Altijd weer dat shirt van Olaf Thon
De Duitsers en het EK ‘88
Achtergrond - 9 juni 2008
- Auteur:
Jonathan Witteman
(5 juni 2008) Twee nostalgische nieuwe boeken beschrijven hoe Nederland in 1988 eindelijk verlost werd van een voetbaltrauma. Duitsland werd in eigen land met 2-1 verslagen. Maar wat hebben de Duitsers eigenlijk zelf nog met het EK ‘88?
Een collectieve vlaag van verstandsverbijstering. Dat was de toestand waarin Nederland op 21 juni 1988 kort na tien uur ‘s avonds verkeerde.
Marco van Basten had zojuist in de beste Duitse traditie - doelpunt vlak voor tijd – in een volgepakt Volksparkstadion in Hamburg de eeuwige rivaal Duitsland gevloerd. In een massale eruptie van volksvreugde gingen miljoenen hossende Nederlanders de straat op alsof Nederland zojuist voor de tweede keer bevrijd was. Jules Deelder verwoordde de stemming met de gedenkwaardige regels:
O hoe vergeefs
des doelmans hand
zich strekte naar de bal
die een minuut
voor tijd de Duitse
doellijn kruiste
Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf
Plaatsvervangende schaamte
De doldrieste taferelen rond die “Moeder aller Overwinningen” worden prachtig beschreven in twee nieuwe boeken: Auke Koks ‘1988. Wij hielden van Oranje’ en ‘Halve finale EK ’88. West-Duitsland-Nederland’, onder redactie van Arthur van den Boogaard.
Je kunt ze zo nu en dan nauwelijks zonder plaatsvervangende schaamte lezen. Keeper Hans van Breukelen die de Duitse aanvoerder Matthäus in drie talen toebeet "Ich hoffe dass du fokking sterbst”, de spreekkoren “Bec-ken-bau-er, sero-positief”, de Duitse metroreizigers die te verstaan kregen dat ze naar de gaskamers zouden worden gebracht als ze niet snel opzij stapten - en ga zo maar verder.
Eenrichtingsverkeer
Waar hebben we dat aan verdiend? moeten de Duitsers gedacht hebben. Want tot aan die avond in Hamburg in juni 1988 was de voetbalhaat tussen Nederland en Duitsland vooral een kwestie van eenrichtingsverkeer geweest.
“Ze haatten ons veel meer dan wij hen”, drukte de Duitse middenvelder Karl-Heinz Förster het ooit uit - niet direct een romantische liefdesverklaring, maar heel wat onschuldiger dan het gespuug en geschop van zijn gemiddelde Nederlandse tegenstrever.
Voor de Duitsers zelf had het duel met Oranje vooraf dan ook nauwelijks bijzondere betekenis, zegt de Duitse historicus en Nederland-kenner Ingo Schiweck. “Het was een halve finale als alle andere. Herinneringen aan 1974 speelden voor de Duitsers geen enkele rol in de aanloop naar de wedstrijd, laat staan de oorlog.”
Dat Die Mannschaft de wedstrijd verloor, ach, daar halen de Duitsers nu hun schouders over op. Twee jaar later werden ze immers gewoon weer wereldkampioen. Natuurlijk was er bewondering voor het Nederlandse spel. Vooral Marco van Basten maakte grote indruk op de Duitse jeugd, weet sportjournalist Christian Bollert. “Op het schoolplein wilde iedereen Van Basten zijn. Hij was de man om wie alles draaide dat toernooi.”
Koeman en het shirt van Olaf Thon
Maar wat de Duitsers nog het meest is bijgebleven aan het EK ’88 zijn de Nederlandse reacties ná de halve finale.
Schiweck: “Die ontlading van wraakgevoelens voor 1974, niet alleen onder de spelers maar onder de hele Nederlandse bevolking, daarover hebben de Duitsers zich wel verbaasd. Om nog maar te zwijgen over de verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog. We hadden geen idee dat de oorlog zo’n rol speelde voor de Nederlanders. Voor ons was het gewoon een voetbalwedstrijd.”
Vooral het beruchte shirtjesincident rond Ronald Koeman heeft bij veel Duitse voetbalfans kwaad bloed gezet, zegt Schiweck. Koeman veegde na afloop van de wedstrijd voor het oog van de camera’s ostentatief zijn billen af met het shirt van de Duitse middenvelder Olaf Thon.
“Die scène met Koeman heeft voor veel verontwaardiging gezorgd. Een belediging, vonden de Duitsers het. We begrepen de frustratie die erachter zat ook niet.”
De Darth Vader van het voetbal
Pas met die incidentrijke wedstrijd in 1988 werd de rivaliteit tussen Nederland en Duitsland echt wederzijds. “Daarvoor was Nederland ook niet echt een gelijkwaardige tegenstander geweest”, zegt Bollert. “In de jaren zeventig natuurlijk wel, maar in de jaren tachtig stelde het Nederlands elftal lange tijd niet zo veel voor. De echte sportieve rivalen waren de Argentijnen en de Italianen.”
Die Mannschaft had nu eenmaal meer vijanden dan Oranje alleen. Want eigenlijk had heel Europa een Duitsland-trauma, schrijft sportjournalist Simon Kuper in ‘Halve finale EK ’88. West-Duitsland-Nederland’:
“De periode 1954-1996 waren de Duitse jaren in het Europese voetbal en de Europese economie. Volgens de voetbalschrijver David Winner was Duitsland in die tijd de ‘Darth Vader van het Europese voetbal’, de schurk die iedereen wilde verslaan, en daarmee de boeiendste figuur in het voetbaldrama. Hamburg ’88 was één van de belangrijkste wedstrijden die Duitsland gedurende die decennia van een Europese tegenstander verloor. Het Goede had het Kwaad verslagen.”
Na 1988 werd Oranje voor even – om de beeldspraak voort te zetten – de Luke Skywalker van Europa. Toch waren de Duitsers zelf niet altijd zo overtuigd van de Nederlandse goedheid. Excessen als het spuugincident rond Frank Rijkaard in 1990 en gevechten tussen Nederlandse en Duitse hooligans eind jaren tachtig joegen de rivaliteit op tot absurde hoogten.
Holland betaalt de rekening
De laatste jaren lijkt de verhouding echter wat losser te worden. Tijdens het afgelopen WK was er onder het motto “Holland betaalt de rekening” zelfs een Duitse telefoonaanbieder die zijn klanten tien gratis belminuten schonk bij ieder tegendoelpunt van Oranje.
Dat de rivaliteit wat vriendelijkere uitingsvormen begint aan te nemen, kan meerdere dingen betekenen. Misschien is het anti-Duitse sentiment onder de Nederlanders nu zo langzamerhand wel op z’n retour. Maar het kan ook betekenen dat Nederland en Duitsland op het internationele voetbaltoneel inmiddels heel wat minder voorstellen dan een jaar of twintig geleden. Zucht… Je zou bijna weer terugverlangen naar de spuugincidenten en billenvegerij van weleer.
Jonathan Witteman is redacteur van het Duitslandweb.
- Auke Kok, '1988. Wij hielden van Oranje' (Thomas Rap, Amsterdam 2008) 303 pagina's, € 18,50, ISBN 9 789060 057230
- Arthur van den Boogaard (red.), 'Halve finale EK '88. West-Duitsland-Nederland' (Uitgeverij Carrera, Amsterdam 2008)
190 pagina's, € 17,90, ISBN 9 789048 800728
Reacties
wat was ik gelukkig in Hamburg eerst een trauma meegemaakt 1974 we zijn bestolen en, 1988 gewonnen van de vijand ik voelde me een oranje Militair gehuild gegild,
nu is het goed ze zijn vernederd in eigen land en dat doet goed,
we zijn opnieuw bevrijd.
ik ben terug naar Rhenen gegaan en heb daar mijn oranje trui onder de vlag gelegd,
op het ereveld bij de jongens die dat verdient hebben de mof is verslagen,
leven oranje.
groet,
j.v.