De lezing: Een wetenschappelijke blik op Grimm
Vanessa Joosen over sprookjes in de Nederlandstalige literatuur
Achtergrond - 6 maart 2013
Doornroosje, Sneeuwwitje, Roodkapje: iedereen kent de sprookjes van de gebroeders Grimm. Toch duurde het lang voordat deze sprookjes in Nederland populair werden. Tijdens een symposium in De Efteling ter ere van 200 jaar sprookjes van Grimm op 14 maart vertelt literatuurwetenschapper Vanessa Joosen hoe dat kwam.
Coverfragment van het boek 'De sprookjes van Grimm' van Charlotte Dematons.
U hebt een boek geschreven over Grimm in de Nederlandstalige literatuur. Waar kwam uw interesse vandaan?
"Ik heb mijn proefschrift geschreven over hedendaagse sprookjesbewerkingen, en wat opviel is hoe weinig we weten over de vele vertalingen die eraan vooraf gegaan zijn. In de afgelopen 200 jaar zijn de sprookjes van Grimm namelijk sterk geëvolueerd. Ik heb mijn onderzoek gedaan aan de hand van twee soorten materiaal. Aan de ene kant heb ik de vertalingen gebruikt, waarin je duidelijk ziet hoe sterk de verhalen in de loop der tijd zijn veranderd - vaak werd niet eens de Duitse brontekst gebruikt, maar werd voortgeborduurd op vertalingen die er al waren. Aan de andere kant heb ik me gericht op de reacties op Grimm: opvallend is dat de vertaalde sprookjes aanvankelijk niet succesvol waren in Nederland en dat het boek zelfs op weerstand stuitte."
Waarom was er volgens u in Nederland zoveel weerstand tegen de 'Kinder- und Hausmärchen' van Grimm?
"Er was een gebrek aan interesse in Nederland. In 1820, toen de eerste vertaling verscheen, bestond in Nederland geen sterke romantische traditie en volksliteratuur vond men nog niet interessant. Na de vorming van België ontstond in Vlaanderen wel een interesse in de volksliteratuur, want sprookjes pasten binnen de zoektocht naar een Vlaamse identiteit. In het algemeen werden sprookjes in Nederland aanvankelijk gezien als verhalen van mensen die niet konden lezen, de eerste reacties spraken van ‘nonsens’ en ‘onnozelheden'."
Waarom werden de sprookjes als nonsens afgedaan? Was de toen gangbare literatuur zo anders?
"Het probleem was dat mensen sprookjes zagen als niet interessant voor volwassenen en ongeschikt voor kinderen. De nadruk voor kinderen lag voornamelijk op ‘nuttige literatuur’, dat wil zeggen literatuur die uit is op kennisoverdracht en het aanleren van goed gedrag. Het moest te maken hebben met de werkelijkheid en een goede moraal bevatten. Sprookjes speelden zich juist af in een fantasiewereld en waren vaak nogal gruwelijk. Bovendien zouden de sprookjes afleiden van de betere literatuur."
Aan het einde van de 19e eeuw veranderde die opvatting over sprookjes. Waarom was dat?
"Een ander kindbeeld werd dominant. De romantiek vond in Nederland toch wat aanhangers, en zeker het romantisch kindbeeld sprak aan. Fantasie werd juist iets goeds en dit uitte zich in een ware sprookjesboom. Het sprookje zou zo onschuldig en fantasierijk zijn als een kind. De sprookjes werden ook aangepast door de vertalers en de verhalen werden wat liever en milder."
Wat is uw favoriete sprookje?
"Sneeuwwitje vind ik heel interessant, onder meer vanwege de rol van de moeder in het verhaal. In de vroege versies van Grimm was het nog de moeder van Sneeuwwitje die haar wilde doden. Later hebben ze de moeder veranderd in de stiefmoeder en zo werd het sprookje acceptabel voor een breder publiek. Zonder de nodige aanpassingen van de sprookjes hadden we van Grimm misschien zelfs nooit iets gehoord!"
Kunnen we kinderen eigenlijk wel opzadelen met al die gruwelen in sprookjes?
"Ik sta erg sceptisch tegenover de pedagogische bescherming die de mensen kinderen wilden geven in de 19e eeuw. Kinderen kunnen in mijn ervaring echt wel ergens tegen, en ze vinden de gruwelijke verhalen vaak erg spannend en fascinerend."
Waarover spreekt u op 14 maart en wat hoopt u toehoorders tijdens het symposium mee te geven?
"Mijn verhaal gaat voornamelijk over de afkeer die de sprookjes van Grimm in Nederland opriepen, maar ook waardoor het uiteindelijk toch goed is gekomen. De wetenschapper in mij hoopt dat mensen wat wetenschappelijker naar de Gebroeders Grimm en hun werk zullen kijken. Het waren in werkelijkheid zeer veelzijdige personen die zich bezig hielden met een breed scala aan disciplines. Ook de manier waarop hun sprookjes tot stand kwamen is in werkelijkheid anders dan vaak wordt gepresenteerd. Verhalen dat de broers bij het ‘volk’ op zoek gingen naar sprookjes moeten met een korrel zout worden genomen: in werkelijkheid stonden veel van de sprookjes al op papier, hun bronnen waren vaak niet zo volks en ze voegden zelf ook veel wijzigingen toe. Romantische zielen houden graag de mythe in stand dat de sprookjesverzameling van Grimm uit oorspronkelijke, oeroude volksverhalen bestond. Dit soort misvattingen zou ik graag uit de wereld helpen."
Vanessa Joosen is literatuurwetenschapper en docent aan de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Tilburg. Zij stelde het programma samen voor het Grimm-symposium op 14 maart in de Efteling en spreekt er over Grimms sprookjes in de Nederlandstalige literatuur. Op het symposium worden het leven en het werk van de Gebroeders Grimm op verschillende manieren belicht.
Lees meer over 'Cultuur':
‘Duitse restitutie nazi-roofkunst moet beter’
Duitsland krijgt al jaren kritiek op zijn restitutiebeleid voor nazi-roofkunst. De regering komt nu met hervormingen.
Nieuwe generatie Nederlandse auteurs klaar voor Duitsland
Nederland & Vlaanderen zijn deze maand gastland op de Leipziger Buchmesse. Een uitgelezen kans voor auteurs zich te presenteren in Duitsland.
Deutsches Kino: Duitsland in 5 films
Oost-Duitsland speelt dit najaar in de filmreeks Deutsches Kino een belangrijke rol. Ook de moeite waard: een film over de Turkse muziekindustrie in Duitsland.
Expositie Potsdam: Nederland zoals nooit vertoond
De tentoonstelling 'Wolken und Licht' in Museum Barberini toont meer dan de bekende beelden van grote Hollandse meesters.
Reacties
Geen reacties aanwezig