'Anti-terreurdatabanken niet effectief'
Nieuws
Achtergrond - 26 mei 2009
(26 mei 2009) Anti-terreurdatabanken zijn voor terreurbestrijding niet effectief. Dat schrijft de Süddeutsche Zeitung naar aanleiding van een rapport van het Open Society Institute. In veel landen, waaronder Duitsland, is privacy-wetgeving aangepast om mogelijke terroristen op te kunnen sporen, maar dat blijkt nauwelijks resultaat te hebben.
Vooral mensen met een islamitische, Arabische of Aziatische achtergrond worden in de gaten gehouden door veiligheidsdiensten. In Duitsland gebeurt dat door middel van de zogenoemde Rasterfahndung. Daarbij worden databases systematisch onderzocht op basis van bepaalde persoonskenmerken, zoals leeftijd, geslacht, geloofsovertuiging en land van herkomst, waardoor eventueel verdachte personen moeten komen bovendrijven.
Maar dergelijke onderzoeksmethodes leveren vrijwel geen resultaat op, schrijft het Open Society Institute van George Soros. Wel worden daarvoor "kostbare politiemiddelen verkwist”, zijn ze “inefficiënt en discriminerend” en “stigmatiseren ze hele bevolkingsgroepen”.
Razzia's
De studie, die vandaag in Brussel wordt gepresenteerd, onderzocht anti-terreurmaatregelen van verschillende Europese landen. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat de Britse geheime dienst één van de mannen die in 2005 een bomaanslag in de metro van Londen pleegde, eerder dat jaar classificeerde als “iemand waar geen gevaar van uitging”.
Vooral in Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië namen personencontroles op basis van etnische afkomst de afgelopen jaren flink toe, aldus de studie. Maar ook op Duitsland is er specifieke kritiek. Naast de omstreden Rasterfahndung noemt het Open Society Institute razzia’s in Duitse moskeeën en andere islamitische gebouwen die werden uitgevoerd zonder dat er sprake was van een concrete verdenking.
Ook Duitse overheidsinstanties kwamen onlangs tot de conclusie dat “massacontroles niet effectief zijn.” Volgens het Duitse instituut voor burgerrechten en openbare veiligheid leiden ze slechts tot “een cultuur van wantrouwen”. Maar vooralsnog wil Duitsland het onderzoeksinstrument nog niet opgeven.
'Concreet gevaar'
Veel Duitse anti-terreurmaatregelen komen uit de koker van CDU-minister van Binnenlandse Zaken Wolfgang Schäuble. Zo kreeg hij vorig jaar de omstreden BKA-wet door het parlement, die het de Duitse federale recherche mogelijk maakt computerbestanden te doorzoeken en verborgen camera’s in te zetten.
Duitsland gebruikte de Rasterfahndung al in de jaren zeventig om leden van de Rote Armee Fraktion op te sporen. Na de aanslagen van 11 september 2001 werd de filtermethode opnieuw toegepast. Maar in 2006 legde de hoogste Duitse rechtsinstantie, het Bundesverfassungsgericht, het onderzoeksinstrument beperkingen op. Computerbestanden mogen alleen systematisch op persoonskenmerken worden onderzocht als er “concreet gevaar voor Duitsland” dreigt.
Süddeutsche Zeitung.de / ZDF Heute.de
Afbeelding:
Reacties
Geen reacties aanwezig