Provoceren met duivels plezier
Götz Aly over zijn boek ‘Unser Kampf’ in Amsterdam

Achtergrond - 13 juni 2008

(13 juni 2008) Het gepeperde betoog van Götz Aly over de duistere kanten van ‘1968’ maakte ook in Amsterdam uiteenlopende reacties los. Geamuseerd gegniffel ging gepaard met geërgerd hoofdschudden. Discussiant Bertus Hendriks legde de vinger trefzeker op de zwakke plekken in Aly’s verhaal, maar de Duitse historicus toonde zich een ervaren retoricus.

Götz Aly in Felzi Meritis. Afbeelding: DIAIn de zuilenzaal van Felix Meritis begon de Duitse gast met een ontspannen presentatie van zijn boekje ‘Unser Kampf’. Aly combineerde vlotte anekdotes met het voorlezen van passages en wist het publiek te fascineren met zijn stellingen dat de linkse studentenbeweging in Duitsland veel trekjes van hun nazi-ouders had overgenomen, en dat de invloed van ‘1968’ op de democratisering van de Duitse samenleving nihil is geweest.

Getraumatiseerde vaders

Aly presenteerde aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis zijn visie op de Duitse studentenrevolutie. Die was niet zonder reden door juist zijn generatie veroorzaakt, zo betoogde hij. Hij vertelde over zijn grootvader, die in de kracht van zijn leven de Eerste Wereldoorlog inging, en in 1918 gedesillusioneerd terugkwam. Diens zoon, Aly’s vader, bereikte het hoogtepunt van zíjn loopbaan in het Duitse bezettingsapparaat in Tsjechië en stond in 1945 met lege handen voor de puinhopen van zíjn leven.

Deze traumatische ervaringen kenmerkten honderdduizenden Duitse families, waarvan de grootvaders rond 1880 en de vaders rond 1910 waren geboren. De nakomelingen, geboren in de Tweede Wereldoorlog, groeiden na 1945 op in een emotioneel gemankeerde omgeving. Aly ziet hierin een psychosociale oorzaak voor het geweld en de onherroepelijkheid van de Duitse studentenrevolte, die jaren later op hun naam werd geschreven. “De gevolgen van die beladen familiegeschiedenissen na twee verschrikkelijke oorlogen kwamen samen in de generatie studenten van 1968.”

Ontmaskering

Aly ontmaskerde in Amsterdam opnieuw de mythe dat de studentenbeweging de justitiële verwerking van het naziverleden op de kaart zou hebben gezet. Die was al tien jaar eerder op gang gekomen, zo toonde hij aan. De studenten waren integendeel in de concrete misdaden van de generatie van hun ouders juist nauwelijks geïnteresseerd, en vluchtten in de kritiek op nieuwe “fascisten en imperialisten”. Die herkenden zij in 1968 vooral in de Verenigde Staten en in – uitgerekend – Israël.

Daarmee ging een schrijnende blindheid voor de eigen geschiedenis gepaard. Dat spreekt bijvoorbeeld uit het onthutsende feit dat de protesterende studenten hun anti-Amerikaanse en antizionistische bijeenkomsten met voorliefde organiseerden op beladen data als 8 mei en zelfs 9 november – respectievelijk de data waarop nazi-Duitsland in 1945 capituleerde en waarop in 1938 de Reichskristallnacht plaatsvond, waarbij in heel Duitsland massaal joodse bezittingen werden vernield.

Vertraagde democratisering

Bertus Hnedriks, Ton Nijhuis (DIA) en Götz Aly. Afbeelding: DIA

In zijn commentaar sprak de Amsterdamse oud-studentenleider Bertus Hendriks (Wereldomroep) zijn waardering uit voor het “provocerende en ongemakkelijke boek”, maar wist in het vervolg op overtuigende wijze en met veel instemming van het publiek de zwakke plekken in Aly’s verhaal aan te wijzen. Zo schrijft Aly uiteindelijk slechts over een kleine radicale minderheid van de studentenleiders en verwaarloost hij de invloed van de meer gematigde meerderheid der studenten.

Bovendien ontbreken internationale vergelijkingen, en blijft het bij Aly dus onduidelijk hoe Duits de Duitse ‘68ers nu werkelijk waren. Heeft de studentenbeweging bijvoorbeeld ook in andere landen de democratisering van de samenleving eerder vertraagd dan gestimuleerd, zoals Aly voor Duitsland beweert? Ook wees Hendriks terecht op enkele paradoxen in Aly’s redeneringen: je kunt niet de invloed van de generatie ‘68 minimaliseren en ze tegelijk voor alle misstanden in de maatschappij verantwoordelijk maken, redeneerde hij.

Bijtend sarcasme

Moeiteloos switchte Aly in het aansluitende debat tussen zijn paradoxale rollen van historicus en autobiograaf. Hij toonde zich een grandioos analyticus, die met speels gemak feiten en verbanden voor zijn visie aansleepte en het publiek voor zich innam. Maar in een flits veranderde hij in een kwaadaardige provocateur, die met bijtend sarcasme en diabolisch plezier eenzijdigheden, overdrijvingen en kwetsende parallellen aaneenreeg.

En juist op het moment dat mensen uit het publiek verontwaardigd wilden opstaan, was Aly opeens weer de zakelijke deskundige, die de gemoederen kon bedaren en zich terugtrok binnen de grenzen van de verdedigbare wetenschap. Hoewel de onrust in de zaal in de loop van de avond toenam, bleef Aly toch vrij gemakkelijk overeind. Daarmee hielden ook diegenen die weigerden in zijn radicale hypothesen mee te gaan veel stof tot nadenken over.

Krijn Thijs is historicus en onderzoeker aan de Universiteit Leiden

Zie ook:

Aly's reactie op zijn critici op perlentaucher.de (23-03-'09)

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger