Taboedoorbrekend toneel
Literatuur tijdens de roerige jaren zestig, BRD 1961 - 1969
In de roerige jaren zestig bloeide het drama op in de BRD. Schrijvers kozen ervoor om maatschappelijke thema’s letterlijk een podium te geven en zo het publiek direct een reactie te ontlokken. De omgang met het oorlogsverleden speelde daarbij een prominente rol.
Een uitvoering van 'Die Ermittlung' in 2009. Het publiek wordt met de Auschwitz-processen geconfronteerd.
Begin jaren zestig werden op de bühne drie taboes doorbroken over het verdrongen oorlogsverleden. In ‘Der Stellvertreter’ (1963) stelde Rolf Hochhuth de rol van de rooms-katholieke kerk tijdens de Holocaust ter discussie. In het stuk vergoelijkt de paus de Jodenvervolging met het argument dat het nationaal-socialisme een belangrijk bolwerk vormde tegen het communisme. Tijdens de première van het toneelstuk in Berlijn kwam het tot heftige protesten.
Een jaar later verscheen Heinar Kipphardts ‘In der Sache J. Robert Oppenheimer’ (1964). Het toneelstuk is gebaseerd op het waargebeurde verhaal over de uitvinder van de atoombom, Robert Oppenheimer. Kipphardt stelde met dit stuk zowel het gebruik van de atoombom als het doorgeslagen anti-communisme van Amerika ter discussie.
In ‘Die Ermittlung’ (1965) confronteerde Peter Weiss het theaterpubliek met een bewerking van de Auschwitz-processen. De processen vonden plaats in de jaren 1963 tot 1965. Het stuk lijkt op een zittingsprotocol. De achttien aangeklaagde opzichters van concentratiekamp Auschwitz behouden in het stuk bijvoorbeeld hun ware namen. Net als de stukken van Hochhuth en Oppenheimer heeft Kipphardts theater het karakter van een documentaire. Ook in andere werken stelde Weiss de actualiteit centraal, bijvoorbeeld in zijn anti-Amerikaanse toneelstuk ‘Viet Nam Diskurs’ (1968).