Brechts première in een puinpaleis
Dreigroschenoper in het verbouwde Admiralspalast in Berlijn
Achtergrond - 14 augustus 2006
(14 augustus 2006) Vandaag is de befaamde Duitse toneelschrijver Bertolt Brecht precies vijftig jaar dood. Afgelopen weekend was het dubbel feest: onder regie van de theaterster Klaus Maria Brandauer ging Brechts 'Dreigroschenoper' in première in het Berlijnse Admiralspalast, dat na een moeizame renovatie eindelijk zijn deuren heropende. Een verslag vanuit Berlijn, waar de spanningen opliepen tot het kookpunt.
Het Admiralspalast is een gigantisch amusementspaleis bestaande uit drie vleugels. Het uit 1911 stammende gebouw, het uitgebouwde Admiralsbad van 1873, bevindt zich pal tegenover Bahnhof Friedrichstraße. Vóór de oorlog fungeerde het eerst als ijsrevue en Russisch-Romeins bad ineen en al gauw ook als theater, casino, kapsalon, café, bordeel en kegelbaan - om maar enkele van de activiteiten te noemen die in de ruim negenhonderd zaaltjes, kabinetjes en andere vertrekken plaatsvonden. In 1940 zong de uit Nederland geëmigreerde filmster Johannes Heesters operetteschlagers in de grote zaal – en hij deed het afgelopen vrijdagavond na de première nog een keer, 102 jaar oud. Ook in de DDR-jaren floreerde het operettentheater in het Metropol, zoals het complex na de oorlog heette. Na de val van de Muur kwam de klad er echter in en stond het jaren leeg. Alleen cabaret Die Distel is tot nu blijven doorspelen in een van de vervallen zijvleugels, alle afbraakdreigingen trotserend.
Als de Nederlandse musicalmagnaat Joop van den Ende het Admiralspalast, dat hij in 2000 verwierf, had gehouden, was het nu misschien weer een revuetheater voor de middenklasse geweest. Maar hij gaf het een jaar later al weer terug: de renovatie werd te duur. In maart van dit jaar leefde jong, kunstzinnig Berlijn echter weer op: Falk Walter had het Admiralspalast gekocht en had er wilde plannen mee. Walter is een even succesvolle als idealistische jonge cultuurondernemer. In de fabriekshallen en andere aparte gebouwen en locaties die hij de afgelopen jaren heeft verworven, vinden vele van Berlijns opwindendste evenementen plaats: het Arena-complex in Treptow en het zomerse Badeschiff annex winterse Saunaschiff in de rivier de Spree, om er slechts enkele te noemen.
Tussen puin en fresco's
Op een dag in maart stond Klaus Maria Brandauer opeens in de theaterzaal onder de stoffige kroonluchter met kristallen pegels, die elk moment naar beneden leken te kunnen storten. Tussen het bouwpuin presenteerde de beroemde acteur en regisseur zijn all star cast voor de 'Dreigroschenoper', het spektakel waarmee Walter het te renoveren Admiralspalast op Brechts sterfdag zei te willen heropenen. Op het eerste balkon hingen nog vale goudgele draperiëen in de Führer-loge, die na de oorlog als Politburo-loge voortleefde. Die loge zou in de plannen van de jonge ondernemer sneuvelen, maar Walter verzekerde het toegestroomde gehoor dat hij zoveel mogelijk historische elementen van het gebouw zou laten herstellen, waaronder de dames- en herenbaden bovenin het complex.
Walters woorden werden bijna overstemd door de afbraak- en opbouwgeluiden die vanuit de rest van het paleis opstegen. Dat was afgezet, maar wat is nu leuker dan een ontdekkingsreis door onbewaakt gebied. Achter de bühne bevond zich nog het ingenieuze mechaniek waarmee vroeger decorwanden op en neer werden gehaald. Maar op de etages en de zolders wachtten de echte verrassingen. De Nederlandse architect die in opdracht van Joop van den Ende bouwonderzoek in het Admiralspalast had gedaan, had her en der lagen gips en hout en behang opengebroken, zodat onder het puin van jaren wanden en plafonds vol van de meest prachtige fresco’s en keramiek, houten ornamenten en marmermozaïeken tevoorschijn waren gekomen.
Vele tonnen staal, met evenzovele tonnen eraan vastgeplakte wanden, zijn inmiddels verwijderd. Een grote nieuwe trap verbindt nu stukken etage die voordien sociaal gescheiden waren: de bordeelbezoekers, vaak heren die de tijd tot de volgende trein op Bahnhof Friedrichstraße kwamen doden, moesten natuurlijk niet langs de revuebezoekers komen. Zo bezien is het openliggende Admiralspalast de perfecte biotoop voor de 'Dreigroschenoper'. Brecht brengt in zijn meeslepende stuk, samen met componist Kurt Weill, immers met evenveel kritische scherpte als satirisch plezier de maatschappelijke tegenstellingen van rond 1930 tot leven – al is het decor het vroegkapitalistische Londen: chic uitgedoste schurken, omkoopbare functionarissen, olijke hoeren en gewiekste bedelkoningen met een syndicaat aan nepkreupelen.
Wie nu de poort van het paleis door gaat, op weg naar de voorstelling, stuit op een legertje verkopers van de Berlijnse daklozenkrant. De laatste editie van hun Strassenfeger, zoals de krant hier heet, is het officiële programmaboekje van de 'Dreigroschenoper' – met een knipoog naar Brechts doortrapte bedelsyndicaat.
En de voorstelling zelf? In de eerste reacties worden de acteurs hoog geprezen, terwijl regisseur Klaus Maria Brandauer verweten wordt dat hij een weinig vernieuwende versie van de Dreigroschenoper voor het voetlicht brengt. Brandauer, de oudere Oostenrijker die in Nederland vooral bekend is van de hem op het lijf geschreven hoofdrol in Szabó’s meesterfilm 'Mephisto', naar de lang verboden roman van Klaus Mann – is inderdaad niet avant-gardistisch gaan freaken met Brecht. Of dat een bezwaar is? Eindelijk is het stuk weer eens te zien, en wel in een versie waarmee Brecht vrede zou kunnen hebben. De topacteurs en vooral actrices spelen en "zingspreken" bij het leven, met die ietwat valse, hese, bijkans uit een rochel voortgestoten mineurtonen, die dan weer in majeur in het aardse tranendal terugkeren. Het zijn die klanken die de 'Dreigroschenoper' haar zo unieke toon geven. Helaas liggen de prijzen niet rond de drie stuivers, maar pakweg tussen de vijfentwintig en de honderd euro per kaartje. Ook de producent kent zijn Brecht: "Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral".
Annemieke Hendriks is freelance journaliste en schrijft voor verschillende Duitse en Nederlandse kranten.
Fotograaf Nikolaus Bernau is architectuurjournalist.
Reacties
Geen reacties aanwezig