en Monetaire Unie (EMU), die met de Europese top in Maastricht 1992 werd opgericht.

Inmiddels zijn de verdragen van Rome meermaals aangepast en geactualiseerd: in 1986 door de Europese Akte en in 1992, 1996 en 2000 door de respectievelijke verdragen van Maastricht, Amsterdam en Nice. De voortdurende uitbreiding met nieuwe lidstaten en de steeds verdergaande verdieping van de samenwerking maakten nieuwe afspraken en vooral een nieuw besluitvormingsproces nodig. Daarvoor diende ook de Europese grondwet, waartoe de regeringsleiders in 2004 besloten. De ratificatie daarvan is op dit moment, door de negatieve referenda in Frankrijk en Nederland, evenwel voor onbepaalde tijd uitgesteld.

Jubileumjaar

Als het aan Duitsland ligt, wordt daar nu zo snel mogelijk iets aan gedaan. In het jubileumjaar van de Verdragen van Rome is de herleving van het Europese grondwettelijke verdrag een van de belangrijkste doelen van het Duitse voorzitterschap. Weliswaar werd bij de festiviteiten rond de vijftigste verjaardag van ‘Rome’ getracht het woord grondwet zoveel mogelijk te vermijden.

Maar de Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU) benadrukte in haar feesttoespraak toch dat de Europese Unie zonder aanpassing van het verdrag van Nice niet gereed is voor de toekomst. Of het nu grondwet wordt genoemd of niet, Merkel wil werk maken van een nieuw Europees verdrag. De door de 27 staats- en regeringshoofden op 25 maart ondertekende Berlijnse Verklaring vormde wat haar betreft daartoe de aanzet.

Berlijn

 Dat de verjaardag juist in Berlijn wordt gevierd, is trouwens niet zonder betekenis. Het laat zien dat Duitsland na vijftig jaar is aangekomen in het midden van Europa. Gezien het oorspronkelijke doel van de Europese samenwerking, de inbinding van Duitsland, mag die prestatie niet worden onderschat. Net zoals voor Duitsland toen, vormt de Europese Unie inmiddels ook voor de nieuwe Midden- en Oost-Europese lidstaten een kader waarbinnen ze stabiliteit vinden en hun democratie kunnen opbouwen.

Vooral voor deze landen vormt het verenigde Berlijn het symbool van het einde van de Koude Oorlog, het andere sine qua non van de Europese samenwerking. Berlijn is dus als geen ander de plek voor het Europa van de 27 West- en Oost-Europese deelstaten, zoals de familiefoto van de regeringsleiders voor de Brandenburger Tor mooi laat zien.

Het Berlijnse feest zal echter niet kunnen vermijden dat de media-aandacht de komende weken – en niet alleen in Duitsland – weer vooral zal gaan over de problemen van de Europese Unie. Dat is immers altijd al zo geweest. Dat neemt niet weg dat het goed was dat de afgelopen weken over het samenwerkingsproces in zijn geheel werd gereflecteerd. Misschien dat daardoor voor sommigen toch het gevoel blijft hangen dat de Berlijnse Verklaring in eerste instantie wilde uitdrukken: “Wij burgers van de Europese Unie hebben het geluk verenigd te zijn."

 De Berlijnse Verklaring (van Bundesregierung.de, in het Duits)

 De feestrede van Angela Merkel (van Bundesregierung.de, in het Duits)

Katharina Garvert promoveert in Münster op de geschiedenis van de Europese eenwording en is verbonden aan het Duitsland Instituut Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger