Zwitsers drama
Schrijven tijdens de wederopbouw, BRD 1949-1961
Het West-Duitse toneel was in de jaren vijftig van bedroevende kwaliteit. Belangrijke uitzonderingen waren de Zwitserse toneelschrijvers Max Frisch en Friedrich Dürrenmatt. Zij stelden in hun stukken schrijnende morele kwesties aan de kaak die veel leken op de dilemma’s waarmee mensen vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog waren geconfronteerd.
Terwijl het proza in de jaren vijftig kritische geluiden voortbracht, bleef het theater hiervan verstoken. De bekendste Duitse theatermaker van die jaren, Bertolt Brecht, verkoos in 1949 de oostelijke zone als verblijfplaats. Bij gebrek aan kritisch en vernieuwend theater kwamen veel stukken van Franse existentialisten als Camus en Sartre op de planken. Wat Duitstalige toneelschrijvers betreft, boden alleen de Zwitsers Max Frisch en Friedrich Dürrenmatt perspectief. Zij gingen in hun stukken in op de dubieuze rol die Zwitserland tijdens de Tweede Wereldoorlog had gespeeld.
Frisch had in zijn romans ‘Stiller’ (1954) en ‘Homo faber’ (1957) al gewezen op het contrast tussen de welvaartsmaatschappij en de verminkte identiteit van de moderne mens. De vraag hoe moeilijk het is om een eigen identiteit te behouden, keerde ook terug in zijn toneelstukken. Bekende werken met deze thematiek zijn ‘Don Juan oder die Liebe zur Geometrie’, ‘Biedermann und die Brandstifter’ en vooral ‘Andorra’ (1961). In ‘Andorra’ probeert de hoofdpersoon het beeld dat anderen van hem hebben van zich af te schudden en trouw te blijven aan zichzelf. Maar zijn verwoede pogingen werken averechts en hij begint steeds meer te lijken op het beeld dat de maatschappij van hem heeft. Frisch confronteert zijn publiek met het “anderszijn” van de buitenstaander of vreemdeling, die door de groep niet wordt geaccepteerd en daarom uitgeroeid moet worden. In het licht van de misdaden uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog is dit stuk heel indringend en aangrijpend.
Friedrich Dürrenmatt, net als Frisch geboren in Zürich, schreef ook toneel over morele dilemma’s. ‘Der Besuch der alten Dame’ (1956) laat zien dat alle mensen omkoopbaar zijn. Hebzucht kan zelfs fatsoenlijke burgers aanzetten tot moord.