Een Grondwet voor Europa
Toenemend zelfbewustzijn onder Schröder: 1998-2005
Het opstellen van een Grondwet voor Europa was een vurige wens van de rood-groene coalitie. De grote steun vanuit Duitsland voor de grondwet was één van de hoekstenen van de rood-groene Europapolitiek. Minister van Buitenlandse Zaken Fischer riep de EU in 2000 op om binnen tien jaar een Europese grondwet in te voeren.
In de verklaring van Laken in 2001 beschreef de Europese Raad de belangrijkste uitdagingen voor de EU. Volgens deze verklaring moest de EU haar competenties beter omschrijven en haar instrumenten vereenvoudigen. Democratie, transparantie en efficiëntie dienden bevorderd te worden door een Europese grondwet. Voor het opstellen van een ontwerpverdrag werd een speciale Europese Conventie in het leven geroepen.
Anders dan bij de onderhandelingen voor het Verdrag van Nice konden Duitsland en Frankrijk het nu wel eens worden. Dat kwam onder meer omdat Chirac en Schröder overeen kwamen dat het Stabiliteitspact flexibel kon worden toegepast en omdat ze zich samen verzetten tegen de Amerikaanse inval in Irak. Beide landen formuleerden een stortvloed aan initiatieven voor de Grondwet.
Frankrijk en Duitsland pleitten voor een gekozen voorzitter van de Europese Raad die de EU, samen met een Europese minister van Buitenlandse Zaken, op internationaal vlak kon vertegenwoordigen. De voorzitter van de Europese Commissie moest voortaan door het Europees Parlement gekozen worden. Ook werd de medezeggenschap van het Europees Parlement uitgebreid. Dat was een succes voor Duitsland, dat aandrong op democratisering door een sterkere rol voor het parlement. De permanente voorzitter van de Europese Raad was een Frans succes. In de Europese Raad overlegden de regeringsleiders van de lidstaten, dat betekende dus dat de lidstaten zelf aan het roer bleven staan.
Ondanks alle mooie plannen en lange onderhandelingen ging het tijdens het ratificeren van het grondwettelijk verdrag door de lidstaten fout. De Duitse Bondsdag en Bondsraad stemden probleemloos voor maar de Franse en de Nederlandse bevolking stemden in twee referenda in 2005 tegen een Europese grondwet. Daarmee was het vlaggenschip van de rood-groene Europapolitiek ten dode opgeschreven.