Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie
Duitse geschiedenis tot 1815
Tussen 962 na Christus en 1806, toen de Oostenrijkse keizer vernietigend werd verslagen door Napoleon, maakte het huidige Duitsland deel uit van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Het was een los verband van staten, stadstaatjes en kerkelijke gebieden, die in naam vielen onder een door keurvorsten gekozen keizer. De macht van de keizer was vooral symbolisch; als het erop aankwam, trokken de vorsten en hoge edelen zich weinig van hem aan.
Het Heilige Roomse Rijk was ‘Rooms’ omdat het in naam de opvolger was van het Romeinse Rijk. ‘Heilig’ was het om de band tussen keizer en katholieke kerk te benadrukken. Het gaf extra uitstraling aan de keizer, die als hoogste in de rangorde van vorsten ook op geestelijk gebied concurreerde met de hoogste kerkelijk leider: de paus. De term ‘Duitse natie’ stond voor de grote verzameling van staten en steden in het rijk. Van nationalisme in de moderne zin was geen sprake. Daarvoor was het rijk op cultureel, religieus en politiek gebied te verdeeld.
De keizer van het Heilige Roomse Rijk werd gekozen door zeven keurvorsten. Vanaf 1438 was de keizer vrijwel altijd een Habsburger, die in Wenen hof hield. Onder keizer Karel V (1500-1558) maakte het rijk een culturele en politieke bloei door. Toen maakte ook Nederland deel uit van het Rijk.
Aan het einde van de middeleeuwen kreeg het Rijk organisatorisch steeds meer vorm. Zo werd in 1495 het Rijkskamergerecht opgericht dat uitspraken deed bij twisten tussen vorsten, graven, ridders en steden. Vanaf 1663 kwam de Rijksdag, een vertegenwoordiging van driehonderd hoge geestelijken en vorsten, permanent bijeen in Regensburg. De naam van de huidige Bondsdag, de Duitse Tweede Kamer, is van deze naam afgeleid.
Een belangrijke cesuur in de Duitse geschiedenis vormt de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Deze Europese oorlog had rampzalige gevolgen voor het Duitse platteland, waar hongersnood en epidemieën zorgden voor een ware kaalslag. Het was zowel een politiek als religieus conflict dat eindigde met de vrede van Westfalen, gesloten in Münster en Osnabrück. Deze vrede betekende een belangrijke stap in de erkenning van soevereine staten, waaronder ook de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, ten koste van de positie van het Heilige Roomse Rijk. De soevereiniteit van de Nederlandse Republiek werd vastgelegd in de Vrede van Münster, dat onderdeel was van de Vrede van Westfalen, en ook een einde maakte aan de strijd met Spanje.
In de Napoleontische oorlogen kon de federatie van staten en steden geen weerstand bieden. In 1803 werd nog gepoogd het Rijk te redden met een grote reorganisatie. Het rijk werd teruggebracht van meer dan duizend zelfstandige staten en steden tot iets minder dan veertig. Veel Rijkssteden verloren hun zelfstandigheid en de kerkelijke landen werden geseculariseerd en onteigend. Het mocht allemaal niet baten. In 1806 legde de laatste keizer zijn kroon neer en werd het Heilige Roomse Rijk officieel ontbonden.