Gruppe ‘61
Literatuur tijdens de roerige jaren zestig, BRD 1961 - 1969
Begin jaren zestig werd het arbeidersleven als literair thema herontdekt. Dit leidde tot de oprichting van de Dortmundse Gruppe ’61.
Schrijvers uit Gruppe 61 brachten verslag uit van de barre werkomstandigheden van mijnwerkers.
De schrijvers van Gruppe ’61 brachten verslag uit van de onderdrukking van werknemers in mijnbouw en industrie. Zo berichtte Günter Wallraff in zijn reportages over het harde, kansloze bestaan van arbeiders. Hij deed schokkende onthullingen over corruptie en onderdrukking. De media hadden vooral aandacht voor Wallraffs werkwijze. De auteur vermomde zich als arbeider, alcoholist of zwerver en maakte pas bij het verschijnen van zijn boek ’13 unerwünschte Reportagen’ (1969) bekend dat hij een schrijver was.
Ook Max von der Grün begaf zich in de arbeiderswereld. Hij werd mijnwerker en beschreef zijn belevenissen op realistische wijze. De meeste reactie kreeg hij op zijn boek ‘Irrlicht und Feuer’ (1963). Bedrijfsleven, politiek en media probeerden het effect van Von der Grüns werk in te dammen. Dit sterkte de schrijver juist in zijn overtuiging dat literatuur kon helpen om iets voor elkaar te krijgen in de maatschappij.
Binnen Gruppe ’61 stond de vraag centraal of de doelstellingen van de groep maatschappelijk of literair van aard waren. Sommige schrijvers moesten zich in bochten wringen om hun ervaringen in een literair jasje te stoppen. Bij andere schrijvers overheersten individuele literaire ambities. Friedrich C. Delius bekritiseerde Gruppe ’61 als merknaam waaronder schrijvers met uiteenlopende overtuigingen naam probeerden te maken. Hij was overigens zelf lid van de groep.
In reactie op deze discussie richtte een aantal leden in 1969 de Werkkreis Literatur der Arbeitswelt op. De groep wilde de politieke bewustwording van arbeiders stimuleren en bestond uit schrijvers uit alle lagen van de bevolking. Eind jaren zeventig stierf deze groep een zachte dood.