‘Mijn kinderen hoef ik niet meer te leren liegen’
Richard Schröder over het succes van twintig jaar Duitse eenheid
Achtergrond - 7 oktober 2010
Duitsers durven niet positief te zijn over de Duitse eenheid. Onterecht, vindt professor Richard Schröder. “Door de vereniging hoef ik mijn kinderen niet meer te leren liegen.” Tijdens een lezing in Den Haag gaf Schröder gisteravond in razend tempo een compleet overzicht van twintig jaar Duitse eenheid. “De eenheid verdient een betere reputatie.”
Volgens Schröder durven Duitsers niet optimistisch te zijn over de vereniging, ze zijn bang voor een kritiekloze houding. “Journalisten vragen mij altijd wat er met het eenwordingsproces fout is gegaan en wanneer het klaar is. Maar menselijke relaties zijn nooit af.” Het einde van het eenwordingsproces is een fata morgana, vindt Schröder. We kunnen ons beter afvragen of het functioneert: “Ik zeg dan: Ja! Er zijn geen separatistische tendensen dus het werkt.”
Toch heeft Schröder ook oog voor de negatieve kanten van de eenwording. “Naast verdiende, heeft de revolutie in de DDR ook onverdiende verliezers. Veel mensen zijn hun baan verloren terwijl ze het regime niet steunden.” Ook de transformatie van de planeconomie verliep niet zonder problemen. “Er zijn vele boeken geschreven over de manier waarop kapitalisme zich tot socialisme kon ontwikkelen maar niet over een proces in tegenovergestelde richting”, zegt Schröder grinnikend.
Tekort aan klanten
De eenwording tussen Oost- en West-Duitsland was een onvoorbereid proces tussen ongelijkwaardige partners. De Oost-Duitse economie had een achterstand van twintig jaar. Schröder noemt lenzenfabrikant Carl Zeiss uit Jena als voorbeeld: “Als een Oost-Duitser een lens kocht werd zijn paspoortnummer genoteerd om te voorkomen dat hij ze aan Wessi’s doorverkocht. Maar het bedrijf miste de ontwikkeling naar elektronische fotografie volledig.” Na de val van de Muur wilde niemand de producten uit het oosten nog hebben. “Er was geen tekort aan goederen maar een tekort aan klanten”, stelt Schröder vast.
Voor de ex-parlementariër is de slotsom van twintig jaar eenheid toch een positieve. In vergelijking met andere voormalig socialistische landen doet Oost-Duitsland het helemaal niet slecht. “Ook in andere landen zitten ex-communisten in het parlement en bestaat rechts-extremisme. Dat zijn geen Oost-Duitse maar post-totalitaire problemen.” Volgens Schröder zijn ook de culturele verschillen lang niet zo groot als gedacht. “De verschillen tussen noord en zuid zijn veel groter dan tussen oost en west. Met een muur tussen noord en zuid hadden we pas echt een probleem gehad.”
Vrijheid
Het grootste winstpunt vindt Schröder de vrijheid. “We zijn vrij om politiek actief te zijn en vrij van ideologische dwang, we hoeven geen angst voor arrestatie meer te hebben.” Één van de moeilijkste dingen vond Schröder dat hij zijn kinderen moest leren liegen toen hij ze vertelde dat hun ouders anders dachten dan de docenten op school. Maar dat had ook iets grappigs: “Op een dag kwam mijn dochter thuis. Ze vertelde wat de docent in de les had gezegd en vroeg toen: maar papa, wat vinden wij daar eigenlijk van?”
Richard Schröder, filosoof en protestants theoloog, hield de lezing op uitnodiging van de Duitse ambassade in Den Haag. Schröder was voorzitter van de SPD-fractie in de eerste democratisch gekozen Volkskammer, het parlement van de DDR. Na de eenwording was hij lid van Bondsdag en rechter in Brandenburg.
Reacties
Geen reacties aanwezig