Duits op de middelbare school
Middelbare scholen hebben veel vrijheid om te bepalen hoe ze hun leerlingen Duits bijbrengen. Voor Duits in de onderbouw zijn er nu nog geen kerndoelen vastgelegd, zoals dat voor veel andere vakken wel het geval is. Ook is niet bepaald hoeveel uren Duits gegeven moet worden. Wel zijn in het eindexamenprogramma voor Duits de eindtermen vastgelegd.
In de bovenbouw wordt de inhoud van het vak bepaald door de richtlijnen voor de eindexamens en te bereiken niveaus van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor de talen. Getoetst wordt op lezen, kijk- en luistervaardigheid, schrijven en gespreksvaardigheid.
Op de meeste middelbare scholen wordt Duits vanaf de tweede klas aangeboden. Met name in de grensstreek zijn er ook scholen die Duits vanaf de eerste klas geven. In de onderbouw geven de meeste scholen twee tot drie lesuur Duits per week.
Vanaf de vierde klas op havo en vwo kiezen leerlingen een profiel. Op het vwo moeten leerlingen bij alle profielen een tweede vreemde taal kiezen, naast Engels. Op de havo moet alleen in het profiel Cultuur en Maatschappij een tweede vreemde taal worden gekozen. Duits is de meestgekozen tweede vreemde taal op de havo en het vwo.
Lesmethodes
De belangrijkste lesmethoden voor Duits zijn: Neue Kontakte (Noordhoff Uitgevers), TrabiTour (Noordhoff Uitgevers), Na Klar! (Malmberg) en Salzgitter heute (Thieme Meulenhoff). Een Duitse lesmethode is Fantastisch (Talenland). De uitgevers leveren ook toetsen. Bij de meeste methoden hoort een uitgebreid digitaal platform voor docenten en leerlingen.
Het eindexamen
Het eindexamen bestaat uit een Centraal Eindexamen (CE) en een Schoolexamen. Beide tellen even zwaar mee voor het eindcijfer. In het CE wordt alleen de leesvaardigheid getoetst, de overige onderdelen worden in het schoolexamen getoetst. Dit betekent dat leesvaardigheid een relatief groot gedeelte - minimaal de helft - van het eindcijfer bepaalt. Daardoor is het onderwijs Duits in de bovenbouw sterk gericht op leesvaardigheid en leesstrategieën.
Makkelijk vak (?)
Er zijn scholieren die Duits een lastig vak vinden. Anderen vinden het juist makkelijk om een taal te leren die verwand is met het Nederlands. Veel schoolreisjes gaan naar Duitsland of Oostenrijk, soms komen er Duitse vrienden over de vloer bij de ouders. Zo vreemd is ons de taal meestal niet. In ieder geval is het slagingspercentage voor Duits in het eindexamen 81%, tegenover 27% onvoldoendes bij Frans en 25% bij Spaans.
Doeltaal - leertaal
Lange tijd waren de instructies in de Duitse lesmethoden grotendeels in het Nederlands. Dat kwam omdat ook in de Duitse les de instructietaal Nederlands was. Dat is veranderd. Steeds meer docenten hangen de visie aan dat de communicatie in de les in het Duits moet zijn als dat bijdraagt aan het taalleren. ‘Doeltaal - leertaal’ heet dit met een terminologie van lerarenopleider Sebastiaan Dönszelmann.
In de lesmethodes is Duits als instructietaal inmiddels standaard. Toch is het nog lang niet vanzelfsprekend dat in de Duitse les ook Duits wordt gesproken. Vooral het aan de praat krijgen van de leerlingen valt docenten niet makkelijk. Meer hierover in ons belevingsonderzoek Duits
Vakvernieuwing
Er liggen conceptkerndoelen voor Duits en Frans. De verwachting is dat deze 2025 in de onderwijspraktijk omgezet worden. Ook is er dan een nieuw eindexamen voor de moderne vreemde talen, als het goed is. In het conceptexamenprogramma heeft SLO drie hoofddomeinen omschreven: Taalvaardigheid, Taalbewustzijn en Cultuurbewustzijn. Als dit examenprogramma definitief wordt, zal dit veel effect hebben op de leerlijn in scholen, de inhoud van de les en ook de wijze van toetsing.