Hollandse piraterij
Nederlandse kunstenaar De Bloeme breekt door in Berlijn

Achtergrond - 4 november 2008

(4 november 2008) De Nederlandse kunstenaar Ronald de Bloeme vertrok acht jaar geleden met een kleine beurs vanuit Rotterdam naar Berlijn. Inmiddels exposeert hij in prestigieuze musea in de Duitse hoofdstad en in New York.

Sinds de toonaangevende galeriehouder en visionair Max Hetzler midden jaren negentig de stap waagde om zijn galerie van Keulen naar Berlijn te verhuizen, is de Duitse hoofdstad langzaam maar zeker het centrum van de contemporaine kunst geworden. Aangetrokken door de ruimte, de historie, de lage kosten en de atmosfeer, stroomden naast galeriehouders en verzamelaars, van over de hele wereld ambitieuze kunstenaars toe. Maar voor hen geldt hetzelfde als voor acteurs die hun geluk in Hollywood beproeven: velen proberen het, slechts een handjevol lukt het door te breken.

De Nederlandse schilder Ronald de Bloeme lijkt tot de selecte groep van kunstenaars te horen die het daadwerkelijk maken. Sinds 2000 woont hij in Berlijn. Hij kwam destijds met slechts een kleine beurs van het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam, om in het Bethanien Künstlerhaus aan de slag te gaan.

Vorig jaar brak hij door toen hij de door de Zweedse energiegigant Vattenfall uitgeloofde kunstprijs ‘Energie’ ontving. Deze prestigieuze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een in het voormalige Oost-Duitsland werkzame kunstenaar. Daarop volgden veel publiciteit, een succesvolle deelname aan de VOLTA show in New York, onderdeel van de gezaghebbende Armory kunstbeurs, en een solo expositie op Cyprus. Tot voor kort was zijn werk te zien in de Berlinische Galerie, het toonaangevende Berlijnse museum voor moderne kunst. Op 26 oktober opende De Bloeme onder de titel ‘Piracy’ een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Schiedam, waar hij als student vaak de CoBRa collectie bewonderde.

Postzakkenkunst

“Inmiddels ben ik in mijn tweede fase aanbeland”, zegt De Bloeme, om schertsend te vervolgen: “Dat is een goede ontwikkeling. Picasso maakte in zijn leven vijf periodes door.” In zijn eerste fase maakte De Bloeme zeven jaar lang ‘postzakkenkunst’. Hierbij werkte hij met postzakken van over de hele wereld die hij op een spieraam spande en beschilderde. Het idee daarvoor deed hij op terwijl hij, om zijn studie aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam te kunnen bekostigen, bij de plaatselijke PTT werkte.

Toen zijn Amerikaanse buurvrouw in het Künstlerhaus hem bij haar vertrek haar voorraad hoogglanslak cadeau deed, luidde dat het begin in van zijn tweede periode. Zijn werk laat zich het best beschrijven als een collage van hedendaagse beeldmerken en symbolen die hij als een moderne piraat uit het dagelijks leven kaapt. De beelden worden vervolgens op de computer uit hun verband getrokken, van kleur veranderd en vermengd met andere afbeeldingen. Het zo ontstane model lakt hij op doek. Strak maar met af en toe een bewust schoonheidsfoutje. Hij is een vakman, geen machine en dat moet je kunnen zien, vindt hij.

Het resultaat is bijzonder kleurrijk werk dat je door de alledaagse vormen en figuren niet voorbij kunt lopen zonder een gevoel van herkenning. Experts zoals Jörn Merkert, directeur van de Berlinische Galerie, en Christoph Tannert, criticus, curator en auteur van publicaties over contemporaine schilderkunst, zien elementen van Jasper Johns en Willem de Kooning in zijn werk. De New York Times beschreef zijn schilderijen als “eye-catching, talismanic abstraction”.

Keihard

Sinds de Vattenfall kunstprijs kan De Bloeme goed leven van zijn kunst. Bijbaantjes heeft hij niet meer nodig. Zijn schilderijen worden door musea en grote bedrijven aangekocht, hij kan zich een assistent veroorloven en alles wat hij schildert verkoopt hij. Hij geniet van zijn succes maar hij is realist genoeg om te beseffen dat hij, om succesvol te blijven, niet alleen moet schilderen. Hij moet vooral ook netwerken met galeriehouders, museumdirecteuren en rijke verzamelaars. Want de hedendaagse kunstwereld in Berlijn is keihard en verschrikkelijk commercieel, ondervindt De Bloeme.

Op dit moment bereidt hij zich voor op het aankomende Artforum Berlin en richt hij zich op een nieuw project, ‘Frauenparadies’. Na zijn eerdere tentoonstelling ‘Männerparadies’ en het mannelijke werk wat in de expositie ‘Piracy’ wordt vertoond, wil hij zich nu laten inspireren door wat vrouwen graag op een doek willen zien. Ook bezint hij zich op mogelijke exposities in Londen en New York.

Maar zijn eerst volgende onderneming is het lakken van de kozijnen van zijn nieuwe huis in Prenzlauerberg. Hij blijft in de eerste plaats schilder.

Stephan Swinkels is journalist en woont in Berlijn.

Afbeeldingen:

Ronald de Bloeme

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger