Onrust en hervorming
Samenvatting DDR, 1961-1971
Met de bouw van de Muur brak een nieuwe periode aan in de geschiedenis van de DDR. De uitstroom van burgers was een halt toegeroepen. De communisten hoopten nu hun dromen voor de heilstaat te kunnen verwezenlijken. In het Utopia van DDR-leider Walter Ulbricht werd een nieuw sociaal contract gesloten tussen burgers en partij. Hij kwam bedrogen uit.
Walter Ulbricht (midden, met stropdas) bij een turn- en sportfeest in Leipzig, 15 augustus 1959
Ulbricht had naar eigen idee in 1961 opnieuw een kans om samenleving en economie te stabiliseren. Net als de Sovjets probeerde hij door hervormingen de economie nieuw elan te geven. De jaren vijftig hadden hem geleerd dat repressie alleen niet voldoende was om de bevolking in het gareel te houden.
In ruil voor gehoorzaamheid wilde Ulbricht de Oost-Duitsers meer economische voorspoed brengen. Hij slaagde hierin niet. De economie leefde even op, maar stagneerde al spoedig en zijn hervormingsdrang stuitte op veel verzet binnen zijn eigen partij. Daarbij gingen de swinging sixties ook aan de DDR niet voorbij. De Oost-Duitse jeugd en de partij kregen het stevig aan de stok.
In zijn buitenlandse politiek was Ulbricht weinig wendbaar. Volgens hem was de DDR niet gebaat bij ontspanning tussen Oost en West. De staat was immers het product van onoverkomelijke tegenstellingen tussen de grootmachten. Daaraan ontleende het zijn legitimiteit. Ulbricht bleef daarom strak vasthouden aan zijn onmogelijke eis van volledige erkenning van de DDR door de Bondsrepubliek, en was als onverzettelijke hardliner een groot voorstander van keihard ingrijpen in de Praagse lente in 1968.
Zijn onvermogen om de economie aan de praat te krijgen in combinatie met zijn weigering deel te nemen aan internationale ontspanning kostten de hoogbejaarde leider in 1971 tenslotte de kop. Hij werd gedwongen om terug te treden als secretaris-generaal van de SED en moest plaatsmaken voor Erich Honecker.