Oost-Duitsland krabbelt langzaam op
Na negentien jaar Duitse eenheid nog veel werk te verzetten

Achtergrond - 2 oktober 2009

Kan het boek van het Duitse eenwordingsproces na de negentiende Dag van de Eenheid op 3 oktober dicht? De onverwachte electorale winst van de deels Oost-Duitse partij Die Linke in de westelijke deelstaten zou daartoe aanleiding kunnen geven. Maar er blijven vooral sociaal-economische hordes te nemen.

Oost-Duitsland krabbelt langzaam op
© Flickr.com/asvensson
Na negentien jaar Duitse eenheid zijn in Oost-Duitsland vooral nog sociaal-economische hordes te nemen

Eens in het jaar maakt de Duitse bondsregering de balans op van de Duitse eenwording. In juni presenteerde minister Wolfgang Tiefensee (SPD), verantwoordelijk voor het wederopbouwbeleid van de oostelijke deelstaten, zijn rapport dat het antwoord moet geven. In twee woorden luidt dat: steeds beter.

Zo groeide de industrie de laatste drie jaar in het oosten van Duitsland met 7,5 procent, een stuk meer dan de groei van 4,3 procent in diezelfde periode in de westelijke deelstaten. Ook het bruto binnenlands product (bbp) stijgt sneller dan in het westen van Duitsland: de laatste acht jaar met 14,1 procent (19,1 procent zelfs zonder Berlijn), tegenover 9,1 in de zogenoemde ‘oude’ deelstaten.

Werkloosheid

De werkloosheid in de ‘nieuwe’ deelstaten vertoonde in het afgelopen jaar een minieme daling, terwijl deze in Duitsland als geheel een half procent steeg. De verklaring daarvoor luidt dat het oosten veel kleine bedrijven kent en minder afhankelijk is van de export. Hierdoor zou Oost-Duitsland minder gevoelig zijn voor de economische crisis.

Toch moet het optimisme niet worden overdreven. Het werkloosheidspercentage is in de oostelijke deelstaten met meer dan 13 procent twee keer zo hoog als in het westen. Ook de leegloop vormt een groeiend probleem. Elk jaar verlaten 90 duizend mensen het oosten. Vooral jongeren en hoger opgeleiden zoeken hun heil in de westelijke deelstaten.

Tweederangsburgers

Deze braindrain hangt samen wat Tiefensee in zijn presentatie van het rapport als meest zorgwekkende probleem aankaartte: het gevoel van Oost-Duitsers tweederangsburgers te zijn. Dat komt volgens de minister in de slechtere werkgelegenheid in het oosten, maar vooral in krenkend ervaren zaken als de lagere lonen en pensioenen.

Het is moeilijk te voorspellen hoe lang dit nog duurt. De sociaaldemocraat Tiefensee nam de oostelijke onvrede als aanleiding te pleiten voor de een wettelijk minimumloon. Daarvan zijn de winnaars van de verkiezingen, CDU en FDP, verklaard tegenstander. Beide gruwen van een dergelijke vorm van overheidsbemoeienis.

Dat wil niet zeggen dat de zwart-gele coalitie niets wil doen aan de onvrede. Zo willen christendemocraten wel een minimuminkomen garanderen en de liberalen dat mensen die werken meer te besteden krijgen dan werklozen. Al moet er dan wel werk zijn natuurlijk. De FDP is ook fel gekant tegen staatssteun voor bijvoorbeeld duurzaamheidsprojecten, die de werkgelegenheid in het oosten moeten stimuleren.

Knappe groei Die Linke

Als de Saarlandse hoofdstad Saarbrücken op 3 oktober decor is voor de nationale viering van de Tag der Einheit, gebeurt dat in elk geval in de wetenschap dat al een hoop bereikt is in de eenwording van oude Oost- en West-Duitse bevolking. Niet alleen de knappe groei van Die Linke vormt daarvan een illustratie.

De partij die bij de vorige verkiezingen nog werd afgedaan als kortstondige uitdrukking van Oost-Duitse onvrede, blijkt inmiddels een serieus alternatief voor veel West-Duitse kiezers. Andersom ligt het aantal stemmen op de CDU in de nieuwe deelstaten met 29,4 procent boven het landelijk niveau van 27,3 procent – om zo de herverkiezing mogelijk te maken van ‘hun’ Oost-Duitse bondskanselier, Angela Merkel.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger